Organisatie | Landerd |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting |
Citeertitel | Verordening Precariobelasting 1999 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën |
n.v.t.
Gemeentewet, art. 228
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2007 | 01-01-2009 | art. 3 | 01-11-2007 Koerier, 21-11-2007 | -1.754.2/GL | |
24-05-2007 | 29-11-2007 | aanpassing tarieven | 02-11-2006 Koerier, 16 mei 2007 | -1.754.2/GL | |
06-12-2001 | 24-05-2007 | art. 3 en 8 | 08-11-2001 Koerier, 28-11-2001 | -1.754.2 | |
31-12-1998 | 06-12-2001 | nieuwe regeling | 05-11-1998 Koerier, 23-12-1998 | -1.754.2 |
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Deze belasting wordt alleen geheven ter zake van:
De precariobelasting wordt geheven van degene, die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.