Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Verordening op de Amsterdamse Kunstraad

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de Amsterdamse Kunstraad
CiteertitelVerordening op de Amsterdamse Kunstraad
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Wettelijke grondslag is nu: Gemeentewet art. 149

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-04-200016-05-2011nieuwe regeling

05-04-2000

Gemeenteblad 2000, afd. 3, nr. 35

Gemeenteblad 2000, afd. 1 nr. 195

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de Amsterdamse Kunstraad

 

 

Art. 1 Taak
  • 1.

    De Amsterdamse Kunstraad, hierna te noemen de raad, heeft tot taak het gemeentebestuur, op verzoek of uit eigen beweging, advies te geven over het beleid op het gebied van kunst en cultuur.

  • 2.

    Het gemeentebestuur vraagt de raad om advies bij de voorbereiding van het vierjaarlijkse kunstenplan.

  • 3.

    De raad adviseert desgevraagd de stadsdeelbesturen over het beleid op het gebied van kunst en cultuur.

  • 4.

    Indien het gemeentebestuur afwijkt van het gestelde onder het tweede lid dan wel afwijkt van een door hem gevraagd advies van de raad, motiveert het deze afwijking.

Art. 2 Bestuur
  • 1.

    Het bestuur van de raad bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste zeven personen, te weten: een voorzitter, een vice-voorzitter en drie tot vijf andere leden.

  • 2.

    2. Het bestuur wordt door de Gemeenteraad (her)benoemd en ontslagen op enkelvoudige voordracht van Burgemeester en Wethouders.

  • 3.

    Aan Burgemeester en Wethouders wordt voor deze voordracht advies uitgebracht door een commissie, bestaande uit de wethouder voor Cultuur of een door deze aan te wijzen plaatsvervanger, de functionerend voorzitter van de raad en een door beide eerdergenoemden aan te zoeken derde persoon.

  • 4.

    Voorafgaand aan de (her)benoeming van bestuursleden vindt publieke bekendmaking van de vacature plaats.

  • 5.

    Bestuursleden worden benoemd voor twee jaar en zijn vervolgens ten hoogste tweemaal achtereen benoembaar. Na aftreden is herbenoeming niet mogelijk dan na twee jaar.

  • 6.

    De voorzitter wordt in functie benoemd.

  • 7.

    Aan het bestuur wordt een secretaris toegevoegd, die geen lid van het bestuur is. De secretaris is tevens hoofd van het bureau van de raad.

Art. 3 Leden
  • 1

    Naast het bestuur kent de raad vaste leden.

  • 2.

    De leden worden benoemd voor twee jaren en zijn eenmaal onmiddellijk herbenoembaar. Na aftreden is herbenoeming niet mogelijk dan na twee jaar.

  • 3.

    Benoeming van de leden geschiedt door het bestuur in een procedure, waarvan publieke bekendmaking van de vacature deel uitmaakt.

  • 4.

    Er zijn niet meer dan vijfentwintig leden.

Art. 4 Commissies en adviseurs
  • 1.

    Het bestuur kan, voor de voorbereiding van een uit te brengen advies, uit de leden van de raad een commissie instellen of een adviseur aanwijzen.

  • 2.

    Het bestuur kan, voor de voorbereiding van een uit te brengen advies, personen, niet zijnde leden van de raad, uitnodigen zitting te nemen in een commissie als bedoeld in het vorige lid.

  • 3.

    Het bestuur kan, voor de voorbereiding van een uit te brengen advies, personen, niet zijnde leden van de raad, als adviseur aanwijzen.

Art. 5 Vergaderingen
  • 1.

    Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht, maar ten minste een keer per jaar en voorts indien de helft van de leden van het bestuur daartoe het verlangen kenbaar maakt.

  • 2.

    De vergaderingen van het bestuur, alsmede de uitgebrachte adviezen zijn openbaar.

  • 3.

    Indien een bestuurslid daarom uitdrukkelijk heeft verzocht, vindt de beraadslaging van het bestuur geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaats.

  • 4.

    Het bestuur besluit met gewone meerderheid van stemmen van de bij de stemming aanwezige leden. Bij het staken der stemmen beslist de voorzitter. Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen bij aanwezigheid van ten minste de helft der leden.

Art. 6 Werkwijze

 

De raad stelt een huishoudelijk reglement vast, waarin ten minste wordt geregeld: de openbaarheid van stukken die de raad, de commissies en de adviseurs in behandeling hebben; de terugtred van een (bestuurs)lid, commissielid of adviseur uit het besluit-vormingsproces indien, door diens positie of belangen, een objectieve beoordeling in gevaar kan worden gebracht. 

Art. 7 Vacatiegeld

 

Voor het bijwonen van de vergaderingen van het bestuur en de commissies wordt aan de leden een vacatiegeld toegekend, waarvan de hoogte door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld.

Art. 8 Bureau
  • 1.

    De dagelijkse werkzaamheden van de raad worden uitgevoerd op het bureau van de raad. Aan het hoofd van het bureau staat een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    Benoeming en ontslag van de ambtelijk secretaris geschieden door Burgemeester en Wethouders op voordracht van het bestuur van de raad.

Art. 9 Financieel beheer

 

Jaarlijks dient de raad volgens de gemeentelijke voorschriften de begroting in voor zijn werkzaamheden voor het komende kalenderjaar, alsmede de rekening over het verstreken kalenderjaar.

Art. 10 Verslag.

 

De raad dient jaarlijks een verslag van zijn werkzaamheden in bij de Gemeenteraad.

Art. 11 Inwerkingtreding.

 

Deze verordening treedt met onmiddellijke ingang in werking.