Organisatie | Geldermalsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Geldermalsen 2011 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Wmo, huishoudelijk werk, huishouden, hulp, zorg, persoonsgebonden budget, pgb, woningaanpassing, wonen, regiotaxi, vervoer, rolstoel, eigen bijdrage |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2012 | 01-03-2012 | intrekking | 28-02-2012 Gemeenteblad, 2012-8 | Collegebesluit, 28-2-2012, nr. 6 | |
01-07-2011 | 01-03-2012 | nieuwe regeling | 31-05-2011 Gemeenteblad, 2011-26 | Collegebesluit, 31-5-2011, 106 |
BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2011
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen;
gelet op artikel 1.3 van de Verordening Maatschappelijke ondersteuning 2011, jo. artikel 5 van de Wet Maatschappelijke ondersteuning,
vast te stellen het navolgende:Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldermalsen 2011 ".
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
De Wet maatschappelijke ondersteuning.
De verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldermalsen 2007.
c. AanvragerEen persoon met een beperking die bij het college een aanvraag indient voor het ontvangen van een voorziening, een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming op grond van de verordening of diens wettelijke vertegenwoordiger.
e. Eigen aandeel in de kosten:
Het ten eigen laste van de aanvrager blijvende deel van de kosten van een voorziening waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend.
Een door het college vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura betaald moet worden.
Een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager.
Een bijdrage ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt,al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens.
Een vergoeding in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens.
Een forfaitaire of een gemaximeerde vergoeding
Een voorziening die in eigendom of bruikleen wordt verstrekt.
Een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen.
n. Norminkomen:de toepasselijke gebruteerde bijstandsnorm als genoemd in paragraaf 3.2 van de Wet werk en bijstand, verhoogd met de in artikel 25 tweede lid van die wet bedoelde maximale toeslag; bij personen van 65
jaar en ouder wordt uitgegaan vande normen voor deze categorie die gebaseerd zijn op de Algemene Ouderdomswet.
o.Peiljaar:het peiljaar is het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin aan een persoon maatschappelijke ondersteuning wordt verleend.
Artikel 1.1a Overige begrippen
Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de voormalige Wet voorzieningen gehandicapten of de verordening.
Voor voorzieningen waarvan de kosten minder dan € 45,00 bedragen wordt geen financiële tegemoetkoming verleend.
Artikel 1.3 Vaststellen inkomen
In afwijking van het eerste lid vindt op aanvraag van de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend een voorlopige vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen plaats, indien redelijkerwijs te verwachten is dat het inkomen in het lopende jaar ten minste € 1.816,00 lager zal zijn dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid.
Indien het derde lid is toegepast, vindt na afloop van het jaar definitieve vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen over dat jaar plaats. Indien daarbij blijkt dat het bijdrageplichtig inkomen minder dan € 1.816,00 lager is geweest dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid, vindt definitieve vaststelling plaats overeenkomstig het eerste lid.
Voor de toepassing van de artikelen 1.3 en 1.4 van dit besluit wordt een wijziging in de burgerlijke staat van de ongehuwde persoon of gehuwde personen en het bereiken van een van belang zijnde leeftijd van een van deze personen in aanmerking genomen met ingang van de datum waarop die wijziging plaatsvindt.
Bij de vaststelling van een financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening als bedoeld in artikel 4.1, artikel 5.1, tweede tot en met vijfde lid en artikel 5.6, tweede lid, onder b van de verordening wordt rekening gehouden met een eigen aandeel in de kosten van de aanvrager indien:
Voor voorzieningen als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, onder b, artikel 5.1, derde lid, onder e voor zover de voorziening in eigendom wordt verstrekt en artikel 5.6, tweede lid onder b wordt maximaal zesendertig perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht dan wel wordt bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming gedurende maximaal die periode een met toepassing van de daarvoor geldende regels berekende bedrag in mindering worden gebracht.
De huurkosten per vier weken van een voorziening als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid onder c, artikel 5.1, tweede lid en artikel 6.1 onder a en c wordt bepaald door de aanschafprijs van de voorziening, voor zover van toepassing vermeerderd met de verwachte kosten voor onderhoud en verzekering gedurende de verwachte levensduur van de voorziening, vermeerderd met € 100,00 te delen door een vierde van de verwachte levensduur van de voorziening in weken.
Om te bepalen of tot de leefeenheid waar een persoon deel van uitmaakt een of meer huisgenoten behoren die in staat zijn tot het verrichten van gebruikelijke zorg zoals bedoeld in artikel 3.3 van de verordening, wordt gebruik gemaakt van het protocol gebruikelijke zorg van het Centrum Indicatiestelling Zorg van april 2005.
Van het aantal toegekende uren hulp bij het huishouden kan binnen de in de beschikking genoemde bandbreedte worden afgeweken, indien: a. wijzigingen in de situatie van de aanvrager hiertoe aanleiding geven; b. uit een medische verklaring blijkt dat de aard van de beperking een fluctuerende behoefte aan ondersteuning met zich meebrengt.
De hoogte van de door het college vast te stellen financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 4.1 lid 1 onder b van de verordening bedraagt 100% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten, waarbij rekening wordt gehouden met het gestelde in artikel 2.2 van dit besluit met betrekking tot de eigen betaling in de kosten.
De hoogte van de door het college te verlenen financiële tegemoetkoming in geval van woningsanering bij Cara bedraagt het bedrag van de noodzakelijk gemaakte kosten, met als maximum een bedrag van € 2.000,00 waarbij rekening gehouden wordt met het gestelde in artikel 2.2 van dit besluit met betrekking tot de eigen betaling in de kosten.
De maximale vergoeding als bedoeld in artikel 4.6 van de verordening betreffende het bezoekbaar maken van een woning bedraagt € 2.500,00 waarbij rekening gehouden wordt met het gestelde in artikel 2.2 van dit besluit met betrekking tot de eigen betaling in de kosten.
De financiële tegemoetkoming die het college verstrekt voor de kosten van het verwerven van grond als bedoeld in artikel 4.12 van de verordening bedraagt de werkelijke kosten, waarbij het maximum aantal vierkante meters geldt per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, zoals vermeld in bijlage 2.
De maximale vergoeding als bedoeld in artikel 4.17 van de verordening betreffende de aanpassing van woonschepen en woonwagens indien voldaan wordt aan gestelde voorwaarden is € 1.000,00 waarbij rekening gehouden wordt met het gestelde in artikel 2.2 van dit besluit met betrekking tot de eigen betaling in de kosten.
De financiële tegemoetkoming die het college verstrekt voor de kosten van onderhoud en keuring van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 4.18 van de verordening bedraagt de werkelijke kosten tot een maximum bedrag genoemd in bijlage 1;
De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 4.19 van de verordening bedraagt de werkelijke kosten met een maximum van € 450,00 per maand, met inachtneming van het bepaalde in het hierboven genoemde artikel 4.19 van de verordening, als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte.
Indien een eigenaar-bewoner zijn woning verkoopt binnen 10 jaar na gereedmelding van een woningaanpassing waarvoor een financiële tegemoetkoming is verleend als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid onder b van de verordening die meer bedraagt dan € 45.378,00, is de eigenaar bewoner verplicht tot terugbetaling van de aanpassingskosten indien de aanpassing heeft geleid tot waardevermeerdering van de woning.
Het college geeft opdracht tot het verrichten van een waardebepaling van de woning direct voorafgaand aan de verstrekking van de financiële tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid en direct na gereedmelding van de aanpassing. Het positieve verschil in waarde tussen beide waardebepalingen wordt beschouwd als waardestijging als gevolg van de aanpassing van de woning.
De hoogte van een door burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 5.1 lid 3 sub b t/m d van de Verordening is ten hoogste het bedrag van de gemaakte kosten, met als maximum de hierna onder a en b genoemde bedragen:
Indien het college een financiële tegemoetkoming verstrekt voor een vervoersvoorziening in de vorm van een “ander verplaatsingsmiddel” op grond van artikel 5.1 lid 3 onder e. van de verordening wordt bij bijzondere uitvoeringen van een algemeen gebruikelijk verplaatsingsmiddel, zoals een fiets, slechts een gedeelte vergoed wanneer deze in eigendom wordt aangeschaft.
Er wordt een tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf toegekend onder aftrek van de aanschafkosten van de algemeen gebruikelijk versie van het verplaatsingmiddel. De gemeente hanteert de volgende kostprijs van een algemeen gebruikelijk vervoermiddel, bedragen voor:
Aldus vastgesteld op 31 mei 2011, nummer 106.
Burgemeester en wethouders van Geldermalsen,
de loco-secretaris, de burgemeester,
J.C. Steurrijs. mr. S.W. van Schaijck.