Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2006 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 630 sociaal-cultureel werk |
520A
Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2007 | 30-12-2010 | art. 1.1, 1.7, hoofdstuk 6 en 7 | 11-09-2007 Gemeenteblad 2007=24a | 2007 07.27618 | |
01-02-2007 | art. 1.1 en 2.4lid 1 | 12-12-2006 Gemeenteblad 2007=04 | 2006 06.40189 | ||
01-01-2006 | nieuwe regeling | 13-12-2005 Gemeenteblad 2005=63 | 2005 05.42606 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN.
Artikel 1.1 Begripsbepalingen.
een verklaring van een registeraccountant waaruit blijkt dat de verleende subsidie conform de in beschikking opgenomen verplichtingen is besteed.
een activiteitenplan als bedoeld in artikel 4:62 Awb, te weten een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en vermeld per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiële middelen
een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan
een subsidie voor de duur van één of meerdere jaren waarbij het gemeentebestuur inhoudelijke afspraken maakt met de subsidieontvanger over te leveren prestaties en te bereiken resultaten
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn
financiële buffer waarmee tekorten in het ene jaar kunnen worden opgevangen met overschotten in het andere jaar
een subsidie voor een bijzondere activiteit die niet uit de reguliere middelen van de instelling kan worden bekostigd
een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die zich ten doel stelt activiteiten te verrichten ten behoeve van de bevolking van de gemeente Hoorn
activiteit ter herdenking van de dag waarop een bepaald aantal jaren geleden een organisatie is opgericht
een financiële bijdrage ten behoove vande viering van het jubileum.
een subsidie, die verleend wordt voor meer dan één boekjaar, maar ten hoogste 5 boekjaren
subsidie die niet gebaseerd is op activiteiten maar op in beleidsregels uitgewerkte berekeningsgrondslagen
een natuurlijke persoon, dan wel een groep van natuurlijke personen, die ten behoeve van de bevolking van de gemeente Hoorn een subsidieaanvraag indient
een geleverd product of activiteit tegen een vooraf afgesproken kostprijs, gericht op het komen tot meetbare resultaten die leiden tot of bijdragen aan het realiseren van een gemeentelijk beleidsgebied
een budgetsubsidie ten behoeve van de uitvoering van specifieke en tijdelijke activiteiten
een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Awb te weten "de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten"
een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 Awb, te weten het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verlening van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift
aanvullende inhoudelijke en budgettaire afspraken, vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst, volgend op of horende bij de subsidieverlening
een subsidie voor activiteiten van een instelling waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die de instelling maakt en de subsidie die zij ontvangt, bedoeld om een bepaalde activiteit of groep van activiteiten aan te bemoedigen dan wel waardering daarvoor kenbaar te maken. Een waarderingssubsidie wordt uitgedrukt in de vorm van een Eenhoornzegel
Deze verordening is niet van toepassing op het verstrekken van subsidies waaromtrent voorzien is bij of krachtens een wettelijk voorschrift afkomstig van (bestuursorganen van) de Europese Unie, het rijk, de provincie of andere publiekrechtelijke rechtspersonen, dan wel waaromtrent een afzonderlijke subsidieverordening door de raad is vastgesteld.
Het college is bevoegd voorschotten te verstrekken op een nog vast te stellen subsidie nadat een besluit tot subsidieverlening is genomen.
Artikel 1.8. Weigeringsgronden.
Subsidieverlening wordt, naast de in artikel 4:25 Awb en artikel 4:35 Awb geregelde gevallen, in ieder geval ook geweigerd indien:
de activiteiten van de instelling niet open staan voor alle inwoners van de gemeente Hoorn zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid, politieke gezindheid, tenzij deze activiteiten gericht zijn op integratie en / of het wegnemen van achterstanden bij bepaalde groepen
HOOFDSTUK 2 BUDGETSUBSIDIES & PROJECTSUBSIDIES
Artikel 2.1. Reikwijdte hoofdstuk
Dit hoofdstuk is van toepassing op subsidies voor de duur van een tevoren vastgestelde periode waarbij het college inhoudelijke afspraken maakt met de subsidieontvanger over te leveren prestaties en te bereiken resultaten.
Het college kan in overleg treden met de instelling over de activiteiten, prestaties en de beoogde resultaten, de overige subsidievoorwaarden en -verplichtingen en de door het gemeentebestuur ter beschikking te stellen middelen.
Artikel 2.4. Meerjarensubsidie
Indien een meerjarensubsidie is verleend behoudt het college de bevoegdheid tot een tussentijdse intrekking of wijziging van de subsidie over te gaan, onder gelijktijdige tussentijdse intrekking of wijziging van de verlangde prestaties. Van deze bevoegdheid wordt alleen gebruik gemaakt, indien de budgettaire positie van de gemeente daar aanleiding toe geeft.
Artikel 2.6. Inhoud beschikking
In aanvulling op het gestelde in artikel 4:30 Awb en 4:31 Awb bevat de beschikking tot subsidieverlening behalve een bedrag en een periode in ieder geval een zo concreet mogelijke omschrijving van de prestaties, die door de instelling met het ter beschikking gestelde subsidie verricht moeten worden, alsmede van de daarmee beoogde resultaten, de wijze van verantwoording en de wijze van bevoorschotting.
De instelling is gehouden de prestaties te leveren zoals deze opgenomen zijn in de subsidiebeschikking, dan wel in de afgesloten uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 2.8. Tussentijdse rapportage.
Het college kan bepalen dat de instelling tussentijds verslag dient uit te brengen van de voortgang van haar activiteiten en een prognose voor de resterende periode.
Artikel 2.9. Egalisatiereserve
Het college kan bij de subsidieverlening bepalen dat de instelling een egalisatiereserve vormt.
Artikel 2.10. Toestemmingsvereiste
De subsidieontvanger behoeft toestemming van het college voor:
Artikel 2.11 Mededelingsvereisten
De subsidieontvanger dient het college in kennis te stellen van:
het aangaan en beëindigen van overeenkomsten ter verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie;
Artikel 2.13. Accountantsverklaring
De op grond van de in artikel 4:78 Awb bestaande verplichting tot indiening van een accountantsverklaring bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, geldt niet indien dit in de subsidieverlening door het college anders bepaald wordt.
Indien door of namens de rijksoverheid, provincie of regionale overheidsorganen, na overleg met het gemeentebestuur, of door of vanwege het gemeentebestuur zelf onderzoek wordt gedaan naar uitvoering van gesubsidieerde activiteiten of naar naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen, dan verleent de instelling hieraan de benodigde medewerking. De instelling wordt door het college zo mogelijk van tevoren op de hoogte gebracht van de onderzoeken.
HOOFDSTUK 3 NORMERINGSSUBSIDIES.
Door middel van subsidiëring bijdragen in de kosten van de stimulering van de beoefening van sport en scouting door de jeugd.
een vereniging, die de sportbeoefening ten doel heeft overeenkomstig de hierboven genoemde doelstelling;
een vereniging die de beoefening van scouting ten doel heeft overeenkomstig de hierboven genoemde doelstelling;
een contributiebetalend lid, dat op 1 januari van het subsidiejaar tenminste de leeftijd heeft bereikt die als leeftijdsgrens voor jeugdleden door de betreffende sport- of scoutingbond wordt aangehouden. Als de sport- of scoutingbond geen minimumleeftijd heeft vastgesteld, geldt daarvoor de leeftijd van 4 jaar naar de toestand per 1 januari van het jaar van uitkering van de subsidie. Als maximumleeftijd van het jeugdlid geldt de leeftijd van 17 jaar naar de toestand per 1 januari van het subsidiejaar.
Artikel 3.1.4. Subsidieaanvraag
De vereniging c.q. scoutinggroep dient uiterlijk vóór 1 april van het subsidiejaar een aanvraag in door middel van het door of namens het college daarvoor vastgestelde formulier.
PARAGRAAF 3.2 SUBSIDIE KLEEDKAMER-ACCOMMODATIES EN NEVENRUIMTEN EN DUURZAME INVESTERINGEN MET EEN KORTERE AFSCHRIJVINGSTERMIJN DAN DE OPSTALLEN
Het voeren van een voorwaardenscheppend beleid voor de buitensport in de gemeente Hoorn door het beschikbaar stellen van een financiële bijdrage voor (ver)bouw en vervanging van nevenruimtes, kleedruimtes en duurzame investeringen met een kortere afschrijvingstermijn dan de opstallen in buitensportcomplexen.
Duurzame investeringen met een kortere afschrijvingstermijn dan de opstallen:
zaken waarvan in de bij deze verordening behorende beleidsregel is vastgesteld dat zij subsidiabel zijn;
onder een buitensportcomplex wordt verstaan de complexen genoemd in de beleidsregels behorend bij deze verordening;
onder een kleedkamer wordt verstaan een kleed- en doucheruimte;
onder een nevenruimte wordt verstaan de in de beleidsregels behorende bij deze verordening genoemde ruimten;
onder een sportvereniging wordt verstaan een vereniging, die beheerder of juridisch eigenaar is van de opstallen die gelegen zijn op een buitensportcomplex in de gemeente Hoorn;
Artikel 3.2.5. Voorwaarden, verplichtingen, subsidiegrondslagen en richtlijnen voor maatvoering
Het college stelt in een beleidsregel onder andere de voorwaarden, verplichtingen, subsidiegrondslagen en richtlijnen voor de maatvoering vast.
PARAGRAAF 3.3 SUBSIDIËRING GODSDIENSTONDERWIJS EN VORMINGSONDERWIJS
Artikel 3.3.1. Reikwijdte hoofdstuk
Dit hoofdstuk is, in afwijking van artikel 1.8 onder lid e, van toepassing op de subsidiëring in de kosten van beloning van daartoe bevoegde leraren in godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 van de openbare basisscholen van de gemeente Hoorn.
Kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerkgenootschappen of rechtspersonen met een volledige rechtsbevoegdheid, als bedoeld in artikel 51 van de Wet op het Primair Onderwijs
Het godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs vindt plaats binnen de schoolgebouwen en wordt gegeven aan de leerlingen van wie de ouders, voogden of verzorgers het bevoegd gezag schriftelijk daarom hebben verzocht.
HOOFDSTUK 4 INITIATIEFSUBSIDIES
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle subsidies, die bekostigd worden uit de begrotingsposten ‘initiatiefsubsidies’, welke jaarlijks beschikbaar worden gesteld.
Het college geeft in beleidsregels aan, aan welke criteria een aanvraag voor een initiatiefsubsidie dient te voldoen.
Het college beslist binnen een termijn van acht weken op een subsidieaanvraag. Deze termijn kan eenmaal met maximaal vier weken worden verdaagd.
Artikel 4.5 Subsidievaststelling
Tenzij het college anders beslist, vindt toekenning van de subsidie niet plaats middels een beschikking tot subsidieverlening, maar middels een beschikking tot subsidievaststelling
Artikel 4.6 Rekening en verantwoording
De beschikking tot subsidievaststelling bevat behalve een bedrag in ieder geval een zo concreet mogelijke omschrijving van de activiteit, die door de aanvrager met het ter beschikking gestelde subsidiebedrag verricht wordt, alsmede van de daarmee beoogde resultaten, de wijze van verantwoording en de wijze van uitbetaling van het toegekende subsidiebedrag.
HOOFDSTUK 5 WAARDERINGSSUBSIDIES
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle subsidies, die bekostigd worden uit de begrotingspost ‘Eenhoornzegel’, welke jaarlijks beschikbaar wordt gesteld.
Het college stelt in een beleidsregel de nadere criteria en de hoogte van het toe te kennen subsidiebedrag per waarderingssubsidie vast.
Het college beslist binnen een termijn van acht weken op een subsidieaanvraag. Deze termijn kan eenmaal met maximaal vier weken worden verdaagd.
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle subsidies, die bekostigd worden uit de begrotingspost “Jubileumsubsidie”, welke jaarlijks beschikbaar wordt gesteld.
Een aanvraag voor een jubileumsubsidie kan gedurende het hele jaar schriftelijk worden ingediend, doch uiterlijk drie maanden voor het plaatsvinden van het jubileum.
Het college stelt in een beleidsregel de nadere criteria en de hoogte van de toe te kennen subsidie vast.
Het college beslist uiterlijk 8 weken na ontvangst van de aanvraag over verlening van de jubileumsubsidie. Deze termijn kan eenmaal met ten hoogste vier weken worden verlengd.
Artikel 7.1. Periodiek verslag
Het college publiceert conform art. 4:24 Awb tenminste eenmaal in een periode van vijf jaar een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk. Deze verslaglegging is niet van toepassing ten aanzien van waarderingssubsidies.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.