Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Geertruidenberg

Verordening tot derde wijziging van de “Verordening havengelden 2008”

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Geertruidenberg
Officiële naam regelingVerordening tot derde wijziging van de “Verordening havengelden 2008”
CiteertitelVerordening havengelden 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bij deze derde wijziging van de Verordening havengelden 2008 is artikel 4 gewijzigd. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 129, lid 1, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-201027-12-2013Art. 4.

16-12-2010

De Langstraat, 23 december 2010

16 december 2010, nr. 12g
28-12-200702-01-2009Nieuwe regeling.

19-12-2007

De Langstraat, 27 december 2007

19 december 2007, nr. 16f

Tekst van de regeling

Nr. 16f

De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2007, nr.

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de:Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2008.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    haven: de haven als bedoeld in artikel 1 van de ‘Regeling gebruik haven Raamsdonksveer 2002’;

  • b.

    vaartuig: alle soorten schepen, boten, schuiten, woonarken, drijvende kranen, bokken, pontons, baggermolens, zandzuigers, houtvlotten en dergelijke.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1 Onder de naam ‘havengeld’ worden rechten geheven voor vaartuigen die in de gemeente Geertruidenberg een vaste ligplaats innemen in de gemeentelijke haven.

  • 2 Als belastingplichtige wordt aangemerkt de gebruiker van een vaartuig dat een vaste ligplaats heeft in de haven.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lïd, wordt geheven naar de oppervlakte die benodigd is om te dienen als ligplaats van een vaartuig.

Artikel 4 Belastingtarieven

  • 1 Voor vaartuigen ligplaats hebbende aan de gemeentelijke steiger met voorzieningen:

    a. per kleine ligplaats (kleiner dan 12 m2) € 288,60

    b. per grote ligplaats (groter of gelijk aan 12 m2) € 604,56

    Voor vaartuigen ligplaats hebbende aan de gemeentelijke steiger zonder voorzieningen:

    a. per kleine ligplaats (kleiner dan 12 m2) € 206,28

    b. per grote ligplaats (groter of gelijk aan 12 m2) € 522,48

  • 3 Voor vaartuigen ligplaats hebbende op andere dan aan de onder 1 en 2 bedoelde plaatsen:

    a. per roeiboot € 122,76

    b. per zeil- of motorboot

    1. bij een oppervlakte van minder dan 30 m2 € 153,24

    2. bij een oppervlakte van 30 m2 of meer € 228,72

  • 4 De bedragen, genoemd in dit artikel worden geacht te zijn inklusief 19% B.T.W.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De rechten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 kwijtschelding

Bij de invordering van het recht, als bedoeld in artikel 2, wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de havengelden.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De ‘Verordening op de heffing en invordering van havengelden 2005’ van 25 november 2004, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening havengelden 2008’,

Ondertekening

Geertruidenberg, 19 december 2007

De raad voornoemd,

De griffier,                                                   de voorzitter,

Drs K.M.C. Millenaar-Rammelaere                M.J.A. Meijer