Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde Gemeenteraad 2006 |
Citeertitel | Reglement van Orde Gemeenteraad 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 001 bestuursorganen |
9940A
Gemeentewet, art. 16 e.a.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-06-2006 | 12-08-2010 | art. 39 lid 4 en 5 | 16-05-2006 Gemeenteblad 2006=21 | 2006 06.21121 | |
20-04-2006 | nieuwe regeling | 11-04-2006 Gemeenteblad 2006=12a | 2006 06.14861 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Het presidium vervult een klankbordfunctie voor de raadsvoorzitter, de fractievoorzitters, de burgemeester als collegevoorzitter en zelfstandig bestuursorgaan. Het presidium behartigt namens de raad de organisatorische en personele belangen betreffende de griffier en de griffie en doet zonodig voorstellen ter zake aan de raad. Het presidium doet voorstellen aan de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden van de raad en zijn commissies.
Het presidium bestaat uit de voorzitter van de raad en de fractievoorzitters. De raadsvoorzitter is voorzitter van het presidium. Bij afwezigheid van de raadsvoorzitter wordt deze vervangen door de waarnemend raadsvoorzitter. Elke fractievoorzitter wijst een lid van zijn fractie aan, dat hem bij zijn afwezigheid in het presidium vervangt.
Artikel 5 De agendacommissie van de raad
De agendacommissie bestaat uit de raadsvoorzitter en de voorzitters van de raadscommissies. De raadsvoorzitter fungeert als voorzitter. Bij afwezigheid van de raadsvoorzitter wordt deze vervangen door de waarnemend raadsvoorzitter. Bij afwezigheid van een voorzitter van een raadscommissie, wordt deze vervangen door de waarnemend voorzitter van de raadscommissie. Bij afwezigheid van de burgemeester is de loco-burgemeester eveneens aanwezig in de agendacommissie.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; fracties
Artikel 7 Fractiesamenstelling en ontstaan van nieuwe fracties
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
De vergaderingen van de raad vinden in beginsel één keer per maand plaats, vangen in beginsel aan om 20.00 uur en worden gehouden in het stadhuis. Het presidium stelt voor aanvang van een kalenderjaar een vergaderschema vast met alle geplande data van de raads- en commissievergaderingen. De agendacommissie kan lopende het jaar aanpassingen doen in het vergaderschema op grond van actuele ontwikkelingen.
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke uitnodiging voor een ieder bij de griffie ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 10. Indien na het verzenden van de schriftelijke uitnodiging stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 17 Spreekrecht burgers
Aanmelden voor spreekrecht kan door invullen van het digitale formulier op de gemeentelijke website, of door een mondelinge of schriftelijke melding aan de griffier, uiterlijk zes uur voor aanvang van de vergadering. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, geeft naam, adres, telefoonnummer, de vergaderdatum en het agendapunt waarover men wil spreken, door.
Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. In totaal is voor het spreekrecht maximaal dertig minuten beschikbaar. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen besluiten af te wijken van de maximale duur van de spreektijd.
De voorzitter kan tijdens een vergadering besluiten de vergadering te verdagen naar een tijdstip, gelegen binnen 72 uur na dat verdagingsbesluit.
Artikel 19 Primus bij hoofdelijke stemming
Op het moment dat er gevraagd wordt om hoofdelijke stemming, deelt de voorzitter mee bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 20 Verslag en besluitenlijst
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van het verslag schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.
Artikel 24 Aantal spreektermijnen
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. Nadat de eerste spreektermijn is afgesloten, kan de voorzitter concluderen dat voor de besluitvorming geen tweede termijn nodig is. Indien geen bezwaar wordt gemaakt door een lid van de raad, dan wordt de beraadslaging daarna door de voorzitter afgesloten.
Artikel 26 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker het spreken onmogelijk maakt, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem tijdens de vergadering over het aanhangige onderwerp het recht tot spreken ontzeggen.
Artikel 27 Beraadslaging; schorsing voor onderling nader beraad
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door de raad te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 31 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid een verkeerde stem uitgebracht, dan kan deze vergissing hersteld worden, door voordat het volgende lid gestemd heeft alsnog de juiste stem uit te brengen. Heeft het volgende lid al gestemd, dan kan hij vragen om in de notulen aan te tekenen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit geen verandering.
Artikel 33 Stemming over personen; geheime stembriefjes
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 34 Herstemming over een beperkt aantal personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben gekregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld, het voorstel eerst dient te worden behandeld in een raadscommissie of voor advies naar het college dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Artikel 41 Overige voorstellen of adviezen aan de raad
Een voorstel voor een verordening of een ander voorstel aan de raad van het presidium, van de agendacommissie, of van een door de raad ingestelde tijdelijke commissie, wordt als de agendacommissie hierom verzoekt, vóór agendering in een raadsvergadering overgedragen voor advies aan het college, tenzij de raad anders heeft beslist.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en het college. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 43 Schriftelijke vragen aan het college
Eventuele mondelinge beantwoording door het verantwoordelijke lid van het college, vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Artikel 46 Onderzoekscommissie
Indien de gemeenteraad besluit het onderzoek van enig onderwerp of voorstel op te dragen aan een bijzondere daartoe ingestelde commissie, niet zijnde een commissie met bevoegdheden zoals bedoeld in artikel 155b t/m 155f van de wet, bestaat de commissie uit drie of vijf leden, die door de raad uit zijn midden worden benoemd, tenzij die benoeming aan de voorzitter wordt overgelaten.
De voorzitter van elke bijzondere commissie ontvangt alle in handen van de commissie gestelde stukken, roept de leden samen en leidt hun beraadslagingen. Elke commissie kan zich zonodig door derden doen voorlichten. Wanneer die voorlichting schriftelijk gevraagd en verkregen is, wordt die bij het verslag aan de raad overgelegd. De kosten welke de commissies moeten maken voor de uitvoering van hun taak, worden vergoed uit een door de raad ter beschikking gesteld onderzoeksbudget.
Elke commissie draagt zorg dat haar verslag zo spoedig mogelijk aan de voorzitter van de gemeenteraad wordt ingezonden. Zijn daartoe meer dan drie maanden na haar benoeming nodig, dan geeft de commissie daarvan aan de raad kennis. Indien in bijzondere gevallen meer dan zes maanden nodig zijn, is de commissie gehouden de raad verlof voor een bepaald tijdvak te vragen. Elk verslag moet steeds tot een bepaalde conclusie leiden, waarover met "voor" of "tegen" kan worden gestemd. Het gevoelen van de minderheid wordt, zo dit door deze wordt verlangd, tevens in het verslag opgenomen.
Hoofdstuk 5 Begroting en rekening
Artikel 47 Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de wet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.
Artikel 48 Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de wet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium, en na het afstemmingsoverleg met de gemeentelijke accountant ter zake, vaststelt.
Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 49 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, of de burgemeester, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft de verplichting periodiek verslag aan de raad te doen over zaken die in het algemeen bestuur aan de orde zijn. Door de raad gewenste nadere inhoudelijke bespreking van dit verslag kan de voorzitter voorstellen te verwijzen naar een commissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen ex artikel 45 van dit reglement, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 53 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 8 Toehoorders en pers
Artikel 55 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en volgen zijn aanwijzingen hierover, of die van de griffier.
Artikel 56 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.