Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening gemeentearchief Hoorn |
Citeertitel | Verordening gemeente-archief Hoorn |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 002 bestuursondersteuning college van b&w |
640A
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-05-1995 | 15-10-2016 | nieuwe regeling | 11-04-1995 Gemeenteblad 1995=09b | 1995 95.31412 |
De raad van de gemeente Hoorn;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 maart 1995;
overwegende dat het noodzakelijk is de verordening te wijzigen;
gelet op artikel 6 van de Archief- en documentatieverordening van de gemeente Hoorn;
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;
besluit vast te stellen de volgende
Verordening voor de dienst en het gebruik van de archieven en vezamelingen, opgenomen in de gemeentelijke archiefbewaarplaats en in de ruimten in gebruik bij de gemeentelijke archiefdienst
In deze verordening wordt verstaan onder:
het bestuursorgaan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn.
de Gemeentewet zoals gepubliceerd in Stb. 762 op 1 november 1994.
Daar waar in deze verordening de mannelijke vorm gebruikt wordt, dient daar ook de vrouwelijke vorm gelezen te worden.
Nasporingen ten behoeve van de gemeente worden verricht door de gemeentearchivaris of onder zijn verantwoordelijkheid door de onder hem te werk gestelde ambtenaren.
Een ieder is bevoegd, behoudens de beperkingen welke bij of krachtens de Archiefwet 1962 en in het tweede lid van dit artikel worden gesteld, alsmede voor zover de voorwaarden bij de opneming in de bewaarplaats gesteld zich daartegen niet verzetten, de in de gemeentelijke archiefbewaarplaats en de ruimten in gebruik bij het gemeente-archief ondergebrachte archieven en verzamelingen kosteloos te raadplegen en daarvan of daaruit afbeeldingen, afschriften, reprodukties of uittreksels te maken of op zijn kosten te doen maken. Ten aanzien van het vervaardigen van afbeeldingen of reprodukties is de het college bevoegd beperkingen te stellen.
Van de gemeentelijke archiefbescheiden, die van jongere datum zijn dan het 31e jaar vóór dat van de lopende dienst en overgebracht zijn naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, mag de gemeentearchivaris geen inzage verlenen of afbeeldingen, afschriften, reprodukties of uittreksels verstrekken dan onder uitdrukkelijk mandaat van het college. Het vorenstaande geldt niet voor functionarissen van de diensten, bedrijven en instellingen van welke de stukken afkomstig zijn en die daarvan ambtshalve wensen kennis te nemen.
Voor het in het voorgaande artikel bedoelde gebruik van de archieven en verzamelingen gelden, behalve hetgeen bij of krachtens de Archiefwet 1962 en bij de opneming in de archiefbewaarplaats is bepaald, de volgende regels:
de bezoeker mag in de door hem geraadpleegde stukken geen aantekeningen maken, tekens plaatsen, vouwen leggen of op andere wijze beschadigingen aanbrengen. Hij moet er zorg voor dragen, dat de volgorde der losse stukken bewaard blijft. Het calqueren of doortrekken is hem verboden, tenzij hij daartoe vergunning van het college heeft gekregen;
indien blijkt, dat de bezoeker tegen het in dit artikel onder c bepaalde gehandeld heeft of dreigt te handelen, kan hem door het college de gelegenheid tot verder onderzoek worden ontzegd, onverminderd zijn verplichtingen om in geval van aangebrachte schade een door het college vast te stellen vergoeding te betalen.
De uitlening, bedoeld in artikel 8 en 9 van dit reglement, geschiedt slechts voor een bepaalde, ook op het bewijs van ontvangst te vermelden termijn. Op schriftelijke aanvraag van de belanghebbende kan deze termijn worden verlengd.
Op aanvraag van de gemeentearchivaris kunnen stukken, behorende tot andere binnenlandse of buitenlandse archieven of bibliotheken, tijdelijk in bewaring genomen worden. De gebruikers zijn, behalve aan de bijzondere voorschriften, geldende voor de betrokken archieven en bibliotheken, onderworpen aan de bepalingen die in artikel 5 van dit reglement voor het gebruik van de archieven en verzamelingen zijn vastgesteld.
In de lokaliteiten, voor de bewaring en de raadpleging van archiefstukken en stukken uit de verzamelingen bestemd mogen geen licht ontbrandbare stoffen of open vuur aanwezig zijn en mag niet worden gerookt. In diezelfde ruimten moeten, voor zover nodig, reddings- en brandblusmiddelen aanwezig zijn.