Organisatie | Oldambt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels briefadres gemeente Oldambt |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Artikel 49 Wet Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2011 | 07-09-2017 | - | 01-02-2011 Streekblad | nieuwe regelgeving |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;gelezen het voorstel van de afdeling Publiekszaken d.d. 14 januari 2011;gelet op de bepalingen in artikel 49 van de Wet Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens;
B E S L U I T E N:vast te stellen: de Beleidsregels voor het toestaan van briefadres.
Artikel 1 Maximaal aantal per adres
Een briefadres kan alleen verleend worden op een particulier adres, waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres afgegeven aan een gezin als één briefadres. Dit betekent dat er maximaal twee personen of twee gezinnen een briefadres kunnen hebben op één adres.
In het algemeen is een briefadres een tijdelijk adres. Om het tijdelijke karakter te bevestigen is besloten om een briefadres in het algemeen voor een periode van maximaal zes maanden af te geven. Na het verloop van deze periode, moet de burger worden ingeschreven op een woonadres waar hij feitelijk verblijft. Hierop zijn een aantal uitzonderingen mogelijk. Deze uitzonderingen hebben te maken met de feitelijke onmogelijkheid van de burger om een woonadres te hebben.
Voor briefadressen die al zijn toegekend vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt een overgangsperiode van maximaal zes maanden gehanteerd. Daarna wordt een eventueel verzoek om verlenging getoetst aan deze beleidsregels. De beleidsregel gaat bij nieuwe aanvragen direct en onverkort gelden. Dit betekent dat voor nieuwe situaties geen overgangsperiode wordt opgenomen.
Uitzondering op regel 1 en 2 wordt gemaakt voor personen die verblijven in een instelling als bedoeld in artikel 67, derde en vierde lid, van de Wet Gba.Een dergelijke uitzondering kan ook worden gemaakt voor opvarenden van een schip. Deze mensen hebben evenmin een vast adres, zodat ook hen wordt toegestaan een briefadres aan te houden.