Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Onderbanken

Financiële verordening gemeente Onderbanken

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOnderbanken
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinanciële verordening gemeente Onderbanken
Citeertitelfinanciele verordening gemeente Onderbanken 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200824-01-2017Onbekend

27-03-2008

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Financiële verordening gemeente Onderbanken

De raad van de gemeente Onderbanken besluit,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

vast te stellen:

de verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Onderbanken.

1. Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling:

    iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • b.

    administratie:

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Onderbanken en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

2. Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

  • 1.

    De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

Artikel 2a Planning en controlcyclus

Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de voorjaarsnota, de tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma’s en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma’s.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 4.

    De begroting en de jaarstukken bevatten naast de verplichte paragrafen een paragraaf subsidies met daarin een overzicht van de subsidies aan instellingen en ondernemingen.

Artikel 3a Kaders ontwerp- begroting

  • 1.

    Het college biedt uiterlijk 3 weken in de laatste raadsvergadering vóór de aanvang van het zomerreces aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp- begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota in de laatste raadsvergadering vóór de aanvang van het zomerreces vast.

  • 2.

    In de ontwerpbegroting wordt per programma een post onvoorzien van 0,3% van de totale lasten van het programma opgenomen.

Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3.

    Het college is bevoegd overschrijdingen van de geautoriseerde lasten en onderschrijdingen van de geautoriseerde baten te dekken uit het bedrag voor onvoorzien van het desbetreffende programma.

  • 4.

    Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college in de eerstvolgende raadsvergadering aan de raad gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.

  • 5.

    Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier en de eerste negen maanden van het begrotingsjaar.

  • 2.

    De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en lasten per programma;

    • b.

      het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

    • d.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

    • e.

      het resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c en d, alsmede een realisatie en raming van de productenrealisatie en de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.

  • 3.

    In de tussenrapportage worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 5.000 toegelicht.

3. Financieel beleid

Artikel 6 Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden lineair in 5 jaar afgeschreven.

  • 2.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen groter dan € 10.000 en een looptijd langer dan 10 jaar worden lineair afgeschreven in 10 jaar. Kosten voor het afsluiten van de overige geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3.

    Voor het afschrijven van de materiele vaste activa met economisch nut worden de termijnen gehanteerd zoals vermeld in de bijlage ‘Afschrijvingstermijnen vaste activa’ die onderdeel uitmaakt van deze verordening.

  • 4.

    Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven conform de in de bijlage ‘Afschrijvingstermijnen vaste activa’ vermelde afschrijvingstermijnen.

  • 5.

    Het college kan nadere richtlijnen opstellen omtrent het afschrijvings- en activeringsbeleid. De uitgangspunten in dit artikel zullen hierin verder uitgewerkt worden inclusief de in de bijlage ‘Afschrijvingstermijnen vaste activa’ vermelde afschrijvingstermijnen.

Artikel 6a Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1.

    Voor openstaande vorderingen betreffende:

    • a.

      onroerende zaakbelasting gebruikers;

    • b.

      onroerende zaakbelasting eigenaren;

    • c.

      baatbelasting;

    • d.

      hondenbelasting;

    • e.

      rioolrechten;

    • g.

      en afvalstoffenheffing,

      wordt met uitzondering van individuele vorderingen groter dan € 10.000, een voorziening wegens oninbaarheid gevormd ter grootte van 10% van de openstaande vorderingen ouder dan 12 maanden.

  • 2.

    Voor de overige vorderingen ouder dan 12 maanden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.

Artikel 6b Reserves en voorzieningen

  • 1.

    Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

  • 2.

    Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven het specifieke doel van de reserve en de voeding van de reserve.

  • 3.

    Indien zich 3 jaar geen mutaties voordoen (behoudens rentetoevoeging) zal de bestemmingsreserve vrijvallen. De raad moet aangeven de herbestemming van de vrijgevallen bestemmingsreserve

Artikel 7 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen

Artikel 8 Vaststelling hoogte belastingen, rechten,heffingen en prijzen

  • 1.

    Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolrechten, afvalstoffenheffing, marktgelden, lijkbezorgingsrechten en leges.

  • 2.

    Het college biedt eens in de vier jaar, te beginnen in het jaar 2009 de raad een nota aan met de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende goederen en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte van gronden en erfpachtcanons. De raad stelt de nota vast.

  • 3.

    Het college biedt eens in de vier jaar, te beginnen in het jaar 2009 de raad een nota aan met de kaders voor de prijzen van gemeentelijke diensten anders dan genoemd in het tweede lid. De raad stelt de nota vast.

  • 4.

    De besluiten voor het vaststellen van nieuwe prijzen en het wijzigen van prijzen worden ter kennisneming aan de raad aangeboden.

Artikel 9 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2.

    Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

    • a.

      het uitzetten van overtollige geldmiddelen bij financiële instellingen gebeurt uitsluitend bij financiële instellingen die voldoen aan de desbetreffende bepalingen vermeld in het Treasurystatuut;

    • b.

      overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is;

    • c.

      derivaten worden uitsluitend gebruikt voor het beperken van financiële risico’s;

    • d.

      voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan 1 jaar worden tenminste 2 prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

    • e.

      overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro.

  • 3.

    Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofd van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

3a. Paragrafen

Artikel 9a Lokale heffingen

In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op de mate van kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing

Artikel 9b Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1.

    Het college biedt de raad tenminste eens in de vier jaar, te beginnen in het jaar 2009 een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken. De raad stelt het plan vast.

  • 3.

    Het college biedt de raad tenminste eens in de vier jaar een rioleringsplan aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.

  • 4.

    Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar, te beginnen in het jaar 2009 een (bijgestelde) nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan gebouwen. De raad stelt het plan vast.

Artikel 9c Financiering

In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de schulden met een looptijd korter dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;

  • b.

    de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;

  • c.

    de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende vier jaar;

  • d.

    de rentevisie voor de komende vier jaar.

Artikel 9d Bedrijfsvoering

In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;

  • b.

    de kosten van inhuur derden;

  • c.

    de huisvestingskosten

  • d.

    de automatiseringskosten;

  • e.

    de budgetten voor de raad, de griffie, de rekenkamer en de accountant.

Artikel 9e Verbonden partijen

In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval van elke verbonden partij op:

  • a.

    de naam en vestigingsplaats;

  • b.

    het financieel belang van de gemeente;

  • c.

    de zeggenschap van de gemeente;

Artikel 9f Grondbeleid

  • 1.

    In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

    • a.

      de verwerving van gronden;

    • b.

      de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten.

  • 2.

    Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar, te beginnen in het jaar 2009 een (bijgestelde) nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan

    • a.

      de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    • b.

      te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • c.

      de verwerving en uitgifte van gronden;

    • d.

      de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van gronden;

    • e.

      de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.

Artikel 9g Subsidies

In de paragraaf subsidies bij de begroting en de jaarstukken geeft het college in ieder geval een overzicht van de subsidies aan instellingen en ondernemingen.

4. Financieel beheer en interne controle

Artikel 10 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 11 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 12 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

5. Financiële organisatie

Artikel 13 Financiële organisatie

  • 1.

    Het college zorgt voor en legt vast:

    • a.

      een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    • c.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    • d.

      de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

    • e.

      de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

Artikel 13a Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Artikel 13b Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.

6. Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2008. De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in de plaats van de ‘Financiële verordening gemeente Onderbanken’, vastgesteld door de raad op 11 december 2003.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam ‘Financiële verordening Gemeente Onderbanken 2008’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 27 maart 2008.

de burgemeester

de griffier

Bijlage 1 Afschrijvingstermijnen vaste activa

Versie: 23-01-2008

Bijlage 1 Afschrijvingstermijnen vaste activa

Groep en omschrijving activa

Termijn (jaren)

Categorie

 

 

 

1. Gronden en terreinen

 

 

 

 

 

Erfpachtgronden

-

E

Grond

-

E

Sportveld (terrein - bijv. deklaag, verharding etc. )

25

E

Sportveld (terrein - onderlaag kunstgrasmat)

25

E

Woonwagenterrein (inrichting terrein)

25

E

 

 

 

Maatschappelijk

 

 

Openbaar groen

20

M

 

 

 

2. Woonruimten

 

 

 

 

 

Woning (steen)

0

E

Woonwagen

15

E

 

 

 

3. Gebouwen

 

 

 

 

 

Gebouw (nieuwbouw - steen)

40

E

Gebouw (nieuwbouw - niet steen)

20

E

Gebouw (prefab)

15

E

Loods/opslagplaats

20

E

Noodlokaal (prefab)

10

E

Remise (brandweer)

40

E

Renovatie schoolgebouwen

20

E

Renovatie sport-accommodaties

25

E

Rijwielstalling (hout/prefab)

10

E

Rijwielstalling (steen/staal)

20

E

Werkplaats

15

E

Gemalen (steen/staal)

25

E

 

 

 

4. Grond- weg- en waterbouwkundige werken

 

 

 

 

 

Hefinstallatie beweegbare bruggen

20

E

Kademuur

40

E

Riolering

40

E

Riolering

40

E

Rioolsysteem

40

E

Uitgaven op gevoteerde investeringen voor rioleringswerken vóór 2007 worden in 60 jaar afgeschreven

Straatmeubilair

10

E

 

 

 

Maatschappelijk

 

 

Bruggen (beton/staal)

25

M

Bruggen (hout)

15

M

Duikers

25

M

Wegen

 

 

Verkeersstraten:

 

 

- asfalt

25

M

- klinkers

25

M

- tegels

25

M

Woonstraten:

 

 

- asfalt

25

M

- klinkers

25

M

- tegels

25

M

 

 

 

5. Vervoermiddelen

 

 

 

 

 

Aanhangwagen

10

E

Actiewagen GEN/CIV

8

E

Bedrijfsauto

5

E

Fiets

5

E

Personenauto

5

E

Schaftwagen

10

E

Scooter

4

E

Tractor - klein

6

E

Tractor - groot

8

E

Vorkheftruck

8

E

Vrachtwagen

8

E

 

 

 

Brandweer:

 

 

Blusvoertuig

12

E

Haakarmvoertuig

12

E

Hoogwerker

12

E

Laddervoertuig

12

E

Manschappenvoertuig

12

E

 

 

 

6. Machines, apparaten en installaties

 

 

 

 

 

Aggregaat

10

E

Beregeningsinstallatie

10

E

Bewegwijzeringsysteem

15

E

Bladblazer

10

E

Bosmaaier

10

E

Brandbeveiligingsvoorziening

20

E

CV- en warmwaterinstallatie

10

E

Electronische beveiligingsinstallatie

5

E

Freesmachine

5

E

Graflift

10

E

Grasmaaier (Cyclo/klepel)

5

E

Grondwals (landrol/waterrol)

15

E

Hogedrukreiniger

5

E

Lichtinstallatie (veldverlichting)

15

E

Liftinstallatie

20

E

Luchtbehandelingsinstallatie (airco)

25

E

Maaimachine

5

E

Opzetstrooier

8

E

Overige elektrische installaties

10

E

Parkeermeter, parkeerautomaat

10

E

Ploeg (land/sneeuw)

15

E

Rijplaten

10

E

Stemmachines

10

E

Transportband

10

E

Versnipperaar

6

E

Verticuteermachine

8

E

Wegenschaaf

15

E

Zonwering

20

E

 

 

 

Maatschappelijk

 

 

Lichtmast, armatuur (openbare verlichting)

20

M

Verkeersregelinstallatie

10

M

 

 

 

Automatisering - hardware

 

 

Actieve netwerkcomponenten

5

E

Beeldscherm

5

E

Computer (PC)

5

E

Kabelgoten, contactdozen, bekabeling

8

E

Printer

5

E

 

 

 

Brandweer:

 

 

Ademhalingsapparatuur

7

E

Blusstoffen

5

E

Blustoestellen

7

E

Communicatie apparatuur

10

E

Duikapparatuur

7

E

Gereedschap

7

E

Handlampen

5

E

Hulpverleningsmateriaal

7

E

Inrichting ruimtes

10

E

Kleding

3

E

Kranen/lieren

10

E

Meetapparatuur

5

E

Motoren

5

E

Persluchtapparatuur

10

E

Persluchtgelaatstukken

10

E

Slangen

10

E

 

 

 

7. Overige materiële activa

 

 

 

 

 

Archiefsysteem

5

E

Bureaustoelen

10

E

Hekwerk, afrastering, ballenvangers

25

E

Inrichting school (primair)

10

E

Inventaris (divers)

10

E

Kantoorinventaris

10

E

Kunstatletiekbaan

25

E

Kunstgrasveld

15

E

Muziekinstrumenten

10

E

Speelwerktuig

10

E

Stroomkasten - markt

10

E

Verlichting - binnen

15

E

Verlichting - buiten

25

E

Voorlichting- / instructiemateriaal

5

E

Wijkcontainer

20

E

 

 

 

Maatschappelijk

 

 

Oeverbescherming

20

M

 

 

 

Automatisering - software:

 

 

Software

5

E

 

 

 

Financiële vaste activa

 

 

 

 

 

Bijdrage aan derden

Afschrijvingstermijn dient te worden bepaald als was het actief waarvoor de bijdrage is verstrekt in het bezit van de gemeente. Zie bovenvermelde afschrijvingstermijnen

 

 

 

 

Immateriële vaste activa

 

 

 

 

 

Kosten onderzoek en ontwikkeling

maximaal 5 jaar

 

 

 

 

Toelichting

De VNG heeft twee varianten uitgewerkt voor het opstellen van de financiële verordening. Een aantal passages die in de varianten zijn vermeld kunnen naar behoeve door de gemeente worden toegepast. Betreffende passages zijn in de voorliggende verordening omkaderd. In het vervolg van deze nota wordt toegelicht waarom ervoor is gekozen om de passages op te nemen.

Artikel 2a Planning en controlcyclus

Het overzicht is bij wijze van spreken het spoorboekje voor de raad en het college voor de financiële jaarplanning.

Artikel 3 lid 4 Opnemen van een paragraaf subsidies

De paragraaf bevat tenminste een overzicht van verstrekte en de te verstrekken subsidies aan verenigingen en aan professionele instellingen.

Artikel 3a lid 1 Kaders ontwerp begroting

In de nota zijn vastgelegd de hoofdlijnen voor het beleid en de financiële kaders voor de komende jaren. De kaders geven richting aan het college voor het opstellen van de ontwerpbegroting en de meerjaren raming.

Artikel 3a lid 2 Post onvoorzien per programma

Het college kan hierdoor kleine begrotingsoverschrijdingen op de geautoriseerde budgetten opvangen zonder daarvoor eerst naar de raad te moeten.

Artikel 4 lid 3 Dekken over- en onderschrijdingen uit post onvoorzien

Het college kan uit de post onvoorzien kleine begrotingsoverschrijdingen op de geautoriseerde budgetten opvangen zonder daarvoor eerst naar de raad te moeten.

Artikel 5 lid 1 Tussentijdse rapportage

In verband met de planning van de werkzaamheden en zorg te dragen voor een optimale spreiding gaat de voorkeur uit naar een tussentijdse rapportage over de eerste vier maanden en een tussentijdse rapportage over de eerste negen maanden. De raad wordt middels de eerste tussenrapportage vóór de zomervakantie geïnformeerd.

Artikel 6a lid 1 Openstaande vorderingen en vormen van een voorziening oninbaarheid

Op die manier worden mogelijk te verwachten risico’s afgedekt, gebaseerd op ervaringscijfers.

Artikel 6a lid 2 Vormen voorziening oninbaarheid

Uit de praktijk blijkt dat na 12 maanden beter kan worden beoordeeld of een vordering oninbaar is.

Artikel 6b Nota reserves en voorzieningen

Met het vaststellen van de nota reserves en voorzieningen stelt de raad de kaders vast voor de vorming en instandhouding van reserves en voorzieningen. Voor een investeringsvoornemen kan de raad een bestemmingsreserve vormen. Een deel van de algemene reserve wordt hiervoor afgezonderd. Hiermee wordt op de balans van de gemeente tot uitdrukking gebracht dat een toekomstige investering een beslag op het eigen vermogen gaat leggen. In het tweede lid zijn de voorwaarden voor een voorstel voor een dergelijke bestemmingsreserve opgenomen. Investeringsvoornemens leiden niet altijd tot investeringen.

Er bestaat het gevaar dat bestemmingsreserves op de balans blijven staan waar tegenover in het geheel geen investeringsvoornemen meer bestaan. Door bij het instellen van een bestemmingsreserve een maximale “houdbaarheidsdatum” voor bestemmingsreserves op te nemen kan dit worden voorkomen. Hiervoor moet wel in de verordening de bepaling worden opgenomen dat bestemmingsreserves die de houdbaarheidsdatum hebben overschreden vervallen. De raad geeft aan op welke wijze de vrijgevallen middelen worden bestemd (lid 3). In de huidige nota reserves en voorzieningen die in 2005 is opgesteld is een soortgelijke passage opgenomen met betrekking tot het beëindigen van een bestemmingsreserve.

Artikel 9 Financieringsfunctie

De financieringsfunctie wordt geregeld in het periodiek door de raad vast te stellen Treasurystatuut.

De financieringsfunctie (‘treasury’) is een belangrijk onderdeel van het middelenbeheer. Gezien de kwetsbaarheid van deze functie bevat artikel 212 Gemeentewet de expliciete bepaling, dat de verordening hierover regels voor het beleid en de organisatie bevat.

Om praktische redenen is er voor gekozen om de regels ten aanzien van de algemene doelstellingen

en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie alsmede de administratieve organisatie van de financieringsfunctie , daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening te regelen in het periodiek door de raad vast te stellen Treasurystatuut.

Artikel 9a Paragraaf lokale heffingen

In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 10 welke informatie de paragraaf lokale heffingen in elk geval moet bevatten.

Artikel 9b Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen

In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 12 welke informatie de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen in elk geval moet bevatten.

De navolgende leden bevatten de bepaling dat het college tenminste eens in de vier jaar de raad onderhoudsplannen aanbiedt over het onderhoud openbare ruimte, het onderhoud riolering en het onderhoud gebouwen. Hiermee kan de raad de kaders voor het toekomstig onderhoudsniveau vaststellen.

Artikel 9c Paragraaf Financiering

In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 13 welke informatie de paragraaf Financiering in elk geval moet bevatten.

Artikel 9d Paragraaf bedrijfsvoering

In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 14 welke informatie de paragraaf Bedrijfsvoering in elk geval moet bevatten.

Artikel 9e Paragraaf verbonden partijen

In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 15 welke informatie de paragraaf Verbonden partijen in elk geval moet bevatten.

Artikel 9f Paragraaf grondbeleid

In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 16 welke informatie de paragraaf Grondbeleid in elk geval moet bevatten.

Artikel 9g Paragraaf subsidies

Artikel 3 bepaalt dat bij de begroting en de jaarstukken een paragraaf subsidies wordt opgenomen. Artikel 9g definieert welke informatie deze paragraaf in elk geval moet bevatten.

Artikel 13a Inkoop en aanbesteding

Artikel 13a draagt het college op een inkoopreglement op te stellen. Bij een inkoopreglement kan men denken aan bijvoorbeeld het uitvaardigen van de regel dat de afdelingen hun buro-artikelen moeten inkopen bij de leverancier bij wie de gemeente een raamcontract heeft afgesloten. De regels in een dergelijk inkoopreglement moeten natuurlijk wel Europa-proof zijn. Europese aanbestedingsregels maar ook nationale aanbestedingsregels moeten worden nageleefd en vormen het kader waarbinnen een dergelijk inkoopreglement moet worden opgesteld.

Artikel 13b Subsidieverstrekking en steunverlening

Voor de steunverlening en subsidieverstrekking aan ondernemingen en instellingen zijn de Europese staatssteunregels (artikel 87, 88 en 89 EG-verdrag), de Europese regels voor diensten van algemeen economisch belang (artikel 86 EG-verdrag), de regels uit de Algemene Wet Bestuursrecht en de eigen subsidieverordening van de gemeente van toepassing. Het artikel stelt dat het college beheersmaatregelen neemt, die er voor zorgen dat deze regelgeving wordt nageleefd.