Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Verordening op de bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs Hoorn en omstreken

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs Hoorn en omstreken
CiteertitelVerordening op de bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs Hoorn en omstreken
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp001 bestuursondersteuning

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

520A

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op voortgezet onderwijs
  2. Gemeentewet, art. 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-03-200212-08-2010art. 7

12-02-2002

Gemeenteblad 2002=07a

2002 02.00179
05-06-1998art. 4

17-03-1998

Gemeenteblad 1998=05c

1998 98.02395
01-08-1994nieuwe regeling

15-03-1994

Gemeenteblad 1994=06c

1994 94.31049

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs Hoorn en omstreken

 

 

INSTELLING

Artikel 1

Er wordt ingesteld een bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs Hoorn en Omstreken die het bevoegd gezag is van de openbare brede scholengemeenschap Hoorn/Medemblik/Edam.

ALGEMEEN

Artikel 2

In deze verordening worden verstaan onder:

  • a.

    De raad:de gemeenteraad van de gemeente Hoorn;

  • b.

    Het college:het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn;

  • c.

    De commissie:de bestuurscommissie voortgezet onderwijs Hoorn en omstreken ingesteld op grond van artikel 82 van de Gemeentewet;

  • d.

    School:de openbare brede scholengemeenschap Hoorn/Medemblik/Edam.

TAAK EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 3
  • 1

    De commissie heeft tot taak alle bevoegdheden uit te oefenen die een bevoegd gezag op grond van de Wet op het voortgezet onderwijs toekomen met uitzondering van:

    • a

      het vaststellen van begrotingen en/of wijzigingen daarop en meerjarenbegrotingen en/of wijzigingen daarop;

    • b

      het voorlopig vaststellen van de rekeningen;

    • c

      de bevoegdheid tot het kopen, ruilen, vervreemden, verpanden en bezwaren van onroerend goed;

    • d

      de bevoegdheid tot het aangaan van geldleningen en het aanvaarden van de aan de school gemaakte erfstellingen of legaten of gedane schenkingen onder bezwarende titel;

    • e

      de bevoegdheid tot verandering van de grondslag van de school.

  • 2

    De commissie is uitsluitend bevoegd contractactiviteiten, zoals bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, uit te voeren op kostendekkende basis.

  • 3

    De commissie is bevoegd om taken en bevoegdheden te mandateren aan de centrale direktie. Indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, stelt de commissie een reglement vast waarin de gemandateerde taken en bevoegdheden worden omschreven alsmede de richtlijnen voor de uitoefening van die taken en bevoegdheden.

  • 4

    De commissie is bevoegd tot het geven van betalingsopdrachten.

  • 5

    De commissie zal de gebouwen onderhouden op basis van een door of namens de commissie op te stellen meerjarenonderhoudsplanning.

  • 6

    Het indienen van verzoeken tot omzetting, splitsing en/of verplaatsing, alsmede opheffing van de voorzieningen geschiedt alleen met voorafgaande goedkeuring van de raad.

  • 7

    De commissie is voorts bevoegd de raad of het college gevraagd of ongevraagd te adviseren over alle aangelegenheden in verband met haar taak.

SAMENSTELLING

Artikel 4
  • 1.

    De commissie bestaat uit zeven leden.

  • 2.

    Deze leden worden door de raad benoemd waarbij de leden aangezocht worden op basis van een spreiding van de volgende deskundigheden: financiën, personeel, inhoudelijk zowel v.b.o. als a.v.o., juridisch en technisch.

  • 3.

    Bij de benoeming van de bestuursleden zal rekening worden gehouden met het wervingsgebied van de school; de colleges van burgemeester en wethouders van Edam/Volendam en Medemblik kunnen hiertoe een aanbeveling doen.

  • 4.

    De medezeggenschapsraad wordt in staat gesteld een aanbeveling te doen voor de benoeming van vier bestuursleden.

  • 5.

    De bestuurscommissie wordt in staat gesteld een aanbeveling te doen voor de benoeming van een bestuurslid.

  • 6.

    In het geval dat een of meerdere instanties geen of onvolledig gebruik maakt dan wel maken van de bevoegdheid om een of meerdere aanbevelingen te doen, dan gaat die bevoegdheid over naar de bestuurscommissie.

  • 7.

    De bestuurscommissie wordt in staat gesteld advies uit te brengen over alle aanbevelingen. Het advies komt tot stand door de aanbevelingen te relateren aan het door de bestuurscommissie vastgestelde profiel voor het bestuur van het Atlas College.

Artikel 5

Voor de eerste zittingsperiode van de commissie worden de leden door de raad benoemd, waarvan:

  • a.

    één lid op voordracht van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik;

  • b.

    één lid op voordracht van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam/Volendam;

  • c.

    één lid op voordracht van het bestuur van de Technische School voor Hoorn en Omstreken

  • d.

    drie leden op aanbeveling van het college;

  • e.

    één lid op aanbeveling van het college die als onafhankelijk voorzitter zal fungeren.

Zo mogelijk wordt ook bij de benoeming van de commissie voor de eerste zittingsperiode rekening gehouden met de in artikel 4 genoemde deskundigheden.

Artikel 6
  • 1.

    Personen werkzaam aan de school kunnen geen lid van de commissie zijn.

  • 2.

    Op de leden van de commissie is artikel 15 van de Gemeentewet omtrent de verboden handelingen van overeenkomstige toepassing. Het lid van de commissie dat in strijd met deze bepaling handelt, kan in zijn betrekking worden geschorst door de commissie. Omtrent het handhaven of opheffen van de schorsing en het op deze grond verlenen van ontslag aan een lid beslist de raad, na het betreffende lid en de commissie gehoord te hebben.

ZITTINGSDUUR

Artikel 7
  • 1

    De leden van de commissie worden voor vier jaar benoemd. Een lid kan na afloop van zijn zittingsperiode terstond, maar maximaal éénmaal worden herbenoemd.

  • 2

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

    • a

      het eindigen van een periode waarvoor een lid is benoemd;

    • b

      het verlies van de hoedanigheid op grond waarvan men is benoemd;

    • c

      verklaring in staat van faillissement;

    • d

      verlening van surseance van betaling;

    • e

      ondercuratelestelling;

    • f

      ontslagverlening door de raad bij toepassing van artikel 6, lid 2;

    • g

      ontslagverlening door de raad bij het ontbreken van vertrouwen bij de raad;

    • h

      op eigen verzoek;

    • i

      overlijden.

  • 3

    In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien overeenkomstig hetgeen in deze verordening is bepaald omtrent benoeming.

  • 4

    Behoudens het geval dat de raad tot ontslagverlening is overgegaan en bij overlijden, blijven de leden hun functie vervullen totdat hun opvolgers zijn benoemd.

  • 5

    Als overgangsregeling voor de zittende leden geldt, dat hun lidmaatschap maximaal 8 jaar bedraagt. Indien nodig kunnen zij daartoe tweemaal worden herbenoemd.

VOORZITTER/SECRETARIS/PENNINGMEESTER

Artikel 8
  • 1.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter. Bij verhindering of afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de daartoe door de commissie uit haar midden gekozen plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering van de commissie en is bevoegd om wanneer die orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, hen die dit doen, of alle toehoorders, te laten vertrekken.

  • 3.

    De voorzitter draagt zorg voor het opstellen van de agenda voor de vergaderingen en de voorbereiding en uitvoering van besluiten van de commissie.

  • 4.

    De voorzitter tekent alle stukken die van de commissie uitgaan.

  • 5.

    De voorzitter vertegenwoordigt de commissie in en buiten rechte.

  • 6.

    De voorzitter kan de in het vijfde lid bedoelde vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.

Artikel 9
  • 1.

    De commissie benoemt uit haar midden een secretaris en penningmeester.

  • 2.

    Alle stukken die uitgaan van de commissie worden door de secretaris mede ondertekend.

VERGOEDINGEN

Artikel 10
  • 1.

    De leden van de commissie kunnen voor het bijwonen van vergaderingen en ter bestrijding van bepaalde reis- en verblijfkosten een vergoeding genieten.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt door de raad bij verordening vastgesteld.

WERKWIJZE

Artikel 11
  • 1.

    De commissie vergadert tenminst vier keer per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter danwel tenminste twee leden van de commissie nodig wordt geoordeeld.

  • 2.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste vijf dagen voor de dag der vergadering aan de leden worden toegezonden.

  • 3.

    Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen met uitzondering van de in artikel 15 bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

  • 4.

    Elk lid van de commissie is bevoegd om in een naar zijn oordeel spoedeisend geval ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen.

  • 5.

    De commissie beslist of, en zo ja in hoeverre aan een voorstel als bedoeld in het derde lid gevolg wordt gegeven.

  • 6.

    De vergaderingen van de commissie kunnen worden bijgewoond door de centrale direktie. Deze heeft in de vergaderingen een adviserende stem. De vergaderingen kunnen tevens worden bijgewoond door andere deskundigen.

Artikel 12
  • 1.

    De vergadering vindt geen doorgang indien een kwartier na het aangekondigde tijdstip van de vergadering niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2.

    Indien een vergadering op grond van het bepaalde in het eerste lid geen doorgang kan vinden, is de voorzitter bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in artikel 11, lid 2 een nieuwe vergadering te beleggen.

  • 3.

    Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

Artikel 13
  • 1.

    Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 2.

    Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 3.

    Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden een stemming wordt verlangd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 4.

    Indien de stemmen staken over personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden. Staken bij deze stemming de stemmen opnieuw, dan beslist terstond het lot.

  • 5.

    Bij het staken van stemmen over zaken wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt bij herstemming het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

  • 6.

    De leden van de commissie onthouden zich van medestemmen over aangelegenheden die hem rechtstreeks of middelijk persoonlijk aangaan of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.

Artikel 14
  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2.

    Wanneer tenminste twee van de aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt, worden de deuren gesloten. Vervolgens wordt beslist of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3.

    Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag gemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie anders beslist.

Artikel 15
  • 1.

    De commissie kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, die aan haar zijn of worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2.

    De ingevolge van het hieraan voorafgaande lid opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen die bij de behandeling tegenwoordig waren alsmede door hen, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennisnemen, in acht genomen, totdat de commissie de geheimhouding opheft.

  • 3.

    De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken in het voorafgaande lid, voorlopige geheimhouding opleggen. De verplichting tot voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft van de zittende leden tegenwoordig is, door de commissie wordt bekrachtigd.

  • 4.

    Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de raad of het college, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de commissie voorleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.

DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 16
  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste twee leden dit verzoeken.

  • 3.

    De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan slechts besluiten nemen indien tenminste twee leden aanwezig zijn.

  • 5.

    Besluiten kunnen alleen worden genomen bij meerderheid van stemmen.

Artikel 17

Tot de taak van het dagelijks bestuur behoort:

  • a.

    het toezicht op de dagelijkse leiding van de school;

  • b.

    de voorbereiding van vergaderingen van de commissie;

  • c.

    het toepassen van disciplinaire maatregelen en de schorsing als ordemaatregel;

  • d.

    het nemen van alle conservatoire maatregelen en het doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit;

  • e.

    het procederen in eerste aanleg in kort geding en tot voeging in strafzaken als bedoeld in artikel 332 van het Wetboek van Strafvordering;

  • f.

    indien ingevolge wettelijk voorschrift aan de commissie hetzij een recht van beroep hetzij een recht bezwaar te maken toekomt, spoedshalve beroep in te stellen of bezwaar te maken alsmede, voorzover de voorschriften dat toelaten, schorsing van de aangevochten beslissing of een voorlopige voorziening ter zake te verzoeken;

  • g.

    alle andere taken door de commissie aan het dagelijks bestuur opgedragen.

Artikel 18

De leden van het dagelijks bestuur zijn afzonderlijk en tezamen voor het door hen gevoerde bestuur informatie en verantwoording verschuldigd aan de commissie en geven de commissie m.b.t. het gevoerde bestuur alle verlangde inlichtingen.

VERANTWOORDING

Artikel 19
  • 1.

    De commissie is verantwoording verschuldigd aan de raad. Hiertoe verzorgt de commissie jaarlijks een verslag omtrent haar werkzaamheden t.b.v. de raad welk verslag gelijktijdig met de financiële stukken wordt uitgebracht.

  • 2.

    De commissie is verplicht om op verzoek van de raad, hetzij voltallig, hetzij door middel van een vertegenwoordiging, inlichtingen te geven danwel verantwoording af te leggen m.b.t. de uitoefening van haar taak.

OPENBAARMAKING BESLUITEN

Artikel 20

Besluiten van de commissie worden, voor zover niet onder geheimhouding genomen, openbaar gemaakt door het ter inzage te leggen van de besluitenlijst op het gemeentehuis.

FINANCIEN

Artikel 21
  • 1.

    Het financieel beheer van de school berust voor zover niet anders geregeld in deze of andere wettelijke regelingen bij de commissie. Daartoe wordt de commissie door de raad in staat gesteld in ieder geval te beschikken over alle vergoedingen zoals deze door het ministerie van onderwijs en wetenschappen t.b.v. de school beschikbaar worden gesteld.

  • 2.

    De raad stelt met toepassing van artikel 212 van de Gemeentewet regelen vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van de scholengemeenschap.

  • 3.

    De raad stelt met toepassing van artikel 213 van de Gemeentewet regels vast met betrekking tot de controle op de administratie en op het beheer van de vermogenswaarden van de scholengemeenschap.

Artikel 22
  • 1.

    De commissie biedt jaarlijks voor 1 mei een concept van de begroting voor het volgende jaar met toelichting aan het college aan.

  • 2.

    De commissie biedt jaarlijks voor 1 april een concept van de rekening over het afgelopen jaar met een toelichting aan het college aan.

  • 3.

    De door de commissie ingediende voorstellen worden ongewijzigd door het college overgenomen, tenzij deze naar het oordeel van het college in strijd zijn met het recht, het algemeen of het financieel belang van de gemeente. Van de gang van zaken doet het college verslag bij de aanbieding van de financiële stukken aan de raad.

WIJZIGING OF INTREKKING VAN DE VERORDENING

Artikel 23
  • 1.

    Deze verordening geldt voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    De commissie kan een verzoek tot wijziging of intrekking van deze verordening indienen bij de gemeenteraad.

  • 3.

    In de overige gevallen wordt deze verordening niet eerder gewijzigd dan na overleg met de commissie.

  • 4.

    Een besluit tot intrekking van deze verordening kan niet eerder worden genomen dan na overleg met de commissie

SLOTBEPALINGEN

Artikel 24

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord, overeenkomstig de bepalingen van de Gemeentewet.

Artikel 25

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 1994.