Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hillegom

Aansluitverordening riolering gemeente Hillegom

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHillegom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAansluitverordening riolering gemeente Hillegom
CiteertitelAansluitverordening Riolering Gemeente Hillegom
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpMilieu
Externe bijlageToelichting aansluitverordening riolering

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De verordening heeft terugwerkende kracht tot en met 01-03-2007.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet milieubeheer, art. 10:33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-03-200701-03-2007nieuwe regeling

08-03-2007

De Hillegommer 14-03-2007

06-117

Tekst van de regeling

Intitulé

Aansluitverordening riolering gemeente Hillegom

De Raad van de gemeente Hillegom;

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van Hillegom van 30 januari 2007;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 10.33 van de Wet milieubeheer;

Gelet op de Algemene Wet bestuursrecht;

besluit:

Vast te stellen de Aansluitverordening riolering gemeente Hillegom.

 

Afdeling 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Erfscheiding: de denkbeeldige lijn tussen de openbare weg en de particuliere gebruiksgrens.

b. Erfscheidingsput: een controleput die dichtbij de erfscheiding ligt.

c. Aansluitleiding: de leiding die het perceel verbindt met het aansluitpunt.

d. Aansluitpunt:

1. bij gemengde en gescheiden stelsels en drainage het punt waar de aansluitleiding op het openbaar riool wordt aangesloten;

2. bij drukriolering het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op de pompput of vacuümput.

e. Aansluitvergunning: de vergunning voor een aansluiting op het openbaar riool of de wijziging van een aansluitleiding.

f. Aanvraagformulier: het bij deze verordening behorende door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen aanvraagformulier voor de vergunning voor een aansluiting op het openbaar riool of de wijziging van een aansluitleiding.

g. Afvalwater: alle water waarvan de houder zich – met het oog op de verwijdering daarvan – ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

h. Bronneringswater: grondwater onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand.

i. Drainagewater: grondwater ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem.

j. Drainage stelsel: het openbaar riool, dat gedeeltelijk bestaat uit buizen met een waterdoorlatende buiswand, voor de afvoer van drainagewater.

k. Drukriolering: het openbaar riool, voor de afvoer van afvalwater exclusief hemelwater, waarbij het transport door het riool plaats vindt door middel van onder- of overdruk.

l. Gemeente: de gemeente Hillegom.

m. Gemengd stelsel: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater, inclusief hemelwater.

n. Gescheiden stelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van het overige afvalwater.

o. Openbaar riool: het gedeelte van de riolering, tot 0 tot 40 meter buiten de perceelsgrens, dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor de inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomende aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.

p. Particulier riool: de binnen de erfgrenzen liggende riolering van het aan te sluiten perceel tot aan het aansluitpunt.

q. Perceelleiding: het riool en voorzieningen die deel uitmaken van dit riool op particulier terrein.

r. Bedrijfsmatige lozingen zijn lozingen die niet afkomstig zijn van een woning of een woningcomplex.

s. Rechthebbende:

1. de eigenaar, de vereniging van eigenaren of de zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden;

2. de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder 1 bedoelde persoon.

t. Richtlijnen: de bij deze verordening behorende door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen nadere regels voor het verkrijgen van een aansluiting of wijziging van een aansluiting op het openbaar riool van de gemeente Hillegom.

u. Tarieven: de door de raad in de legesverordening vast te stellen kosten voor het verkrijgen van een standaard rioolaansluiting of wijziging van een standaard rioolaansluiting op het openbaar riool van de gemeente Hillegom.

v. Tijdelijke aansluiting: een rioolaansluiting die voor een aan te geven periode wordt verleend.

 

Afdeling 2 De aansluiting

Artikel 2 Aansluitvergunning

1. Het is zonder aansluitvergunning van het college van burgemeester en wethouders niet toegestaan een aansluiting op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

2. Het college van burgemeester en wethouders verleent alleen een vergunning voor het tot stand brengen en in stand houden van een aansluiting tussen de aansluitleiding en het openbaar riool:

a. voor de afvoer van afvalwater inclusief hemelwater indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is en/of;

b. voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is en/of;

c. voor de afvoer van hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is en/of;

d. voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater indien ter plaatse riolering onder overdruk en/of onderdruk aanwezig is en/of;

e. voor de afvoer van drainagewater naar het daarvoor bedoelde stelsel indien ter plaatse een drainage stelsel aanwezig is.

f. indien er een erfscheidingsput aanwezig is.

3. Indien meer dan één aansluiting van een aansluitleiding op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

4. In de aansluitvergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

a. het tot stand brengen van de aansluiting;

b. het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de aansluitleiding;

c. sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

d. de periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van Bronneringswater, indien het een tijdelijke aansluiting betreft;

e. de kwantiteit van het af te voeren proceswater.

5. Indien de rechthebbende binnen een jaar na verlening geen gebruik heeft gemaakt van de aansluitvergunning kan het college van burgemeester en wethouders een besluit nemen om de aansluitvergunning in te trekken.

 

Artikel 3 Het verkrijgen van een aansluitvergunning

 

Artikel 3a Huishoudelijke lozingen

1. De aanvraag om een aansluitvergunning wordt schriftelijk met behulp van een daartoe bestemd aanvraagformulier, bij het college van burgemeester en wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten dan wel aangesloten perceel.

2. Bij een aanvraag om een aansluitvergunning dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden vermeld:

a. de naam en het adres van de rechthebbende;

b. de ligging van het aan te sluiten dan wel aangesloten perceel aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel en een situatieschets 1:1000 of grotere schaal;

c. de hoeveelheid van het af te voeren afvalwater, en of er regenwater, drainagewater of Bronneringswater zal worden afgevoerd;

d. van het aan te sluiten of te wijzigen riool van woningcorporaties ten minste de volgende gegevens:

1. het leidingverloop en de dimensies van de leidingen;

2. de hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;

3. het toe te passen duidelijke verschil in kleur of symbolen tussen afvalwater, hemelwater en drainageafvoerleidingen;

4. de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd.

e. de aanvraag moet voorzien zijn van een dagtekening.

3. Indien de gegevens zoals bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in een voor het perceel afgegeven bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij de aanvraag worden volstaan met een verwijzing naar die vergunning.

4. Over een vergunning om een aansluiting tot stand te brengen of te wijzigen wordt pas beslist nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens in het bezit van de gemeente zijn. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover binnen 6 weken geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens alsnog aan te vullen.

 

Artikel 3b Bedrijfsmatige lozingen

1. Alle leden onder artikel 3a zijn van toepassing.

2. Als de lozing niet alleen huishoudelijk afvalwater betreft geeft aanvrager aan wat de aard en de hoeveelheid van het af te voeren afvalwater is.

3. De aanvrager van het aan te sluiten of te wijzigen bedrijfsmatig riool dient ten minste de volgende gegevens te verstrekken:

1. het leidingverloop en de dimensies van de leidingen;

2. de hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;

3. het toe te passen duidelijke verschil in kleur of symbolen tussen afvalwater, hemelwater en drainageafvoerleidingen.

4. Het college van burgemeester en wethouders kan voor incidentele en eenmalige lozingen een vergunning verlenen indien aan de volgende vereisten wordt voldaan:

b. de lozing niet in strijd is met voorschriften, vergunningen en verordeningen van andere instanties en overheden;

c. de lozing de doelmatige werking van de riolering niet verstoort;

d. de lozing geen overstorting van water uit het openbare riool op oppervlaktewater veroorzaakt;

5. Als voor de lozing waarvoor de aanvraag is bedoeld reeds een milieuvergunning, lozingsvergunning of een andere vergunning is verleend door de gemeente of door een andere overheid moet de aanvrager de vergunningsvoorwaarden overleggen.

6. Het college van burgemeester en wethouders kan voor incidentele lozingen aanvullende eisen en voorzieningen voorschrijven ten behoeve van het zekerstellen en monitoren van eisen genoemd in artikel 3 lid 6.

7. Het college van burgemeester en wethouders verleent mandaat aan de beheerder buitenruimte om verzoeken om incidentele en eenmalige lozingen af te handelen.

 

Artikel 4 Het verlenen van de aansluitvergunning

1. Het college van burgemeester en wethouders besluit binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag.

2. In afwijking van het eerste lid houdt het college van burgemeester en wethouders de beslissing omtrent de aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren terwijl:

a. voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een bouwvergunning krachtens artikel 40 Woningwet;

b. er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet Milieubeheer.

3. Rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht van de aanhouding.

4. Na de verlening van de in lid 2 onder sub a en b bedoelde vergunningen, neemt het college van burgemeester en wethouders binnen 8 weken een besluit op de aanvraag.

 

Artikel 5 Het weigeren van de aansluitvergunning

1. Een aansluitvergunning kan worden geweigerd indien niet wordt voldaan aan de eisen gesteld in artikel 3, of indien de aansluiting vanwege juridische redenen, technische redenen op grond van het Bouwbesluit en de Bouwverordening gemeente Hillegom of milieuhygiënische redenen op grond van de Wet milieubeheer bezwaarlijk is.

2. Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

a. de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool, vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding;

b. de bovenzijde van een lozingstoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van terugslagklep wordt aangesloten;

c. de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is;

d. de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

e. het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

f. het lozing van niet verontreinigd drainagewater betreft;

g. de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd:

h. een bouwvergunning of een Wet milieubeheervergunning voor het aan te sluiten perceel is geweigerd.

3. Een weigering om een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij het college van burgemeester en wethouders de nadere eisen aangeeft waaraan moet worden voldaan om voor een aansluitvergunning in aanmerking te komen. Het voldoen aan de nadere eisen geschiedt binnen een door het college van burgemeester en wethouders gestelde termijn. Bij het niet voldoen aan de nadere eisen dan wel na het verstrijken van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde termijn zal door middel van bestuursdwang op grond van artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht de voorziening alsnog worden getroffen. De kosten worden verhaald op aanvrager.

 

Afdeling 3 De aansluitleiding

Artikel 6 Het verzoek tot aanleg of wijziging van een aansluitleiding

1. Een rechthebbende van een perceel aan wie een aansluitvergunning is verleend kan de gemeente tevens verzoeken een aansluitleiding aan te leggen of een wijziging van een aansluitleiding uit te voeren. De rechthebbende dient daarvoor een schriftelijk verzoek door middel van een daartoe bestemd aanvraagformulier in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders.

2. De aansluiting mag slechts plaats vinden als de aan te sluiten particuliere afvoerleiding voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

 

Artikel 7 Uitvoering aanleg of wijziging van een aansluitleiding

1. De uitvoering van de aanleg van een aansluitleiding, inclusief de aansluiting op het openbaar riool, vindt niet plaats anders dan door of namens de gemeente.

2. In afwijking van lid 1, kan het college van burgemeester en wethouders na overleg met de rechthebbende besluiten dat de rechthebbende zelf de aansluiting uitvoert. Dit wordt aan de rechthebbende schriftelijk medegedeeld. De rechthebbende onttrekt het aansluitpunt na melding aan het college van burgemeester en wethouders dat de aansluiting is uitgevoerd, gedurende drie werkdagen niet aan het zicht.

3. De aansluiting van de aansluitleiding op de perceelleiding vindt slechts plaats, als de perceelleiding voldoet aan de daaraan op grond van het Bouwbesluit of de Bouwverordening gemeente Hillegom te stellen eisen.

 

Artikel 8 Kosten voor het aansluiten op het openbaar riool

1. Voor de aansluiting op het openbaar riool is de aanvrager, voor zover dit redelijk is, de kosten voor de eventuele aanleg van een nieuw openbaar riool, het aansluiten op het openbaar riool en de aanleg of wijziging van de aansluitleiding aan de gemeente verschuldigd.

2. Het college van burgemeester en wethouders stelt de kosten van de aansluiting en eventueel nog aan te brengen aansluitleiding van het perceel vast.

3. Indien de kosten voor de aanleg van het openbaar riool, het aansluiten op het openbaar riool en de aanleg of wijziging van de aansluitleiding reeds zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, worden geen kosten in rekening gebracht.

 

Afdeling 4 Onderhoud

Artikel 9 Onderhoud, renovatie en vervanging

1. Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de aansluitleiding van het perceel wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.

2. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

a. het via deze aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de aansluitleiding of het openbaar riool veroorzaken;

b. het via deze aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de aansluitleiding aantasten.

3. De kosten voor het onderhoud van het particulier riool komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool.

4. Onder renovatie wordt tevens begrepen het aanpassen van de aansluitleiding van het perceel ten gevolge van een wijziging van het openbaar riool.

 

Artikel 10 Calamiteiten

1. Bij een verstopping of andere storing in het riool graaft de rechthebbende de erfscheidingsput op en onderzoekt of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool of in de aansluitleiding van het perceel.

De locatie van de erfscheidingsput is bij de gemeente op te vragen. Als er water in de erfscheidingsput staat zit de verstopping in het openbaar riool. Als er geen water in de erfscheidingsput staat zit de verstopping in het particuliere riool.

2. Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing in de aansluitleiding van het perceel of van een verstopping of storing als gevolg van inspoeling vanuit het openbaar riool, neemt de rechthebbende of de gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden.

Indien de rechthebbende of de gebruiker, zonder expliciete voorafgaande toestemming van de gemeente, zelf aan een derde opdracht geeft tot het verrichten van werkzaamheden, komen de kosten daarvan voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.

3. Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing zelf te verhelpen.

4. Indien bij of na het verrichten van de in lid 2 bedoelde werkzaamheden door de gemeente blijkt dat de kosten van deze werkzaamheden op grond van artikel 10 voor rekening van de rechthebbende of gebruiker behoren te zijn, worden de door de gemeente gemaakte kosten bij de vergunninghouder in rekening gebracht.

 

Afdeling 5 Verwijdering aansluitleiding, sloop

Artikel 11 Zorgplicht

1. Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool worden getroffen dat verzanding van het openbaar riool en de aansluitleiding wordt voorkomen.

2. Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden niet voldoet aan de in het eerste lid omschreven zorgplicht, heeft de gemeente de bevoegdheid de aansluiting op het openbaar riool af te sluiten en de hieraan verbonden kosten te verhalen op de rechthebbende.

3. Indien het gebruik van een aansluiting definitief wordt beëindigd, is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan in kennis te stellen.

4. Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt de op de aansluitleiding betrekking hebbende aansluitvergunning ingetrokken, waarna het particuliere riool op kosten van de rechthebbende door de gemeente wordt verwijderd.

 

Afdeling 6 Hardheidsclausule

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

 

Afdeling 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13 Overgangsrecht

1. De aanvragen tot aansluiting en aanleg of wijziging van een aansluitleiding, die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, vallen onder de bepalingen van deze verordening.

2. Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan toe geldende regelgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdeling V en afdeling VI van deze verordening rechtstreeks van toepassing.

3. Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten vóór de inwerkingtreding van deze verordening tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt gelijktijdig in werking met de bouwverordening gemeente Hillegom inclusief de 11e wijziging.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Aansluitverordening Riolering Gemeente Hillegom.

 

Vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Hillegom van 8 maart 2007.

De voorzitter;

drs. A. Mans

De griffier;

drs. P.M. Hulspas-Jordaan