Organisatie | Hillegom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand ISD Bollenstreek 2009 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren ISD Bollenstreek 2009. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Externe bijlagen | Toelichting op de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren ISD Bollenstreek 2009 Algemene toelichting Wet aanscherping Wwb 01-01-2012 |
Op 1 januari 2012 is de Wet aanscherping Wwb inwerking getreden.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | Intrekking | 21-06-2012 Het Witte Weekblad 15-08-2012 | 12-3021 | |
24-12-2009 | 01-10-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 10-12-2009 De Hillegommer 16-12-2009 | 09-766-6 |
De raad van de gemeente Hillegom;
gezien het advies van de Commissie M&B;
Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen (ISD Bollenstreek) d.d. 30-09-2009.
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 36 Wet werk en bijstand, artikel 12, eerste lid, onderdeel a van de Wet investeren in jongeren en de Gemeenschappelijke Regeling ISD Bollenstreek;
Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren ISD Bollenstreek 2009
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek;
b. wet: de Wet werk en bijstand;
c. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
d. WSF 2000: Wet Studiefinanciering;
e. WIJ-norm: de op grond van hoofdstuk 4 van de Wet investeren in jongeren op de jongere van 21 tot 27 jaar van toepassing zijnde norm,vermeerderd of verminderd net de op grond van dat hoofdstuk door het dagelijks bestuur vastgestelde verhoging of verlaging.
1. Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de voor hem geldende bijstandsnorm respectievelijk WIJ norm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.
2. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.
Artikel 3 Hoogte van de toeslag
1. De langdurigheidstoeslag bedraagt:
a. voor gehuwden: 40% van de voor hen geldende norm als bedoeld in artikel 21 sub c van de wet;
b. voor alleenstaande ouders: 40% van de voor hen geldende norm als bedoeld in artikel 21 sub b van de wet verhoogd met de maximale toeslag als bedoeld in artikel 25 lid 2 van de wet;
c. voor alleenstaanden: 40% van de voor hen geldende norm als bedoeld in artikel 21 sub a van de wet verhoogd met de maximale toeslag als bedoeld in artikel 25 lid 2 van de wet;
2. Bij de toepassing van het eerste lid wordt uitgegaan van de norm en (indien van toepassing) de toeslag geldend per 1 januari van het jaar van aanvraag en exclusief vakantietoeslag.
Paragraaf Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012
Artikel 4a Wijziging betekenis begrippen
1. Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, en
‘alleenstaande ouder’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.
2. Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)” of
“gehuwdennorm” hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk “gezinsnorm" bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet.
Artikel 4b Wijziging verwijzingen
1. Waar in deze verordening wordt verwezen naar de “ WIJ-norm” heeft dit begrip vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als het begrip “bijstandsnorm” als bedoeld in artikel 5 aanhef en onder c. van de wet.
2. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel a. van de wet moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen artikel 20, eerste lid, onderdeel b van de wet.
3. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel b. van de wet moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen artikel 20, tweede lid, onderdeel b van de wet.
4. Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel c. van de wet moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen artikel 21, eerste lid van de wet.