Organisatie | Hillegom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren ISD Bollenstreek |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Externe bijlage | Toelichting toeslagenverantwoording WIJ ISD Bollenstreek |
De verordening heeft terugwerkende kracht tot en met 01-10-2009.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2009 | 01-10-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 10-12-2009 De Hillegommer 16-12-2009 | 09-766-3 |
De Raad van de gemeente Hillegom;
gezien het advies van de Commissie M&B;
Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen (ISD Bollenstreek) d.d. 30-09-2009.
Gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (Wij);
gelet op artikel 147, eerste lid, Gemeentewet, de artikelen 12, eerste lid, onderdeel e, en 35, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren en de Gemeenschappelijke Regeling van de ISD Bollenstreek;
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van jongeren van 18 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij verordening te regelen;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
1. Voor zover in deze verordening niet anders gedefinieerd, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht
2. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de Wet investeren in jongeren;
b. gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 28, eerste lid onderdeel d, van de wet
c. dagelijks bestuur ; het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst van de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk , Noordwijkerhout en Teylingen (ISD Bollenstreek).
d. woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, als mede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, Wet werk en bijstand;
1. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;
2. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij onder zakelijke lasten worden verstaan: de rioolrechten, het eigenaarsaandeel van de onroerende-zaakbelasting, de brandverzekering, de opstalverzekering en het eigenaarsaandeel van de waterschapslasten.
Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de norm
1. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de jongere in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;
2. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de jongere die met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft;
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de norm of toeslag
De verlaging bedoeld in artikel 31 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die met één of meer hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.
Artikel 5 Verlaging woonsituatie
De verlaging bedoeld in artikel 32 van de wet bedraagt:
a. 10 procent van de gehuwdennorm indien sprake is van een krakerswoning
b. 10 procent van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.
c. 20 procent van de gehuwdennorm indien het ontbreken van woonkosten een gevolg is van door derden betalen van die woonkosten
Artikel 6 Verlaging schoolverlaters
De verlaging bedoeld in artikel 33 van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm.
Artikel 7 Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar
1. De verlaging bedoeld in artikel 34 van de wet bedraagt
a. 20 procent van de gehuwdennorm indien het een jongere van 21 jaar betreft
b. 10 procent van de gehuwdennorm indien het een jongere van 22 jaar betreft.
2. In afwijking van lid 1 wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 3 toegekende toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de verlaging waartoe toepassing van lid 1 zou leiden
3. De vorige leden zijn niet van toepassing ten aanzien van een jongere op wie artikel 6 van toepassing is.