Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Richtlijnen reserves en voorzieningen Leeuwarden 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingRichtlijnen reserves en voorzieningen Leeuwarden 2011
CiteertitelRichtlijnen reserves en voorzieningen Leeuwarden 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

-

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-07-201101-01-2016Onbekend

19-07-2011

Onbekend

357736

Tekst van de regeling

Artikel 1 Instellen van reserves

  • 1.

    Voorstellen tot het instellen van nieuwe reserves worden lopende het jaar ingediend met een separaat raadsvoorstel.

  • 2.

    Van het bepaalde in lid 1 van dit artikel kan alleen worden afgeweken in het kader van besluitvorming over begroting of resultaatbestemming bij de jaarrekening.

  • 3.

    In het raadsvoorstel wordt toegelicht wat het doel van de reserve is, waarom een afzonderlijke reserve noodzakelijk is en wat de bandbreedte van de reserve is.

  • 4.

    Het oormerken van gelden voor specifieke beleidsdoeleinden door reservevorming is alleen toegestaan voor uitgaven met een incidenteel karakter.

Artikel 2 Algemene reserve

  • 1.

    De Algemene Reserve wordt uitsluitend bestemd voor verrekening van begroting- en rekeningresultaten (na eventuele bestemming), het verrekenen van vermogensresultaten en het dekken van kosten voortvloeiende uit algemene niet te kwantificeren risico’s.

  • 2.

    Indien er nog geen zekerheid bestaat over de hardheid en de hoogte van het risico wordt in geval van risico’s van materieel belang per risico een afzonderlijke bestemmingsreserve gevormd.

  • 3.

    Voor bijzondere reeds te kwantificeren risico’s van materieel belang worden afzonderlijke voorzieningen gevormd.

  • 4.

    De stand van de Algemene Reserve mag niet dalen onder de door de Gemeenteraad vastgestelde bodemstand.

 

Artikel 3 Reserve afschrijvingen

  • 1.

    Een bijdrage uit een reserve aan een actief met een economisch nut komt niet rechtstreeks ten gunste van het betreffende actief, maar wordt gestort in de ‘Reserve afschrijvingen’.

  • 2.

    Jaarlijks wordt vanuit deze reserve een bijdrage maximaal ter grootte van de afschrijving van het betreffende actief ten gunste van de exploitatie geboekt.

  • 3.

    De bespaarde rente van de ‘Reserve afschrijvingen’ komt ten gunste van de exploitatie.

Artikel 4 Reserve saldo van rekening baten en lasten

  • 1.

    Het rekeningresultaat wordt gestort in de ‘Reserve saldo van rekening baten en lasten’.

  • 2.

    Vanuit deze reserve worden bijdragen verstrekt aan de door Gemeenteraad bepaalde specifieke bestemmingen.

  • 3.

    Het deel van het rekeningresultaat waaraan geen specifieke bestemming is gegeven, wordt overgeboekt naar de Algemene reserve.

Artikel 5 Reserve budgetoverheveling

  • 1.

    Bij het opstellen van de jaarrekening wordt op voorhand gereserveerd:

  • a.    Van andere overheidslichamen ontvangen middelen die weliswaar vrij besteedbaar zijn, maar waarvan op voorhand duidelijk is dat het wenselijk is ze in te zetten voor het doel waarvoor ze door het betreffende overheidslichaam beschikbaar zijn gesteld.

  • b.    Eenmalige middelen met een meerjarig kasritme (niet zijnde investeringskredieten).

  • 2.

    Bij de jaarstukken wordt een specificatie van de samenstelling van de Reserve budgetoverheveling opgenomen.

Artikel 6 Begroting en verantwoording mutaties reserves en voorzieningen

  • 1.

    Mutaties in reserves en voorzieningen worden zoveel mogelijk geraamd op basis van de werkelijk verwachte mutatie in het betreffende dienstjaar.

  • 2.

    Voor de reserves geldt specifiek dat mutaties in de rekening slechts mogen worden verantwoord tot maximaal het bedrag dat door de raad in de begroting is goedgekeurd.

  • 3.

    In afwijking op het gestelde in lid 2 kan de raad besluiten bij bepaalde reserves de mutaties op basis van rekeningsaldi te verantwoorden. Dit geldt in ieder geval voor:

    - de reserve parkeren;

  • – de reserve gemeentelijke samenwerking;

    - de reserve grondexploitatie.

  • 4.

    Mutaties van reserves en voorzieningen worden begroot en verantwoord in het programma waartoe de reserve of voorziening behoort.

  • 5.

    Indien een reserve of voorziening niet functioneel aan een programma kan worden toegeschreven omdat het zwaartepunt van de reserve of voorziening niet bij één programma ligt, wordt de mutatie van de reserve of voorziening begroot en verantwoord in programma 15 ‘Algemene dekkingsmiddelen’.

  • 6.

    Ook in het geval de mutaties in reserves en voorzieningen binnen één programma tot te grote schommelingen leiden, kunnen deze mutaties worden begroot en verantwoord in programma ‘15 Algemene dekkingsmiddelen’.

  •  

Artikel 7 Jaarlijkse beoordeling van reserves

  • 1.

    Jaarlijks worden in ieder geval bij het opstellen van de jaarrekening alle reserves beoordeeld.

  • 2.

    De resultaten van deze beoordeling worden als bijlage bij de jaarstukken gevoegd. Per reserve wordt nagegaan:

  • a.    of deze nog steeds in overeenstemming is met het doel waarvoor deze oorspronkelijk is ingesteld.

  • b.    of de hoogte nog overeenkomt met de gewenste bandbreedte.

  • c.    of er uit de betreffende reserve middelen kunnen vrijvallen.

  • d.    welke belangrijke stortingen en onttrekkingen er in dat jaar zijn geweest.

  • 3.

    Besluitvorming over het afromen, aanvullen of opheffen van bestemmingsreserves, vindt gelijktijdig plaats met de besluitvorming over de vaststelling van de jaarrekening.

  • 4.

    Middelen uit bestemmingsreserves die bij de vaststelling van de jaarrekening worden opgeheven vallen vrij op het moment van de bepaling van de financiële positie ten behoeve van de begroting voor het komende jaar.

Artikel 8 Het instellen en opheffen van voorzieningen

  • 1.

    Besluitvorming over het instellen en opheffen van voorzieningen vindt gelijktijdig plaats met de besluitvorming over de vaststelling van de jaarrekening.

  • 2.

    Mocht blijken dat er in de loop van een jaar een nieuwe voorziening moet worden ingesteld en er binnen het programma waarop deze voorziening betrekking heeft niet voldoende middelen beschikbaar zijn, dan wordt tussentijds een voorstel (inclusief begrotingswijziging) aan de Gemeenteraad ter besluitvorming voorgelegd.

  • 3.

    Nieuw te vormen voorzieningen welke voortvloeien uit een beleidswijziging worden te allen tijde tussentijds (voorzien van een begrotingswijziging) aan de Gemeenteraad ter besluitvorming voorgelegd.

Artikel 9 Jaarlijkse beoordeling van voorzieningen

  • 1.

    Jaarlijks vindt bij het opstellen van de tussenrapportage en bij de jaarrekening een beoordeling plaats van alle voorzieningen;

  • 2.

    De resultaten van deze beoordeling worden als bijlage bij de jaarstukken gevoegd. Per voorziening wordt nagegaan:

  • a.    of deze nog steeds in overeenstemming is met het doel waarvoor deze oorspronkelijk is ingesteld.

  • b.    of de hoogte toereikend is in relatie tot het af te dekken risico.

  • c.    of er uit de betreffende voorziening middelen kunnen vrijvallen ten gunste van het resultaat.

  • d.    welke belangrijke dotaties en uitgaven er in dat jaar zijn geweest.

  • 3.

    Middelen uit voorzieningen waarvan duidelijk is dat deze niet meer noodzakelijk zijn, vallen vrij ten gunste van het resultaat.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na besluitvorming.

Artikel 11 Citeertitel

Deze richtlijnen kunnen worden aangehaald als ‘Richtlijnen reserves en voorzieningen Leeuwarden 2011’.

 

 

 

Leeuwarden, 19 juli 2011

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

 

 

 

 

burgemeester,

 

 

 

secretaris.