Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent rekeningen Verordening op de Commissie voor de Rekeningen |
Citeertitel | Verordening op de Commissie voor de Rekeningen 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting op de Verordening opde commissie voor de rekeningen 2003 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-05-2018 | artikel 2 | 15-05-2018 | RV 18.0035 | ||
07-02-2004 | 15-05-2018 | nieuwe regeling | 20-01-2004 Stadsblad, 06-02-2004 | RV 04.0001 |
Indien een lid verhinderd is een vergadering van de commissie bij te wonen, kan hij zich laten vervangen door zijn vervanger. Hiervan wordt, zo mogelijk, tevoren kennis gegeven aan de voorzitter van de commissie. Degene, die als vervanger optreedt, wordt in de betreffende vergadering geacht lid van de commissie te zijn.
Indien een lid bij verhindering geen gebruik maakt van de mogelijkheid tot vervanging, kan hij voor of bij de aanvang van de vergadering aan de voorzitter schriftelijke opmerkingen doen toekomen, die bij de behandeling van het desbetreffende onderwerp betrokken worden.
De commissie heeft de volgende taken:
a. het verrichten van het onderzoek, bedoeld in de artikelen 197 en 198 van de Gemeentewet, naar de deugdelijkheid -in de zin van juistheid en rechtmatigheid van de rekening van de gemeente. De inhoudelijke controle wordt door de afzonderlijke vakcommissies uitgevoerd;
b. het onderzoek van de gemeentelijke financiële verantwoordingsstukken, mede in relatie met andere verantwoordingsstukken (zoals beleidsrapportages en jaarverslagen) en rapportages van de daartoe aangewezen accountant, ten behoeve van een beoordeling van de doelmatigheid van het door burgemeester en wethouders gevoerde financiële beheer en de daaraan verbonden aspecten van beleid;
c. het op verzoek van de raad verrichten van bijzondere onderzoeken naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur als bedoeld in artikel 155a van de gemeentewet;
De voorzitter draagt zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 10 dagen voor de te houden vergadering aan de leden (en de overige aanwezigen bij commissievergaderingen) worden toegezonden. De oproeping vermeldt plaats, datum en uur van de vergadering, alsmede de agenda. Tegelijk met de verzending van de oproeping vindt openbaarmaking van de op de vergadering betrekking hebbende stukken plaats, met uitzondering van vertrouwelijke stukken.
Indien over een aan de raad of burgemeester en wethouders uit te brengen advies in de zin van artikel 6 lid c zodanig verschil van mening tussen de leden bestaat, dat het nemen van een besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen onmogelijk is, wordt daarvan bericht gezonden aan de raad respectievelijk burgemeester en wethouders, onder opgave van de verschillende standpunten, met vermelding van de namen van de leden die deze standpunten hebben ingenomen.
De vergaderingen van de commissie, die worden belegd ter uitoefening van de in artikel 6, eerste lid, onder a. en b., bedoelde taken zijn openbaar, tenzij financiële of andere zwaarwegende belangen van de gemeente, van gemeentelijk personeel of van derden daardoor ten onrechte zouden worden geschaad, dan wel de waarheidsvinding door de commissie daardoor zou worden belemmerd. De deuren worden gesloten wanneer de voorzitter dat nodig vindt of twee van de overige aanwezige leden dat vragen. De commissie besluit vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
De burgemeester en de leden van de raad, niet deel uitmakende van de commissie, kunnen ook besloten vergaderingen, met uitzondering van de in het derde lid bedoelde vergaderingen, van de commissie als toehoorder bijwonen, tenzij de commissie anders beslist. Zij nemen niet deel aan de beraadslagingen.
De commissie kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, die aan de commissie zijn of worden overgelegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. Zij wordt zowel door degenen die bij de behandeling aanwezig waren, als door hen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft. De geheimhouding geldt ook ten opzichte van de overige leden van de Raad en van de burgemeester, tenzij de commissie uitdrukkelijk anders bepaalt. De over het in de vergadering behandelde of over de inhoud van de aan de commissie overgelegde stukken, waaromtrent geheimhouding is opgelegd, ingelichte leden van de raad en de burgemeester nemen eveneens daaromtrent geheimhouding in acht.
De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken, als in het eerste lid bedoeld, voorlopige geheimhouding opleggen. Hiervan wordt melding gemaakt op de stukken. De voorzitter attendeert de leden van de commissie bij de toezending of overhandiging van de stukken op de geheime status daarvan. De voorlopige geheimhouding vervalt wanneer zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin het ingevolge artikel 8, eerste lid, vereiste aantal leden aanwezig is, door de commissie wordt bekrachtigd.
De voorzitter draagt zorg voor de handhaving van de orde in een vergadering van de commissie en is bevoegd, wanneer de orde op enigerlei wijze door de toehoorders wordt verstoord, hen die dit doen te doen vertrekken.
Bij ernstige ordeverstoring, waardoor naar het oordeel van de voorzitter het houden van de vergadering ernstig wordt belemmerd, kan de voorzitter zo nodig alle personen die geen lid zijn van de commissie doen vertrekken.
De (ontwerp-)notulen van het behandelde in besloten vergaderingen, waarover geheimhouding is opgelegd, liggen voor de leden van de raad en de burgemeester in de geheime trommel ter inzage. Indien de geheimhoudingsplicht van de commissieleden ook geldt ten opzichte van de overige leden van de raad en de burgemeester, liggen de (ontwerp-)notulen voor de leden van de commissie ter inzage bij de secretaris van de commissie.
Voor vergaderingen belegd in het kader van de onderwerpen benoemd in artikel 6, eerste lid, onder c., geldt het volgende:
in het geval sprake is van verslaglegging van het horen van politieke ambtsdragers door de commissie, is deze verslaglegging openbaar. De commissie is bevoegd van dit voorschrift af te wijken indien en voorzover de privacy van de betrokkene daardoor ten onrechte zou worden geschaad, dan wel indien de waarheidsvinding van de commissie daardoor ernstig zou worden belemmerd.
In haar verslagen dan wel haar adviezen geeft de commissie aan om welke redenen zij voor een bepaalde gedragslijn op het punt van de openbaarheid van vergaderingen en van stukken heeft gekozen.
In gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de commissie schriftelijk worden gehoord. Indien schriftelijke afdoening bij een of meer leden op overwegende bezwaren stuit, geschiedt de behandeling van het desbetreffende stuk alsnog, zo mogelijk binnen 14 dagen, in een vergadering van de commissie.