Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leiden

Gedragscode voor (duo)leden van de Raad en fractieassistenten van de gemeente Leiden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leiden
Officiële naam regelingGedragscode voor (duo)leden van de Raad en fractieassistenten van de gemeente Leiden
CiteertitelGedragscode voor (duo)leden van de Raad en fractieassistenten van de gemeente Leiden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200601-01-2012nieuwe regeling

29-11-2005

Stadsblad, 23-12-2005

RV 05.0132

Tekst van de regeling

ARTIKEL 1. Algemene bepalingen

  • 1. Onder de raad wordt verstaan: de leden van de raad. 2. Deze gedragscode geldt voor de leden van de raad, de duoraadsleden en fractieassistenten.

  • 3. In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de raad na consultatie van het fractievoorzitteroverleg.

  • 4. De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 5. De leden van de raad en de leden van het college ontvangen bij hun aantreden en exemplaar van de code.

ARTIKEL 2. Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 1. Een raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt voorzover dat belang groter is dan 5% van het aandelenkapitaal. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2. Bij privaatpublieke samenwerkingsrelaties voorkomt een raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3. Een oud-raadslid wordt in principe het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente. Indien het College hierop een uitzondering maakt, moet dit ter kennisname aan de Raad worden gebracht.

  • 4. Een raadslid die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 5. Een raadslid neemt van een aanbieder of potentiele aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 6. Een raadslid dat uit hoofde van zijn beroep of andere bestuursfuncties belangen heeft bij een bedrijf en of organisatie waarover besluitvorming in de Raad plaatsvindt, onthoudt zich van deelneme aan het betreffende raadsbesluit.

  • 7. Een raadslid meldt aan de voorzitter van de gemeenteraad als er mogelijk sprake is van een stituatie waarbij de onafhankelijkheid van het betrokken raadslid kan worden betwijfeld in verband met een direct belang of een persoonlijke betrokkenheid.

ARTIKEL 3.Nevenfuncties

  • 1. Een raadslid vervult naast artikel 15 van de Gemeentewet geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente of het aanzien van de gemeenteraad wordt geschaad of de uitvoering van het lidmaatschap van de gemeenteraad wordt belemmerd.

  • 2. Raadslid maakt melding van al zijn functies en nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

  • 3. De kosten die een raadslid maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt, worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

ARTIKEL 4.Informatie

  • 1. Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 2. Een raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 3. Een raadslid maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

ARTIKEL 5. Aannemen van geschenken

  • 1. Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 2. Indien een raadslid geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

  • 3. Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het fractievoorzitteroverleg waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

ARTIKEL 6.Declaraties

1.Een raadslid declareert geen kosten bij de gemeente tenzij er vooraf besluitvorming door de Raad heeft plaatsgevonden.

ARTIKEL 7.Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

1.Gebruik van gemeentelijke eigendommen en voorzieningen – anders dan de aan raadsleden ter beschikking gestelde computer – voor privé-doeleinden is niet toegestaan

ARTIKEL 8. Griffiemedewerkers

1.De medewerkers van de griffie vallen onder de gedragscode voor de ambtenaren van de gemeente Leiden.

ARTIKEL 9.In werkingtreding

1.Deze code treedt in werking op 1 januari 2006.