Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet kinderopvang (VWk) gemeente Leiden |
Citeertitel | Verordening Wet kinderopvang (VWk) gemeente Leiden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Paragraaf 2 treedt in werking op het moment dat artikel 23 van de Wet kinderopvang in werking treedt.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-10-2004 | nieuwe regeling | 12-10-2004 Stadsblad, 15-10-2004 | RV 04.0131 |
Een aanvraag tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie als bedoeld in artikel 23 van de wet dient te zijn ondertekend en bevat in ieder geval de volgende gegevens:
a. naam en adres van de ouder;
b. indien van toepassing: naam van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;
c. naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;
d. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming;
Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:
a. de geldigheidsduur van de indicatie;
b. de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht.
Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen
a. de ouder en de partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen;
b. de ouder of de partner niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel k of l van de wet.
Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang dient te zijn ondertekend en bevat:
a. naam, adres en sofi-nummer van de ouder;
b. indien van toepassing: naam en sofi-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;
c. naam, geboortedatum en sofi-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;
d. een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;
e. gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet;
g. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.
Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet.
In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.
Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:
a. de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;
b. de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;
c. de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;
d. de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;
Wanneer de ouder de inlichtingenplicht, zoals genoemd in het eerste en tweede lid, schendt en als gevolg hiervan ten onrechte een tegemoetkoming dan wel een te hoog vastgestelde tegemoetkoming heeft ontvangen, kan het college de beschikking tot het verlenen of tot het vaststellen van de tegemoetkoming intrekken of wijzigen en het te veel betaalde bedrag terugvorderen.