Organisatie | Edam-Volendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatieverordening van de gemeente Edam-Volendam |
Citeertitel | Organisatieverordening van de gemeente Edam-Volendam |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2011 | 01-10-2010 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 31-05-2011 Stadskrant, 14-11-2011 | BW 31 mei 2011 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. afdeling:iedere organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die op grond van deze verordening een eigen verantwoordingsplicht aan de directie heeft;
b. sectie:ieder organisatie-eenheid, zowel als zelfstandige eenheid alswel als
organisatie-eenheid binnen een afdeling, met een afgebakend taakveld;
c. college:college van burgemeester en wethouders;
d. directie:de directie bestaat uit de algemeen directeur, tevens gemeentesecretaris, en de adjunct-directeur, tevens 1e locosecretaris. De algemeen directeur is eindverantwoordelijk; in het vervolg van de organisatieverordening worden de termen algemeen directeur en adjunct-directeur gebruikt, tenzij de functie van gemeentesecretaris of de combinatie van algemeen directeur/gemeente-secretaris specifiek wordt bedoeld;
e. gemeentesecretaris:de functionaris als bedoeld in artikel 100 Gemeentewet;
f. algemeen-directeur:het hoofd van de ambtelijke organisatie, welke samen met de adjunct-directeur de directie vormt, en daarnaast de taken vervult, zoals ondermeer verwoord in artikel 17 van dezeverordening;
g.adjunct-directeur:de functionaris, welke samen met de algemeen-directeur de directie vormt en mede sturing geeft aan de totale organisatie, naast andere taken, zoals ondermeer verwoord in artikel 18 van deze verordening;
h.afdelingshoofd:de direct leidinggevende van één van de afdelingen zoals bedoeld onder a.;
i. coördinator:een als zodanig aangewezen functionaris binnen een sectie, die ondermeer belast is met de dagelijkse planning van de
werkzaamheden en het geven van aanwijzingen omtrent de
inhoudelijke werkverdeling en de wijze van uitvoering;
j. middelenbeheer:het middelenbeheer omvat de voorbereiding en de uitvoering van:
- het automatiserings (I&A-)beleid;
- het investeringsbeleid in bedrijfsmiddelen;
tevens het afleggen van verantwoording over het gevoerde beheer.
k. budgetbeheerder:de directieleden, afdelingshoofden, griffier van de gemeente aan wie middelen zijn toegekend in de vorm van budgetten en aan wie het (onder)mandaat is toegekend om bestedingen te
verrichten ten laste van de aan hem of haar toegewezen budgetten en
die als zodanig verantwoordelijk is voor de beheersing van het budget.
l. juridische rechtmatigheid:het voldoen van beheershandelingen en de vastlegging daarvan aan gemeentelijke-, nationale- en Europese wet- en regelgeving, met uitzondering van financiële rechtmatigheidaspecten;
m.financiële rechtmatigheid:het voldoen van beheershandelingen en de vastlegging daarvan aan gemeentelijke, nationale- en Europese wet- en regelgeving op het gebied van de uitgangspunten voor het financieel beleid, de regels voor het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie.
De ambtelijke organisatie van de gemeente is, afgezien van de griffie en naast de directie ingedeeld in de volgende afdelingen en secties:
b. afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu (VROM);
e. afdeling Veiligheid, Handhaving en Brandweerzorg.
Onder de afdeling Veiligheid, Handhaving en Brandweer ressorteert een voor de gemeenten Edam-Volendam, Zeevang en Waterland werkzaam bureau in het kader van een intergemeentelijk samenwerkingsverband op het gebied van crisisbeheersing, t.w. het I(ntergemeentelijk) B(ureau) C(risisbeheersing);
Ter directe ondersteuning van de directie en het college,
Aan de hand van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) wordt de organisatie van de brandweerzorg geregeld naast de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheer-sing.
De doelstelling van de afdeling Middelen is het ondersteunen van de gemeentelijke organisatie op diverse, hierna te noemen hoofdtaken, waaronder financiële en registratieve zaken, het heffen en innen van belastingen en het vormgeven van beleid op deze onderdelen. Daarnaast concerncontrol, waaronder de advisering aan de directie over de financiële en personele gevolgen en de doelmatig-heidsaspecten van college- en raadsvoorstellen, alsmede de rapportages over de uitvoering en realisering van de beleidsplannen; de zorg voor de begroting, de jaarrekening en de budget-rapportages op concernniveau. Ter zake wordt, behoudens de in artikel 20.5 aangegeven situatie, gerapporteerd aan de directie
d. informatie & automatisering;
f. documentaire informatievoorziening;
h. coördinatie inkoop en aanbesteding;
De doelstelling van de afdeling VROM is in samenspraak met belanghebbenden een bijdrage leveren aan het ontwikkelen en uitvoeren van beleid van de gemeente Edam-Volendam op het gebied van fysieke, sociale en duurzame leefomgeving.
a.ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening;
g. beheer wegen en rioleringen;
j. kapvergunningen, vergunningen rioolaansluitingen, nutsleidingen en precario;
k. gemeentelijke eigendommen en andere privaatrechtelijke aangelegenheden;
De doelstelling van de afdeling Openbare Werken is beheer van de openbare ruimte.
a. wijk- en buurtgericht werken;
c. groen, beplantingen, algemene begraafplaats en speelterreinen;
e. klein onderhoud straatwerk;
f. klein onderhoud gemeentelijke eigendommen;
Artikel 3d: de afdeling Samenleving
De doelstelling van de afdeling Samenleving is bijdragen aan het ontwikkelen en realiseren van beleid waarin leefbaarheid en zorg voor de zwakkeren voorop staan. Maatschappelijke participatie wordt gestimuleerd, preventie speelt een grote rol en de sociale en fysieke infrastructuur die daaraan een bijdrage levert wordt onderhouden. Daarnaast het ontwikkelen en bevorderen van de uitvoering van de dienstverlening om bij te dragen aan het realiseren van een optimale relatie tussen gemeente en burgers en aan het faciliteren van de gemeentelijke organisatie.
De doelstelling van de afdeling Veiligheid, Handhaving en Brandweerzorg heeft betrekking op de taken verbonden aan het beleidsveld Veiligheid in algemene zin. Het gaat hier niet alleen om specifieke brandweerzaken maar ook om zaken die betrekking hebben op integrale veiligheid en toezicht en handhaving (van o.a. buitengewoon opsporingsambtenaren). Binnen de afdeling zijn de vele facetten die samenhangen met het beleidsveld Veiligheid geclusterd waardoor de facetten elkaar kunnen versterken en synergie optreedt.
g. repressie (het brandweerkorps, inclusief jeugdbrandweer), en
h. crisisbeheersing, als onderdeel van een intergemeentelijk samenwerkingsverband op dit gebied met de gemeenten Zeevang en Waterland, waarbij Edam-Volendam de regiegemeente is.
Artikel 3f: Bestuursondersteuning
De doelstelling van de stafsectie Bestuursondersteuning richt zich primair op ondersteuning (bestuurlijk-juridische advisering) van bestuur en directie en het leveren van specialistische ondersteuning en advisering aan vakafdelingen. Daarnaast heeft de sectie een aantal eigen processen.
b. (algemeen) juridische zaken;
d. secretariaat/advisering bezwaarschriften- en klachtencommissie;
e. algemene plaatselijke verordening (APV);
f. vergunningen w.o. horeca- en kansspelenvergunningen en evenementenvergunningen;
g. uitvoering bijzondere wetten, w.o. de drank- en horecawet.
De doelstelling van de sectie Kabinet en Voorlichting is het secretarieel ondersteunen van de directie en het college van burgemeester en wethouders, naast de ontwikkeling en uitvoering van het communicatie- en voorlichtingsbeleid en het fungeren als kabinet van de burgemeester.
De indeling van de gemeentelijke organisatie is weergegeven in een organogram, welke als bijlage bij deze verordening is opgenomen.
Onder de verantwoordelijkheid van het college berust de zorg voor het dagelijks beheer van de ambtelijke organisatie, met uitzondering van de griffie, bij de directie. De algemeen directeur is eindverantwoordelijk. De directie kan uit eigen beweging aanwijzingen geven aan de afdelingshoofden, en de algemeen directeur aan de adjunct-directeur, om de kwaliteit van het gemeentelijk beleid en de samenhang van het gemeentelijk beleid en een adequate bedrijfsvoering te verzekeren. Binnen de directie is de algemeen directeur primair eindverantwoordelijk voor de aansturing van de totale organisatie. In dat verband initieert en coördineert de algemeen directeur de strategische beleidsontwikkeling en de centrale bedrijfsvoering. De adjunct-directeur richt zich primair op de afstemming van afdelingsoverstijgende projecten en nieuwe ontwikkelingen.
Voor de uitoefening van één of meer van zijn bevoegdheden verleent het college mandaten en volmachten aan de algemeen directeur, de adjunct-directeur en de afdelingshoofden. Bij de verlening van mandaten wordt onderscheid gemaakt tussen afdoenings- vertegenwoordigings- en ondertekeningmandaten. Indien in een verleend mandaat het verlenen van ondermandaten niet is uitgesloten is de functionaris aan wie het desbetreffende mandaat is verleend, bevoegd tot het verlenen van ondermandaten.
De gemeentesecretaris draagt, in nauwe samenwerking met de raadsgriffier, zorg voor het verstrekken van schriftelijk advies en/of het verlenen van ambtelijke bijstand aan de raad of de leden van de raad.
Onverminderd het gestelde in deze verordening met betrekking tot diens rol en functievervulling heeft de gemeentesecretaris de eindverantwoordelijkheid voor:
a. een voldoende kwaliteit van de ambtelijke advisering en ondersteuning van de bestuursorganen;
b. Het tijdig en voldoende voorzien van de bestuursorganen van de nodige adviezen en ondersteuning;
c. Een voldoende planning van activiteiten en de uitvoering daarvan met inachtneming van het ter zake vastgestelde beleid;
d. De samenhang alsmede een voldoende gecoördineerd en geïntegreerd handelen van de onderscheiden organisatieonderdelen;
e. Een goede kwaliteit van het management en de organisatie van het ambtelijk apparaat;
f. Het op een doelmatige wijze terzijde staan van de bestuursorganen door de ambtelijke organisatie;
Vanuit haar verantwoordelijkheid voor het functioneren van de gemeentelijke organisatie richt de zorg van de directie zich primair op de volgende drie taken, t.w.:
a. Strategische beleidsontwikkeling en uitvoering: bevorderen en coördineren van de gemeentebrede strategische beleidsontwikkeling en uitvoering (eenheid van beleid);
b. Samenhang: bevorderen en bewaken van de organisatorische samenhang door kaderstelling en controle op middelengebied (PIOFAH-JC) (eenheid van beheer);
c. Samenwerking: bevorderen en bewaken van de (bestuurlijk-ambtelijke) samenwerking binnen de organisatie.
Onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college berust het dagelijks beheer van de ambtelijke organisatie, met uitzondering van de griffie, bij de algemeen directeur. De algemeen directeur draagt binnen de directie bij het dagelijks beheer van de ambtelijke organisatie in het bijzonder ondermeer de zorg voor:
a. de initiatie en coördinatie van de strategische beleidsontwikkeling en de centrale bedrijfsvoering;
b. de ontwikkeling en realisatie op basis van strategische uitgangspunten van het strategisch concernbeleid en de daarbij behorende kaders;
c. de aansturing van de ambtelijke organisatie, met uitzondering van de griffie.
In de uitvoering van het bepaalde onder het tweede lid, onder c, fungeert hij als eerste aanspreekpunt voor de afdelingen Samenleving, Veiligheid, Handhaving en Brandweer en de afdeling Middelen, voor wat betreft de onderdelen P&O, en Financiën. Hiertoe onderhoudt hij regelmatig overleg met deze organisatieonderdelen.
Onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college draagt de adjunct-directeur binnen de directie ondermeer de zorg voor:
a. het leveren, als lid van de directie, van een bijdrage aan de sturing van de organisatie;
b. het vertegenwoordigen van de gemeente als directielied en sturing van (afdelingsoverstijgende) projecten en nieuwe ontwikkelingen;
c. het regisseren van beleidsvoorbereiding, -ontwikkeling, -advisering en –evaluatie;
d. de ontwikkeling van de kwaliteit van de organisatie en haar dienstverlening. In deze rol ontwikkelt hij het daarvoor benodigde instrumentarium;
e. het vervangen van de algemeen directeur bij diens afwezigheid. In geval van vervanging van de taken van gemeentesecretaris treedt de adjunct-directeur op als eerste locosecretaris. Waar nodig vervangt de adjunct-directeur, bij afwezigheid of ontstentenis van de gemeentesecretaris, deze voor wat betreft diens rol van bestuurder WOR.
Onder de verantwoordelijkheid van de directie is het afdelingshoofd verantwoordelijk voor het goed functioneren van zijn afdeling en draagt een afdelingshoofd, met inachtneming van de gemeentebrede kaders, de zorg voor: het opstellen en realiseren van het afdelingsplan, de bewaking van de juridische rechtmatigheid bij de uitvoering van het afdelingsplan, de uitvoering van de aan de afdeling toegewezen bestuursopdrachten, het opvolgen van de aanwijzingen van de algemeen directeur en/of de adjunct-directeur.
alsmede de aanwijzing van ambtenaren van de afdeling, die de verantwoordelijkheid zullen dragen voor de uitvoering van de voorgestelde besluiten.
Onder de verantwoordelijkheid van de directie draagt een afdelingshoofd met inachtneming van de gemeentebrede kaders de zorg voor: het middelenbeheer van de afdeling, het in stand houden van de administratieve organisatie van de afdeling, het tijdig en volledig aanleveren van de juiste bestuurlijke informatie en managementinformatie en de bewaking van de financiële rechtmatigheid bij de uitvoering van het afdelingsplan.
Een afdelingshoofd draagt de zorg voor het toetsen van voorstellen die in opdracht van de directie voor het college worden voorbereid op:
- de tijdigheid, de juistheid en de volledigheid van de gegeven informatie;
- de juridische rechtmatigheid, de financiële rechtmatigheid, de doelmatigheid en doeltreffendheid;
- de bestuurlijk-juridische en politiek vastgestelde kaders,
Binnen de kaders van het controlstatuut adviseert en ondersteunt de concerncontroller waar nodig het college, de directie en de afdelingen bij de beleidsontwikkeling en besluitvorming op met name financieel terrein en draagt deze zorg voor juiste financiële informatie en informatie-voorziening aan directie en college. De concerncontroller draagt verder zorg voor de corporate communication op financieel terrein.
De functie van concerncontroller wordt door het hoofd van de afdeling Middelen vervuld. De uitvoering van bepaalde controllingtaken kan de concerncontroller aan andere functionarissen van de afdeling Middelen opdragen. De juridische controlling is daarbij (artikel 31) neergelegd bij de sectie Bestuursondersteuning.
De voorzitter van het gemeentelijk managementoverleg stelt de vergaderdata en de agenda voor de vergaderingen van het gemeentelijk managementoverleg vast. Ieder lid van het gemeentelijk managementoverleg kan zaken voor plaatsing op de agenda bij de voorzitter indienen en de voorzitter verzoeken in bijzondere omstandigheden een extra vergadering bijeen te roepen. De voorzitter zorgt er voor, dat de agenda en bijbehorende stukken worden gereed gemaakt en zo mogelijk ten minste twee dagen voor de vergadering in het bezit zijn van de leden van het gemeentelijk managementoverleg.
Het gemeentelijk managementoverleg heeft tot doel het goed functioneren van de ambtelijke organisatie te bevorderen door middel van:
a. de coördinatie van en de advisering over het middelenbeleid;
b. het bespreken/voorbereiden van de inhoud van afdelingsoverstijgende adviezen;
c. de coördinatie van activiteiten tussen afdelingen onderling en in relatie tot het bestuur;
d. de coördinatie van de planning, prioriteitenstelling en voortgang van de beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en verantwoording;
Indien een onderwerp betrekking heeft op het taakgebied, welke als afdelingsoverschrijdend kan worden aangemerkt en moet uitmonden in een advies aan een van de bestuursorganen, draagt het primair met de voorbereiding c.q. uitvoering belaste organisatieonderdeel zorg voor het tot stand komen van een geïntegreerd advies.
Op basis van de door de raad vastgestelde begroting en het investeringsplan stelt het college de productraming en de investeringskredieten vast. Het college wijst de producten met bijbehorende budgetten uit de productraming en de investeringskredieten toe aan de afdelingen, waarbij de algemeen directeur als afdelingshoofd opereert ten behoeve van de secties, bedoeld in de artikelen 3f en 3g.
Op basis van de begroting, de beleidsplannen, de vastgestelde investeringskredieten en de productraming van de gemeente, maken –onder verantwoordelijkheid van de directie- de afdelingshoofden voor hun afdeling een afdelingsplan, waarvan de begroting van de afdeling en het investeringsplan van de afdeling deel uitmaken.
Door het college vastgestelde budgetten in de productraming en investeringskredieten mogen zonder voorafgaande toestemming van het college met ten hoogste een door het college vastgesteld bedrag worden overschreden. Tegenvallers op specifieke inkomsten dienen in principe binnen het desbetreffende programma van de gemeentebegroting te worden opgevangen.
Zodra bij investeringen via de regels van het gemeentelijk inkoopbeleid de werkelijke kosten in beeld komen en deze per saldo een onderschrijding van het gevoteerde kredietbedrag geven is het alleen met instemming van het college toegestaan om deze onderschrijding eventueel voor andere dan de origineel bij de kredietaanvraag geplande werkzaamheden of uitbreiding van de daar genoemde werkzaamheden in te zetten
Iedere afdeling legt door middel van de voorjaarsnota, najaarsnota en de jaarstukken verantwoording af over de uitvoering van de programmabegroting, het afdelingsplan en de uitputting van de ter beschikking gestelde budgetten en investeringskredieten. De afdelingshoofden leveren hiertoe tijdig de benodigde informatie aan de concerncontroller.
De sectie Bestuursondersteuning draagt onder de verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris/algemeen directeur en onverminderd de verantwoordelijkheid van de afdelingshoofden de zorg voor de onder in artikel 3f genoemde taken, waaronder:
a. het desgevraagd toetsen van voorstellen aan het college en overeenkomsten van de gemeente met derden op juridische rechtmatigheid;
b. het gevraagd en ongevraagd geven van juridisch advies aan de gemeentesecretaris/ algemeen directeur en de afdelingen;
c. het opstellen van richtlijnen voor de afdelingen voor het toetsen van voorstellen aan het college en het toetsen van de door de gemeente te verrichten rechtshandelingen op juridische rechtmatigheid;
d. het toezicht op een juiste toepassing door de gemeentelijke ambtenaren van de afdelingen van gemeentelijke, nationale en Europese wet- en regelgeving;
e. de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van en beslissingen op verzoek- en bezwaarschriften, voor zover deze taken niet aan andere ambtenaren in de organisatie zijn opgedragen;
f. het onderhouden van contacten met advocaten en notarissen, voor zover deze taken niet door het college aan anderen ambtenaren of derde instanties zijn opgedragen.
Een afdelingshoofd draagt onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur de zorg voor:
a. de implementatie en een juiste toepassing van gemeentelijke, nationale- en Europese wet- en regelgeving door de onder zijn afdeling vallende ambtenaren, waarbij de door het college goedgekeurde richtlijnen van de concerncontroller worden nageleefd;
b. de toetsing van voorstellen van zijn afdeling aan het college en de toetsing van de door zijn afdeling voor de gemeente te verrichten rechtshandelingen op juridische rechtmatigheid.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 31 mei 2011.
De secretaris,
De burgemeester,
Mr. D.K.W. Hendriks W.J.F.M. Beek
In artikel 1 worden begrippen gedefinieerd. Bij de begripsbepaling is bij rechtmatigheid een onderscheid gemaakt tussen juridische rechtmatigheid en financiële rechtmatigheid. Dit is gedaan, omdat de controle op de naleving van het rechtmatig handelen bij verschillende functionarissen berust. De financiële rechtmatigheid behoort tot het taakonderdeel Financiën van de afdeling Middelen. Van functionarissen uit deze discipline kan men niet verwachten, dat zij ook de juridische aspecten in brede zin van uiteenlopende wet- en regelgeving overzien. Voor deze juridische aspecten is in de organisatie een juridische controlfunctie gecreëerd.
Artikel 2a: Organisatie-eenheden
In artikel 2 wordt de ambtelijke organisatie ingedeeld in afdelingen en secties. Uitgezonderd is de inrichting van de griffie. Het stellen van regels voor de organisatie van de griffie behoort tot de bevoegdheid van de raad. In de verordening is afgezien van het indelen van de bestuurlijke organi-satie. Dit hoort op zich thuis in het reglement van orde voor vergaderingen van het college en andere werkzaamheden, dat moet worden opgesteld op basis van artikel 52 Gemeentewet.
Artikel 2b: Organisatie brandweer
De Wet veiligheidsregio’s (Wvr) is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Deze wet vervangt de Brandweerwet 1985, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (Wghor) en de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo). In de wet zijn ondermeer de bestuurlijke inbedding en de basisvereisten voor de organisatie van de hulpverleningsdiensten opgenomen. Naast de Wet veiligheidsregio’s zijn ook het Besluit veiligheidsregio’s en het Besluit personeel veiligheidsregio’s in 2010 van toepassing geworden. Het Besluit veiligheidsregio bevat o.a. regels inzake de organisatie en de taken van de veiligheidsregio’s en de gemeentelijke brandweer. In het Besluit personeel veilig-heidsregio’s zijn regels opgenomen over ondermeer het personeel van de brandweer en functies binnen de organisatie van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing, alsmede het overleg over het personeel van de brandweer.
Artikel 3a t/m 3e: Hoofdtaken van de afdelingen
In deze artikelen worden hoofdtaken c.q. kerntaken benoemd, welke primair zijn verbonden aan de doelstelling van het ingestelde organisatieonderdeel. Het betreft voor de duidelijkheid geen limitatieve opsomming van de (kern)taken van het organisatieonderdeel in kwestie. In de ondersteuning bij de uitvoering van enige taak kunnen, afhankelijk van de binnen de gemeentelijke organisatie gekozen werkwijze en beschikbare middelen, meerdere organisatieonderdelen en daarin werkzame func-tionarissen betrokken zijn. Voorbeelden daarvan zijn o.a. de werkzaamheden rond grondexploitatie, precario en handhavingstaken.
Als de gemeente voor een project actief grondbeleid wil voeren, opent zij voor dat project een grond-exploitatie. Een grondexploitatie is een begroting waarin de beleidsuitgangspunten voor een bepaald grondbeleidproject zijn opgenomen. Tot die uitgangspunten behoren o.a. het woningbouwprogramma, de verwachte aankoopprijs voor de grond, de gronduitgifteprijs en de planning van de werkzaam-heden. Een andere stap in het grondexploitatieproces is bijvoorbeeld het bouw- en woonrijp maken van de grond. Naast technische aspecten verbonden aan het grondexploitatieproces welke zich met name binnen de doelstelling van de afdeling VROM van de gemeente concentreren wordt vanuit de afdeling Middelen ondersteuning verleent aan o.a. de financiële input en administratie welke verbonden is aan de grondexploitatie.
In artikel 228 van de Gemeentewet is bepaald, dat ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, een precariobelasting kan worden geheven. Hierbij kan worden gedacht aan een winkeluitstalling en allerlei andere voorwerpen die op straat te vinden zijn. Ook kan precariobelasting worden geheven over zaken als erkers, luifels en andere uitbouwsels aan bedrijfspanden. Heffing en invordering van precariobelasting vindt plaats bij de afdeling Middelen. Voor wat betreft voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond kan worden gedacht aan pijpleidingen, electriciteitskabels, buizen en funderingen. In de procesgang voorafgaande aan belastingheffing heeft de afdeling VROM primair een taakstellende rol.
Handhaving heeft primair een tweetal doelstellingen, namelijk het bijdragen aan de veiligheid in en leefbaarheid van de gemeente. De gemeente beschikt over een grote diversiteit aan handhavings-instrumenten, onderverdeeld in preventieve en repressieve instrumenten. Bij preventieve instrumenten kan worden gedacht aan communicatie en bestuursrechtelijk flankerend beleid in de vorm van ondermeer convenanten en samenwerkingsovereenkomsten. Binnen elke afdeling van de gemeente wordt wel op enige wijze invulling gegeven aan deze preventieve taakstelling. Daarnaast beschikt de gemeente over een grote diversiteit aan repressieve handhavingsinstrumenten om tegen ongewenste situaties op te treden, waaronder bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving. Binnen de gemeentelijke organisatie is de bestuursrechtelijke handhaving, afhankelijk van het werkveld, ver-spreid over meerdere organisatieonderdelen. De strafrechtelijke handhaving uit zich met name in de rol van de buitengewoon opsporingsambtenaar (b.o.a.). Binnen de afdeling Veiligheid, Handhaving en Brandweerzorg zijn de opsporings- en handhavingstaken dienaangaande gepositioneerd. Deze vormen een belangrijk onderdeel van de taakstelling van de sectie Integrale Veiligheid van de afdeling in kwestie.
Artikel 3f t/m 3g: Hoofdtaken van de ondersteunende secties
In deze artikelen worden de hoofdtaken van de gemeente toegewezen aan de in deze artikelen genoemde ondersteunende secties.
Artikel 4: Structuur afdelingen
In artikel 4 wordt bepaald hoe de afdelingen zijn ingericht. De afdelingen zijn (waar nodig) onderver-deeld in secties. De basis voor de indeling in secties vormt de in artikel 3 aan de afdeling in kwestie toegewezen hoofdtaken.
Het artikel bepaalt verder, dat bij wijziging van de organisatie het college de directie (algemeen directeur/gemeentesecretaris en adjunct-directeur) betrekt. Daarnaast wordt de directie de bevoegheid gegeven nader te bepalen wat tot de hoofdtaak van een sectie behoort.
Het organisatieschema verbonden aan de organisatiestructuur wordt bij elke wijziging daarvan aangepast en is als bijlage bij de organisatieverordening opgenomen.
Artikel 6: Leiding dagelijks beheer
In artikel 6 worden de verantwoordelijkheden met betrekking tot het aansturen van de ambtelijke organisatie toebedeeld aan de verschillende leidinggevende functionarissen. Hun onderlinge hiërarchische verhouding wordt aangegeven. In het 7e lid wordt bepaald, dat de bevoegdheden nader worden geregeld in mandaatbesluiten en volmachten.
Artikel 7: Benoeming, schorsing, ontslag en vervanging functionarissen
In artikel 7 wordt de benoeming, de schorsing, het ontslag en de vervanging van functionarissen geregeld. Het 1ste lid regelt de vervanging van de gemeentesecretaris, een verplichting die is neerge-legd in het 1ste lid van artikel 106 Gemeentewet. Bij afwezigheid van een afdelingshoofd wordt deze vervangen door één van de directieleden.
In artikel 160 van de Gemeentewet is de bevoegdheid om ambtenaren van de gemeente, uitgezon-derd de ambtenaren van de griffie, te benoemen, te schorsen en te ontslaan neergelegd bij het college.
Artikel 8 t/m 14: Instructie gemeentesecretaris
In de artikelen 8 t/m 14 is de instructie voor de gemeentesecretaris nader uitgewerkt. In deze uitwerking wordt ondermeer de rol van de gemeentesecretaris in relatie tot ondermeer de burgemeester, de ambtelijke organisatie en de raadsgrffier nader uiteengezet, vertaald naar taken en bevoegdheden daarbij van de gemeentesecretaris. De instructie is een nadere uitwerking van het bepaalde in het tweede lid van artikel 103 Gemeentewet.
Artikel 15 t/m 16: De directie/taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
In de artikelen 15 t/m 16 is de inrichting en rol van de directie binnen de organisatiestructuur nader uiteengezet. Ook de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directie als geheel zijn in deze artikelen nader verwoord.
Artikel 17: Algemeen directeur (tevens gemeentesecretaris)
In artikel 17 wordt een nadere uiteenzetting gegeven van de rol en positie van de algemeen directeur, tevens gemeentesecretaris. De verantwoordelijkheidsgebieden van de functie van algemeen directeur worden in dit artikel in hoofdlijnen weergegeven.
Artikel 18 geeft in hoofdlijnen de verantwoordelijkheidsgebieden weer van de functie van adjunct-directeur. Hij voert zijn taken uit in nauw overleg met de algemeen directeur. De adjunct-directeur vormt samen met de algemeen directeur de directie, maar staat in zekere zin hiërarchisch onder de algemeen directeur. De algemeen directeur kan namelijk na overleg met het college de adjunct-directeur, gezien zijn rol en taakstelling, aanwijzingen geven (zie artikel 6 van dit besluit).
Artikel 19 geeft in hoofdlijnen de verantwoordelijkheidsgebieden van de functie van afdelingshoofd. Daarbij wordt aangegeven voor welke verantwoordelijkheidsgebieden hij/zij valt onder de algemeen directeur en voor welke verantwoordelijkheidsgebieden hij/zij valt onder de adjunct-directeur.
Artikel 20: De concerncontroller
Ten behoeve en ter verduidelijking van de controlfunctie binnen de ambtelijke organisatie is een statuut opgesteld, welke als bijlage bij deze verordening is opgenomen. Gelet op de aanwijzing van het hoofd afdeling Middelen tot concerncontroller zijn er in artikel 20 nog aanvullende bepalingen opgenomen ten aanzien van de taakstelling van deze functionaris.
In dit artikel wordt de administratie met betrekking tot de financiële bedrijfsvoering beschreven.
Artikel 22 regelt wie deelnemen aan het gemeentelijk managementoverleg. Het artikel bevat ondermeer regels voor de vergaderingen van dit overleg. De algemeen directeur is voorzitter. Er is een regel voor vervanging van de voorzitter als deze afwezig is. In het 7de lid is bepaald, dat de directie de benodigde besluiten binnen het overleg neemt, gehoord de meningsvorming binnen dit overleg.
Artikel 23: Taken gemeentelijk managementoverleg
Artikel 23 beschrijft de taken van het gemeentelijk managementoverleg.
Artikel 24: Integrale advisering
In artikel 24 wordt het beginsel van integrale advisering nader verwoord. In het 4e lid wordt de mogelijkheid geboden een procedure integrale advisering vast te stellen als uitwerking van het hiervoor genoemde beginsel.
Artikel 25: Bestuursopdrachten
In artikel 25 zijn regels opgenomen voor de beleidsvoorbereiding door de ambtelijke organisatie.
Artikel 26 geeft de stukken weer die de begrotingscyclus vormen.
Artikel 27: Budgettoedeling en begrotingsuitvoering
Artikel 27 geeft invulling aan voorwaarden, zoals deze ten aanzien van budgettoedeling en begrotings-uitvoering zijn opgenomen in de verordening artikel 212 Gemeentewet. Er worden regels gesteld voor de begrotingsuitvoering en het maken van afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties en de daarvoor beschikbare middelen.
Artikel 28: Budgetbevoegdheden en plichten
Artikel 28 bevat kaders voor de budgetbevoegdheden. Ze moeten er zorg voor dragen, dat de uitvoe-ring van de begroting in financiële zin rechtmatig verloopt en het college kan voldoen aan de in het 4e lid van artikel 169 van de Gemeentewet neergelegde inlichtingenplicht.
Artikel 29: Begrotingsdiscipline en begrotingswijzigingen
In artikel 29 worden regels gesteld, die moeten voorkomen, dat men de door de raad geautoriseerde kaders van de begroting overschrijdt en begrotingswijzigingen vooraf bij het college worden gemeld. Dit opdat begrotingswijzigingen vooraf kunnen worden beoordeeld en mogelijk door de raad kunnen worden geautoriseerd. Met het artikel wordt bovendien invulling gegeven aan daartoe strekkende bepalingen in de verordening artikel 212 Gemeentewet.
Artikel 30: Verantwoording en décharge
Artikel 30 geeft invulling aan voorwaarden en verdere uitwerking daarvan, gesteld en opgenomen in de verordening artikel 212 Gemeentewet.
Artikel 31: Juridische rechtmatigheid
In dit collegebesluit wordt een onderscheid gemaakt tussen financiële rechtmatigheid en juridische rechtmatigheid. De bewaking van de juridische rechtmatigheid is nader in dit artikel beschreven.
Artikel 32: Juridische rechtmatigheid bij afdelingen
In artikel 32 worden de verantwoordelijkheden van de afdelingshoofden t.a.v. de juridische recht-matigheid beschreven.
In de slotbepalingen is de datum van inwerkingtreding en de citeertitel opgenomen.
Het besluit treedt in de plaats van de oude organisatieverordening, welke op grond van (het vervallen) artikel 159 van de oude Gemeentewet door de raad moest worden vastgesteld.