Burgemeester en wethouders van Roosendaal;
gelet op artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
b e s l u i t e n :
vast te stellen de ‘Beleidsregel met betrekking tot het verlenen van vergunningen voor het innemen van standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening’.
Artikel 1 Algemene begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
permanente standplaatsvergunning: een vergunning voor het innemen van een standplaats gedurende één of meerdere dagen per week gedurende één kalenderjaar;
- b.
incidentele standplaatsvergunning: een vergunning voor het eenmalig innemen van een standplaats gedurende ten hoogste een maand;
- c.
ideële standplaats: een standplaats voor het te koop aanbieden, verkopen of verstrekken aan het publiek van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard;
- d.
binnenstad: het gebied zoals aangegeven op de bij deze beleidsregel behorende tekening.
Artikel 2 Toepassingsgebied
- 1.
Deze beleidsregel is niet van toepassing op de maandag-, woensdag- en zaterdagmarkten, kermissen en op evenementen ten behoeve waarvan door de burgemeester dan wel door burgemeester en wethouders vergunning is verleend waaronder in elk geval zijn begrepen jaarmarkt, braderieën en winkelweekacties.
- 2.
Bij het verlenen van standplaatsvergunningen wordt geen rekening gehouden met de te voeren branche.
Artikel 3 Vereisten aanvraag
Afmetingen Standplaats:vanaf 1 oktober 2002 is (bij nieuwe aanvragen) een maximale afmeting van 15 m2 (6x 21/2 m) toegestaan
Artikel 4 Beleid binnenstad
- a.
voor de binnenstad worden geen permanente standplaatsvergunningen afgegeven;
- b.
in bijzondere omstandigheden kunnen incidentele standplaatsvergunningen worden verleend uitsluitend voor het plein gelegen tussen V&D en HEMA, het gebied de ‘Bron’ en het gebied ‘t ‘Spinneweb’ in de Dokter Brabersstraat;
- c.
op inschrijving worden jaarlijks maximaal acht incidentele standplaatsvergunningen voor het innemen van een standplaats tijdens carnaval verleend;
- d.
ideële standplaatsen kunnen uitsluitend worden ingenomen op het plein gelegen tussen V&D en HEMA , het gebied de ‘Bron’ en het gebied ‘t ‘Spinneweb’.
Artikel 5 Beleid wijkcentra en winkelgebieden
- a.
per wijkcentrum en per winkelgebied kunnen maximaal twee permanente standplaatsen per dagdeel worden aangewezen;
- b.
in bijzondere omstandigheden kunnen incidentele standplaatsvergunningen worden verleend;
- c.
de standplaatsen dienen in de onmiddellijke omgeving van het winkelcentrum en het winkelgebied te worden ingenomen; de locatie wordt in de vergunning nader aangeduid en op een bij de vergunning te voegen tekening zo exact mogelijk aangegeven;
- d.
wijkcentra en winkelgebieden waar in de onmiddellijke nabijheid ervan standplaatsen kunnen worden aangewezen, zijn:
- -
- -
winkelgalerij aan de Kroevenlaan/President Kennedylaan
- -
winkelcentrum de Lindenburg
- -
winkelcentrum Dijkcentrum
- -
winkelgebied St. Josephsstraat/Norbartlaan
- -
winkelgebied aan de Dr.Schaepmanlaan
- -
grasveld tussen de Aldi supermarkt (Philipslaan) en slagerij Maros (Voltastraat)
- -
winkelcentrum Rembrandtgalerij
- -
winkelgebied Kerkplein te Nispen
- -
winkelgebied Omgang te Wouw
- -
Herelsestraat te Heerle (kerkplein)
- -
parkeervak bij Plantagebaan 223 te Wouwse Plantage
- -
Moerstraatseweg te Moerstraten (voor school)
- -
Artikel 6 Afwijkingen
Onverminderd het vorenstaande kunnen:
- a.
buiten het gebied van de binnenstad maximaal 3 permanente standplaatsen voor de verkoop van consumptie-ijs worden aangewezen;
- b.
incidentele standplaatsvergunningen worden verleend voor een korte periode.
Artikel 7 Overgangsbepalingen
- 1.
De vigerende voor het Roselaarplein (binnenstad) verleende permanente standplaatsvergunning voor de verkoop van consumptie-ijs wordt bij wijze van overgangsrecht gehandhaafd op de huidige locatie.
- 2.
De vigerende voor een standplaats aan de Kade/Kadeplein verleende permanente standplaatsvergunning voor de verkoop van loempia’s en incidentele standplaatsvergunning voor oliebollen (december) worden bij wijze van overgangsrecht gehandhaafd op de huidige locaties.
- 3.
Bij beëindiging van het gebruik van de in de leden 1 en 2 bedoelde vergunningen door de huidige houders, om welke reden dan ook, zullen niet opnieuw vergunningen aan een ander worden verleend (uitsterfsysteem).
Artikel 8 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt op 1 mei 2009 in werking.
Artikel 9 Citeertitel
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel standplaatsvergunningen’.
Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 21 april 2009,
De secretaris, De burgemeester,