Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiden

Verordening op de heffing en invordering van de reclamebelasting 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van de reclamebelasting 2005
CiteertitelVerordening reclamebelasting 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlagenToelichting Bijlage verordening reclamebelasting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 november 2005.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2005nieuwe regeling

11-10-2005

Stadsblad, 21-10-2005

RV 05.0101

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van de reclamebelasting 2005

Verordening op de heffing en invordering van de reclamebelasting 2005

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    maand: een kalendermaand of een gedeelte daarvan;

  • b.

    lichaam: vereniging of ander rechtspersoon, maat- of vennootschap, onderneming van publiekrechtelijke rechtspersoon of doelvermogen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • c.

    ondernemer: een natuurlijk persoon die ondernemer is in de zin van de artikelen 3.4. en 3.5. van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • d.

    onroerende zaak: een onroerende zaak, bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken;

  • e.

    vestiging: een onroerende zaak gelegen in het centrum en die wordt gebruikt door een lichaam dan wel door een ondernemer in het kader van diens onderneming;

  • f.

    centrum: aangewezen gebied zoals is weergegeven in bijlage 1 van deze verordening.

Artikel 2 Belastbare feiten

Ter zake van in het centrum gedane openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg wordt reclamebelasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig voor de reclamebelasting is het lichaam dat, of de ondernemer die, belang heeft bij een of meer openbare aankondigingen.

  • 2.

    Een lichaam of een ondernemer heeft in elk geval belang bij een openbare aankondiging indien:

    • a.

      de openbare aankondiging de naam of een beeldmerk van het lichaam of de ondernemer dan wel van de organisatie of het bedrijf van het lichaam of de ondernemer bevat;

    • b.

      de openbare aankondiging van het lichaam of de ondernemer afkomstig is;

    • c.

      de openbare aankondiging ten behoeve van het lichaam of de ondernemer is geplaatst of aangebracht.

  • 3.

    In afwijking van de vorige leden is een lichaam dat, of een ondernemer die, openbare aankondigingen aanbrengt en instandhoudt ten behoeve van anderen, belastingplichtig voor de reclamebelasting.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de oppervlakte in vierkante meters van de openbare aankondigingen. Een gedeelte van een vierkante meter wordt daarbij als een gehele vierkante meter geteld.

  • 2.

    De oppervlakte van een openbare aankondiging wordt bepaald op het product van de grootste lengte en de grootste breedte van de aankondiging.

Artikel 5 Tarieven

  • 1.

    De belastingen worden berekend naar de in dit artikel vermelde tarieven met inachtneming van de in dit artikel opgenomen voorschriften.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de op de voet van artikel 4, tweede lid, bepaalde oppervlakten van aankondigingen, die bij een vestiging behoren, bij elkaar opgeteld.

  • 3.

    Aankondigingen behoren in elk geval tot een vestiging indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

  • 4.

    Het tarief van de reclamebelasting is voor het heffingstijdvak:

    a.voor openbare aankondigingen die bij een vestiging behoren:

    1e indien de oppervlakte niet meer is dan een vierkante meter: nihil;

    2e indien de oppervlakte meer is dan een vierkante meter maar minder dan of gelijk aan 10 vierkante meter: € 120;

    3e. indien de oppervlakte meer is dan 10 vierkante meter maar minder dan of gelijk aan 30 vierkante meter: € 180;

    4e. indien de oppervlakte meer is dan 30 vierkante meter: € 250.

    b.voor openbare aankondigingen die niet bij een vestiging behoren:

    indien de oppervlakte niet meer is dan een vierkante meter: nihil;

    indien de oppervlakte meer is dan een vierkante meter maar minder dan of gelijk aan 10 vierkante meter: € 120;

    3e. indien de oppervlakte meer is dan 10 vierkante meter maar minder dan of gelijk aan 30 vierkante meter: € 180;

    4e. indien de oppervlakte meer is dan 30 vierkante meter: € 250.

  • 5.

    Het totaal van de reclamebelasting dat per belastingjaar aan één belastingplichtige wordt opgelegd, gaat niet uit boven € 250.

Artikel 6 Heffingstijdvak

Het heffingstijdvak is 1 november 2005 tot en met 31 december 2005.

Artikel 7 Ontstaan belastingschuld

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het heffingstijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het heffingstijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 8 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    verkeersborden en andere openbare aankondigingen, die uitsluitend ten behoeve van het verkeer zijn aangebracht;

  • b.

    openbare aankondigingen die uitsluitend het openbaar belang dienen;

  • c.

    openbare aankondigingen die korter dan 4 weken aanwezig zijn;

  • d.

    openbare aankondigingen die met uitdrukkelijke toestemming van de gemeente aanwezig zijn voor de duur van en in het kader van door haar georganiseerde evenementen;

  • e.

    openbare aankondigingen die zonder commercieel oogmerk aanwezig zijn in het kader van en voor de duur van - activiteiten van culturele, sociale of soortgelijke aard; - braderieën;

  • f.

    openbare aankondigingen door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belastingen worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1.

    Een belastingaanslag is invorderbaar één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is een navorderingsaanslag invorderbaar veertien dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking doch niet eerder dan op de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 november 2005.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening reclamebelasting 2005.

Nota-toelichting  

Toelichting