Organisatie | Landerd |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten |
Citeertitel | Verordening Lijkbezorgingsrechten 1995 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën |
Geen
Gemeentewet art. 229, aanhef en onder a en b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-1994 | 01-01-1996 | nieuwe regeling | 02-11-1994 Koerier, 14-12-1994 | rood 981/GL |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Landerd d.d. 18 oktober 1994;
gelet op het bepaalde in de Wet algemene regels herindeling en de Gemeentewet;
Met ingang van 1 januari 1995 in te trekken de “Verordening lijkbezorgingsrechten Schaijk 1991”, laatstelijk gewijzigd door de raad van de voormalige gemeente Schaijk bij besluit van 9 december 1993, goedkeuring Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 28 februari 194, nr. 286.687, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich hebben voorgedaan voor deze datum.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen.
Deze verordening verstaat onder:
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
Belastingplichtig is de aanvrager van het gebruik of de diensten dan wel degene, te wiens behoeve het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend.
De rechten worden geheven bij wegen van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.
Artikel 6. Tijdstip van betaling.
De rechten moeten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 8. Nakoming van verplichting
De verplichtingen, bedoeld in de artikel 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (STb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 1990, 221) gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.
Artikel 9. Berekening van interest bij uitstel van betaling
Ingeval op de voet van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 1990, 221) uitstel van betaling is verleend, wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht, indien deze voor alle op één aanslagbiljet vermelde aanslagen, gerekend over de volledige looptijd vanhet genoten uitstel, in totaal een bedrag van f 50,-- niet te boven gaat.
de secretaris
de voorzitter
Tarieventabel behorende bij de "Verordening Lijkbezorgingsrechten 1995"