Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde voor de raadscommissies |
Citeertitel | Reglement van Orde voor de raadscommissies |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | algmeen |
Dit Reglement vervangt de Verordening op de raaadscommissies van 12 november 2008
Gemeentewet, artikel 82
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-07-2011 | 06-10-2014 | nieuwe regeling | 07-07-2011 Gemeenteblad 2011, nr. 42, Roosendaalse Bode 24 juli 2011 | GRIFFIE/2011-55 |
Hoofdstuk 2. Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2. Instelling raadscommissies
De raadscommissie Omgeving houdt de ruimte om aanpalende onderwerpen te behandelen.
De raadscommissie Bestuur houdt de ruimte om aanpalende onderwerpen te behandelen.
Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.
Bij de samenstelling dient gestreefd te worden naar een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke partijen. Een raadscommissie bestaat uit ten minste één afgevaardigde per fractie en is samengesteld naar evenredigheid van het aantal zetels in de raad. Voor vaststelling van het aantal leden per fractie in de commissie wordt het aantal raadszetels per fractie gedeeld door het aantal commissies. Het hieruit resulterende getal wordt naar het eerst volgende hele getal afgerond. Dit is het maximum aantal vertegenwoordigers per commissie, een fractie kan er ook kiezen voor om minder mensen af te vaardigen dan het aantal toegestane leden. De fractie die dat aangaat doet daarvan schriftelijk melding aan de voorzitter van de raad.
Hoofdstuk 3. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris
Artikel 8. Aanwezigheid college, burgemeester
De aanwezigheid van een wethouder dan wel de burgemeester in een commissie wordt verwacht wanneer men een onderwerp of voorstel uit zijn portefeuille bespreekt. Hij wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de vergadering indien er politieke vragen gesteld worden of als hij iets wil toevoegen aan het debat.
Artikel 9. Aanwezigheid indiener burgerinitiatief
De aanwezigheid van een indiener van burgerinitiatief of zijn plaatsvervanger in een commissie wordt verwacht wanneer men het initiatief bespreekt. Hij wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de vergadering en wordt bij de behandeling van het onderwerp of voorstel
Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen en voorbereiding
Artikel 10. Vergaderdiscipline
Indien de voorzitter van oordeel is, dat de in een maand te behandelen punten van dien aard zijn, dat het houden van een vergadering niet nodig is, deelt hij dit schriftelijk aan de leden van de commissie mee en verzoekt hen, indien gewenst, schriftelijk hun mening over de voorstellen kenbaar te maken. Wanneer tenminste 2 fracties schriftelijk met opgaaf van redenen van mening zijn dat over een van deze voorstellen wel een vergadering moet plaatsvinden, wordt deze alsnog door de voorzitter uitgeschreven.
1.De voorzitter zendt ten minste 7 dagen voor een vergadering de leden van de raad een digitale oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.
De commissie bepaalt zelf de agenda. De voorzitter doet hiertoe een voorstel op basis van de door de fracties ingediende gemotiveerde verzoeken. Raadsvoorstellen worden altijd op de agenda geplaatst, maar zullen op basis van de ingediende verzoeken als A-stuk (zonder beraadslaging positief advies) of B-stuk (te behandelen) op de agenda worden gezet.
Uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering wordt de voorlopige agenda opgesteld. Deze wordt met de daarbij behorende stukken met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet en/of de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, aan de leden van de raad verzonden, en openbaar gemaakt.
Wanneer een lid wil spreken over een spoedeisend punt dat niet kan wachten tot de volgende commissievergadering, meldt hij dit bij de voorzitter. De voorzitter zal dit punt via de mail aankondigen aan de commissie. Tijdens de vaststelling van de agenda zal de commissie het spoedeisende karakter toetsen.
Artikel 13. Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de digitale oproep voor de raadsleden ter inzage gelegd in het fractiehuis. Indien na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Indien voor stukken op grond van artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet en/of artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier. De griffier verleent een lid inzage door een sleutel te verstrekken van het geheimenkastje in het Fractiehuis.
Paragraaf 2. Orde der vergadering
Artikel 16. Opening vergadering en quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de digitale oproep is gelegen.
commissiesecretaris te worden ingediend. De commissie beslist, bij meerderheid, over een wijziging van de concept besluitenlijst.
In de besluitenlijst worden vermeld:
een samenvatting van het advies ten behoeve van de behandeling van het voorstel in de raad. Hierbij wordt melding gemaakt van de behandelstatus in de raad van een voorstel (A of B status), de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de fracties die zich niet uitgelaten hebben;
Artikel 21. Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, kan hij door de voorzitter tot de orde worden geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen om een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over dit voorstel wordt terstond besloten en is geen beraadslaging mogelijk. Indien de commissie het voorstel aanneemt verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen.
Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de aanwezige leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies en de behandelstatus. Indien verdere beraadslaging in de raad over het voorstel of onderwerp door een fractie gewenst wordt, wordt deze aangeduid als een B-voorstel. Het commissielid dat verdere beraadslaging in de raad verzoekt geeft de bespreekpunten concreet aan. Indien verdere beraadslaging in de raad niet gewenst is wordt het aangeduid als een A-voorstel, een hamerstuk. Daarnaast kan een fractie aangeven het niet eens te zijn met een voorstel, maar geen verdere beraadslaging hierover wil. Het blijft dan een A-voorstel.
Hoofdstuk 5. Besloten vergadering
Indien het nodig of wenselijk is kan de commissie op voorstel van de voorzitter, beslissen dat er vergaderd wordt achter gesloten deuren. Daarnaast kan men verzoeken om een besloten vergadering als ten minste een vijfde deel van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend, een verzoek daartoe indient. De commissie beslist op het verzoek.
Er wordt een besluitenlijst van de vergadering gemaakt die ter inzage wordt gelegd bij de griffier. Deze besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst en het audioverslag.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 29. Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.