Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van de woonwagenrechten 2011 |
Citeertitel | Verordening woonwagenrechten 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 822 overige volkshuisvesting |
671A
De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2011
Gemeentewet, art. 219 1e lid , art. 229, 1e lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-07-2011 | 18-05-2012 | nieuwe regeling | 12-07-2011 Gemeenteblad 2011-26a | 2011 11.11623 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
standplaatshouder: degene die een standplaats heeft ingenomen en hiertoe beschikt over een vergunning van het college van burgemeester en wethouders of gedeputeerde staten, bij gebreke van die vergunning de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt door het college van burgemeester en wethouders beoordeeld.
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam "Staangeld" wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daar onder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.
Het recht wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de vergunning, voor de betreffende standplaats dan wel de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Het recht wordt niet geheven zolang met betrekking tot de standplaats een huurovereenkomst geldt of over de geldigheid van de huurovereenkomst een gerechtelijke procedure wordt gevoerd.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De heffingsmaatstaf voor de berekening van de rechten, bedoeld in artikel 2, is het aantal standplaatsen, dat in gebruik wordt genomen.
De woonwagenrechten worden geheven door middel van een gedagtekende nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
Het belastingtijdvak is gelijk aan één kalendermaand, aanvangende op 1 juli, 1 augustus, 1 september, 1 oktober, 1 november, 1 december, 1 januari, 1 februari, 1 maart, 1 april, 1 mei en 1 juni.
Artikel 9 Tijdstip van verschuldigdheid en van betaling
De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak.
De rechten moeten worden voldaan in één termijn, welke vervalt 14 dagen na de dagtekening van de nota of andere schriftuur.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de woonwagenrechten.