Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening "Luchthavenregeling Maldens Vlak te Malden" |
Citeertitel | Luchthavenregeling Maldens Vlak te Malden |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | verkeer en vervoer, toezicht, veiligheid |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-07-2011 | 17-10-2014 | Nieuwe regeling | 29-06-2011 Provinciaal Blad nr. 2011/103 | PS2011-396 |
PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND
Gelezen het voorstel PS 2010-012624 van Gedeputeerde Staten van 14 juni 2011, inzake het vaststellen van de herziene ontwerp-verordening “"Luchthavenregeling Maldens Vlak te Malden";
Gelet op de Wet luchtvaart en artikel 158, eerste lid aanhef en onder b van de Provinciewet;
Hoofdstuk 3 Voorwaarden luchthaven
Art. 3.1 Typen luchtvaartuigen
Onverminderd de bepalingen uit de wet en de Rvglt, mag de luchthaven uitsluitend gebruikt worden door zweeftoestellen, (motor)zweefvliegtuigen, één Touring Motor Glider (type Grob 109 of een vervangend toestel) en luchtballonnen.
Art. 3.2 Meteorologische omstandigheden
Het gebruik of doen gebruiken van de luchthaven is alleen toegestaan in Visual Meteorological Conditions.
Art. 3.3 Aantal vliegbewegingen
Het aantal vliegbewegingen met zweeftoestellen en (motor)zweefvliegtuigen bedraagt maximaal 5.500 starts (= 11.000 vliegbewegingen) per gebruiksjaar, waarvan het aantal starts met een werkende motor (zogenaamde zelfstarters) wordt beperkt tot enkele tientallen per gebruiksjaar. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op de TMG en luchtballonnen.
Art. 3.4 Tijden, dagen waarop gevlogen mag worden
De luchthaven mag slechts in werking zijn gedurende de daglichtperiode.
De exploitant houdt een logboek bij waarin zijn opgenomen de aantallen vluchten, het baangebruik, het soort luchtvaarttuigen en de bijbehorende data en tijdstippen.
Art. 3.7 Jaarlijkse rapportage
Binnen vier weken na het einde van een gebruiksjaar overlegt de in artikel 1.2 genoemde exploitant een rapportage aan het bevoegd gezag over het gebruik van de luchthaven gedurende het betreffende gebruiksjaar. De inhoud van de rapportage bevat in ieder geval de in art. 3.6 genoemde punten en moet voldoen aan de vereisten gesteld in de regeling.