Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Westland

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Westland
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen
CiteertitelBeleidsregels van ambtshalve verminderingen gemeentelijke belastingen Westland 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de beleidsregel voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen Westland 2004 .

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 65
  2. Gemeentewet, art. 231
  3. Gemeentewet, art. 242
  4. Gemeentewet, art. 244

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-07-201115-08-2014nieuwe regeling

12-07-2011

Gemeenteblad Westland, 28-07-11

2011, 33

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen

Beleidsregels ambtshalve vermindering

Het college van burgemeester en wethouders van Westland,

gelet op artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 231, 242 en 244 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen

Artikel 1 Reikwijdte en definities

  • 1.

    Deze beleidsregels gelden bij de heffing van gemeentelijke belastingen in de zin van artikel 219 van de Gemeentewet, met dien verstande dat onder gemeentelijke belastingen mede worden begrepen rechten die door de gemeente kunnen worden geheven.

  • 2.

    Van deze beleidsregels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk 1V van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is.

  • 3.

    Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    de ambtshalve vermindering: de vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belastingen bedoeld in artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 244 van de Gemeentewet;

  • b.

    de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk mede-aansprakelijke heeft betaald;

  • c.

    de driejaarstermijn: de termijn door welks verloop na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld op voet van artikel 11, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de bevoegdheid tot het vaststellen van een aanslag vervalt;

  • d.

    het bedrag van de vermindering: de vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, indien een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag;

  • e.

    de belastingaanslag: de aanslag bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, met dien verstande dat voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • 1.

      de aanslag, de voorlopige aanslag, de navorderingsaanslag: het gevorderde

      bedrag, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde, het nagevorderde bedrag;

    • 2.

      het aanslagbiljet: de kennisgeving van het in onderdeel 1. bedoelde bedrag;

  • f.

    de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van gemeentelijke belastingen.

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend

Ingeval het bedrag van de belasting had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat tenminste 20 percent, met een minimum van € 9,– per aanslag lager is dan het te hoog vastgestelde bedrag van die belasting, verleent de heffingsambtenaar ambtshalve de vermindering waarvoor de belanghebbende redelijkerwijs in aanmerking komt, indien:

  • 1.

    een bezwaarschrift of een verzoekschrift niet ontvankelijk wordt verklaard wegens het te laat indienen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift dan wel om andere redenen van formele aard, of

  • 2.

    uit enig feit blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld en deze aanslag bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet gehandhaafd kan worden.

Artikel 3 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 2 vindt geen toepassing, indien:

  • 1.

    ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift, dan wel op het tijdstip waarop in artikel 2, lid 2, bedoelde feit ter kennis van de heffingsambtenaar komt, een periode van twee jaar of meer, gerekend vanaf de dagtekening van het aanslagbiljet, is verstreken;

  • 2.

    aannemelijk is dat de belanghebbende door opzet of grove schuld de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift of een verzoekschrift ongebruikt heeft laten verstrijken.

Artikel 4 Jurisprudentie

  • 1. Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, waaronder mede worden begrepen de gevallen waarin een belastingaanslag is vastgesteld op grond van een door de rechter onverbindend geoordeelde belastingwet, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag of voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad, het hof of de rechtbank is gewezen.

  • 2. Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.

Artikel 5 Mededeling van afwijzing

Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift of een verzoekschrift, bedoeld in artikel 2, lid 1.

Artikel 6 Slotbepaling

  • 1.

    De beleidsregel voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen Westland 2011 vast te stellen.

  • 2.

    De beleidsregel voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen Westland 2004 in te trekken.

  • 3.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels van ambtshalve verminderingen gemeentelijke belastingen Westland 2011’.

Ondertekening

Naaldwijk, 12 juli 2011

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

M.van Beek J. van der Tak

Dit besluit treedt in werking op 29 juli 2011.