Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor de markten in de gemeente Maastricht |
Citeertitel | Marktreglement Maastricht |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | C59 - bijlagen marktreglemen t Bijlage 6 behorende bij het Marktreglement Maastricht (2) |
Geen
Marktverordening Maastricht 2009, artikel 3
Standplaatsenplan voor de woensdag- en vrijdagmarkt;
Reglement marktcommissie;
Stormprotocol Markten gemeente Maastricht 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-07-2014 | 20-01-2018 | Artikel 22a en bijlage 6 | 01-07-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 38360 | 2014.26492 | |
08-03-2014 | 11-07-2014 | Artikel 1, artikel 2 en artikel 14 | 18-02-2014 de Ster, 7 maart 2014 | Onbekend | |
24-11-2012 | 08-03-2014 | Regeling vervangt het Marktreglement Maastricht 2011 | 30-10-2012 de Ster, 23 november 2012; Gemeenteblad 2012, C. no. 59 | Onbekend | |
12-07-2011 | 24-11-2012 | Onbekend | 28-06-2011 Gemeenteblad 2011, C. no. 42 | Onbekend |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Dag, plaats en tijd van de markt
De volgende markten zijn ingesteld:
a. de weekmarkt op woensdag op de Markt van 9.00 tot 15.00 uur, waarbij geldt dat dit terrein marktterrein is van dinsdag 21.00 tot woensdag 19.00 uur;
b. de weekmarkt op vrijdag op de Markt van 9.00 tot 15.00 uur, waarbij geldt dat dit terrein marktterrein is van donderdag 21.00 tot vrijdag 19.00 uur;
c. de dagmarkt op de Markt en het Vrijthof van maandag tot en met zaterdag van 6.00 tot 22.00 uur, waarbij geldt dat dit terrein marktterrein is van 5.30 tot 22.30 uur;
d. de weekmarkt (antiek- en curiosamarkt) op zaterdag in het gedeelte van de Stationsstraat gelegen tussen Spoorweglaan en Wilhelminasingel van 9.00 tot 16.00 uur, waarbij geldt dat dit terrein marktterrein is van zaterdag 6.00 tot 18.00 uur;
e. de weekmarkt (boerenmarkt) op donderdag op het plein onder de klok in de Stationsstraat van 13.00 tot 21.00 uur, waarbij geldt dat dit terrein marktterrein is van 12.00 tot 22.00 uur.
De marktterreinen zijn vastgesteld in de bij deze nadere regels behorende bijlagen 1 tot en met 5.
f. de weekmarkt (antiek- en curiosamarkt) op zondag op de Vismarkt van 12.00 tot 17.30 uur, waarbij geldt dat dit terrein marktterrein is van 10.00 tot 18.30 uur
Onverminderd het gestelde in lid 4 kan de weekmarkt (antiek- en curiosamarkt) op zondag maximaal 15 maal per jaar geheel worden afgelast vanwege een evenement. Onder deze evenementen wordt in ieder geval verstaan: Dancetour, Amstel Gold Race, Maastrichts Mooiste en het uitroepen van Prins Carnaval. Van het afgelasten van een markt wegens een niet hierboven genoemd evenement wordt minimaal vier weken vooraf melding gedaan aan de vergunninghouders.
Artikel 2 Afgelasting markt bij calamiteiten e.d.
In het belang van de orde op de markt en de veiligheid van personen en goederen kan de marktmeester:
a. de vergunninghouders verplichten de noodzakelijke maatregelen te treffen om de markt anders op te stellen of in te richten;
b. besluiten de markt niet te laten aanvangen of onmiddellijk te beëindigen.
Artikel 3 Inrichting van de markt
De branchering en het minimum en maximum aantal vergunninghouders per branche zijn vastgesteld in het als bijlage bij het Branchebesluit opgenomen branchepatroon.
Artikel 5 Instellen marktcommissie
Er is een marktcommissie die tot taak heeft het college gevraagd en ongevraagd te adviseren op het gebied van marktaangelegenheden. Het college legt de regels ten aanzien van de samenstelling en de taken van de marktcommissie vast in een reglement.
Hoofdstuk II Marktvergunningen
In de marktmarktvergunning wordt in ieder geval vermeld:
a. de gegevens die noodzakelijk zijn ter identificatie van degene aan wie de marktvergunning is verleend;
b. een aanduiding van de markt waarvoor de marktvergunning geldt;
c. de branche die de vergunninghouder mag verhandelen;
Artikel 7 Inschrijving op de anciënniteitlijst
Een vergunninghouder van een vaste standplaats wordt ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst, genaamd anciënniteitlijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de branche waarin de vergunninghouder is ingedeeld.
Artikel 8 Doorhalen van inschrijving op de anciënniteitlijst
De inschrijving op de anciënniteitlijst wordt doorgehaald indien de marktmarktvergunning van een houder van een vaste standplaats wordt ingetrokken.
Artikel 9 Inschrijving op de wachtlijst
Een aanvrager voor een marktmarktvergunning wordt op de wachtlijst ingeschreven indien hij voldoet aan de vereisten zoals genoemd in artikel 5, eerste lid, van de Marktverordening Maastricht 2009 en hij de leges voor de plaatsing op de wachtlijst heeft betaald.
Artikel 10 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst
De inschrijving op de wachtlijst van de betreffende markt wordt doorgehaald:
a. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;
b. bij overlijden van de ingeschrevene;
c. wanneer aan de ingeschrevene een marktmarktvergunning voor een vaste standplaats is verleend;
d. indien de ingeschrevene niet jaarlijks vóór 1 januari om verlenging van de inschrijving heeft verzocht;
e. indien de ingeschrevene de leges voor het in behandeling nemen van het verzoek tot verlenging van de inschrijving op de wachtlijst niet heeft voldaan;
f. indien hij niet meer voldoet aan de vereisten zoals genoemd in artikel 5, eerste lid, van de Marktverordening Maastricht 2009;
g. indien de ingeschrevene bij een herverdeling geen vaste standplaats inneemt die hem wordt aangeboden in zijn branche.
Artikel 11 Overschrijving vaste standplaatsvergunning
Aan een persoon genoemd in onderdeel d, e of f van het eerste lid, lid wordt de standplaats van de vergunninghouder toegewezen op de betreffende marktdag indien:
a. de vergunninghouder een aanvraag tot overdracht van de vaste standplaats heeft ingediend;
b. deze persoon minimaal drie jaren onafgebroken staat ingeschreven in de opvolgingslijst en
c. deze persoon minimaal drie jaren onafgebroken is verbonden aan de onderneming.
Bij het overlijden van de vergunninghouder geldt dat de personen genoemd in het eerste lid in de onderdelen d, e en f dienen te voldoen aan de eisen als genoemd in het vorige lid in de onderdelen b en c om in aanmerking te komen voor de standplaats van de vergunninghouder op de betreffende marktdag.
Bij overlijden van de vergunninghouder treden de personen genoemd in het eerste lid, onderdelen a, b en c, die binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder een marktmarktvergunning hebben aangevraagd, in de rechten van de vergunninghouder op grond van de Marktverordening Maastricht 2009 en deze nadere regels.
Hoofdstuk III Toewijzen en innemen van standplaatsen
Artikel 12 Toewijzing standplaatsen
Een standplaats wordt toegewezen als vaste standplaats, dagplaats of standwerkerplaats. Een vrijgekomen of niet tijdig ingenomen vaste standplaats wordt als dagplaats uitgegeven zolang deze standplaats niet als vaste standplaats is uitgegeven of in het geval deze standplaats vervalt.
Artikel 13 Het toewijzen van een vaste standplaats
Voor toewijzing van een vrijgekomen vaste standplaats komen achtereenvolgens in aanmerking:
a. de gegadigde die actief door het college is benaderd voor een branche waarvan het minimale aantal zoals beschreven in het branchepatroon is bereikt;
b. de vergunninghouder aan wie een vaste standplaats is toegewezen en die zijn standplaats wil ruilen met een vrijgekomen vaste standplaats of die uitbreiding wenst van zijn standplaats, voor zover hij binnen de hem toegewezen branche blijft en de uitbreiding aansluit op de toegewezen standplaats;
c. de gegadigde die staat ingeschreven op de wachtlijst voor een branche die nog niet aangeboden wordt op de betreffende markt en die voorkomt op het branchepatroon voor de betreffende markt;
d. de gegadigde die staat ingeschreven op de wachtlijst in een branche die al wordt aangeboden op de betreffende markt, maar waarvan het in het branchepatroon bepaalde maximum aantal vergunninghouders nog niet is bereikt.
Bij de toewijzing volgens onderdeel b van het vorige lid heeft een vergunninghouder met een hogere anciënniteit voorrang op een vergunninghouder met een lagere anciënniteit. Bij de toewijzing volgens onderdeel c en de van het vorige lid heeft een gegadigde die hoger staat op de wachtlijst voorrang op een gegadigde die lager staat op de wachtlijst.
Artikel 14 Toewijzing vaste standplaats op de antiek- en curiosamarkt
De vaste vergunninghouder dient zijn standplaats om 8.30 uur te hebben ingenomen of telefonisch aan de marktmeester te hebben gemeld dat hij voor 9.00 uur aanwezig is. Indien de vaste vergunninghouder niet heeft gebeld en na 8.30 uur nog niet aanwezig is, wordt zijn standplaats aangemerkt als dagplaats.
In afwijking van het gestelde in lid 4 dient de vergunninghouder op de antiek- en curiosamarkt op zondag zijn standplaats om 11.30 uur te hebben ingenomen of telefonisch aan de marktmeester te hebben gemeld dat hij voor 12.00 uur aanwezig is. Indien de vergunninghouder niet heeft gebeld en na 11.30 uur nog niet aanwezig is, wordt zijn standplaats aangemerkt als dagplaats.
Artikel 15 Toewijzing dagplaats op de antiek- en curiosamarkt
De meeloper dient een afschrift van een geldig legitimatiebewijs te overleggen alsmede een registratiebewijs waaruit blijkt dat hij als ambulant handelaar staat ingeschreven.
Artikel 17 Toewijzing dagplaats
Voor een dagplaats komen achtereenvolgens in aanmerking:
a. de vergunninghouder met een vaste standplaats die tijdelijke uitbreiding wenst van zijn vaste standplaats, indien en voor zover hij binnen de hem toegewezen branche blijft, en de uitbreiding aansluit op de vaste standplaats, waarbij geldt dat een vergunninghouder met een hogere anciënniteit voorrang heeft op een vergunninghouder met een lagere anciënniteit;
b. de meeloper voor een branche die nog niet aangeboden wordt op de betreffende markt of voor een branche die al wordt aangeboden op de betreffende markt, maar waarvan het in het branchepatroon bepaalde maximum aantal vergunninghouders nog niet is bereikt.
Artikel 18 Toewijzing standwerkerplaats
Artikel 19 Vereisten inname standwerkerplaats
Samenwerken door maximaal twee standwerkers is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
a. de standwerkers bieden één artikel te koop aan;
b. de standwerkers melden zich gezamenlijk voor de loting aan en verklaren daarbij te willen samenwerken.
Zodra één van de als samenwerkende aangemelde standwerkers wordt ingeloot, vervalt het recht op deelname aan de loting van de tweede standwerker.
Hoofdstuk IV Bepalingen over het gebruik van materiaal
Artikel 21 huurkraam of verkoopwagen
Bij een aanvraag voor het gebruik van een verkoopwagen of ander eigen materiaal dient de vergunninghouder in ieder geval de volgende gegevens over te leggen:
a. een opgave van de lengte, hoogte en breedte;
b. een gedetailleerde tekening;
c. foto’s van de verkoopwagen of eigen materiaal;
d. een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal en apparatuur, indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden of gefrituurd kan worden. Dit bewijs moet jaarlijks opnieuw worden overgelegd, waarbij de laatste keuring van het materiaal niet langer dan één jaar mag hebben plaatsgevonden.
De vergunninghouder is verplicht zijn vaste of tijdelijke standplaats in zijn geheel in te nemen met de goederen uit de branche waarvoor hem de marktvergunning is verleend. De vergunninghouder met een vaste standplaats van wie de directe buurman niet aanwezig is, mag met toestemming van de marktmeester doorschuiven naar de standplaats van die buurman.
Artikel 22 eisen eigen materiaal en verkoopwagen
Een aanvraag voor het gebruik van eigen materiaal wordt geweigerd indien:
a. het eigen materiaal technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt zoals aangegeven in het in artikel 3 genoemde standplaatsenplan;
b. het eigen materiaal uitsteekt buiten de toegestane lengte en breder is dan 2,5 meter;
c. het hoogste punt van het eigen materiaal hoger is dan 3 meter;
d. het eigen materiaal niet voldoet aan de eisen van het uiterlijk aanzien van de markt.
Het gebruik van een verkoopwagen wordt geweigerd indien:
a. de verkoopwagen niet inpasbaar is op de markt volgens het in artikel 3 genoemde standplaatsenplan;
b. de verkoopwagen groter is dan de standplaatsruimte die in de marktvergunning is vermeld;
c. de hoogte van de voorste begrenzing van de verkoopwagen geringer is dan 2,10 meter;
d. de hoogte van de voorklep van de verkoopwagen die oversteekt buiten de standplaats geringer is dan 2,10 meter;
e. het hoogste punt van de verkoopwagen hoger is dan 3 meter;
f. de verkoopwagen breder is dan 2,5 meter;
g. dissels, zij- en achterkleppen, deuren en andere voorwerpen in verkoopopstelling uitsteken buiten de toegewezen standplaats.
Het is toegestaan dat de voorklep van de verkoopwagen oversteekt buiten de afmetingen van de toegewezen standplaats voor zover de voorklep zich bevindt boven de voor het publiek bestemde loopruimte. De voorklep dient de doorgang van de voertuigen tijdens de op- en afbouw van de markt niet te hinderen. Indien de marktmeester dit nodig oordeelt, dient de voorklep op zijn aanwijzing onmiddellijk te worden ingeklapt.
Artikel 22a Verkoopwagen dagmarkt
A. 1. De vergunninghouder aan wie op of na 1 augustus 2014 vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats op vier of meer dagen op de dagmarkt is verplicht zijn standplaats in te nemen met een verkoopwagen die voldoet aan de uiterlijke verschijningsvorm, maatvoering, specificaties en kleurstelling zoals vermeld in de bij deze nadere regels behorende bijlage 6.
2. Op de vergunninghouder aan wie voor 1 augustus 2014 vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats op vier of meer dagen op de dagmarkt, gaat de in het vorige lid bedoelde verplichting in indien hij met een nieuwe verkoopwagen standplaats inneemt doch uiterlijk op 1 januari 2020.
3. Op de vergunninghouder als genoemd in de vorige leden, is artikel 22, derde lid, onder e en f en het vierde tot en met het zevende lid, niet van toepassing.
Hoofdstuk V Bepalingen over het gebruik van een standplaats
Artikel 23 Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer goederen
Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats op de warenmarkt niet uiterlijk een uur voor aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de vergunninghouder de marktmeester uiterlijk een uur voor aanvang van de markt heeft verzocht zijn vaste staanplaats voor hem beschikbaar te houden. De vergunninghouder heeft dan de mogelijkheid om zijn standplaats tot uiterlijk de begintijd van de markt in te nemen.
Dit artikel is niet van toepassing op de dagmarkt op de Markt en het Vrijthof. De standplaats op de Markt dient in ieder geval om 10.00 uur ingenomen te zijn en op het Vrijthof om 11.00 uur. Op koopzondagen dienen de standplaatsen op de Markt en het Vrijthof in ieder geval om 11.30 uur ingenomen te zijn. Verkoop op deze markten dient in ieder geval tot 16.00 uur plaats te vinden.
Artikel 24 innemen standplaats
1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.
2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.
3. Het is de vergunninghouder niet toegestaan goederen of voorwerpen buiten de standplaats te plaatsen.
Artikel 25 Aantal keren innemen vaste standplaats
De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt minimaal tienmaal per kwartaal zijn standplaats op de markt in.
Op aanvraag van de vergunninghouder wordt één natuurlijk persoon aangewezen als persoon die hem bij de uitoefening van de markthandel bijstaat dan wel bij afwezigheid van deze vergunninghouder voor rekening en risico van de vergunninghouder diens marktverplichtingen nakomt, op voorwaarde dat aan deze persoon geen marktvergunning is verleend voor een markt die op die dag plaatsvindt.
Bij de aanvraag worden de volgende stukken overgelegd:
a. een geldig legitimatiebewijs;
b. een bewijs van inschrijving in het handelsregister niet ouder dan een maand, waaruit de registratie als bestuurder of medevennoot in de onderneming blijkt, indien het de persoon als bedoeld in het vorige lid in onderdeel d of e betreft;
c. een loonbelastingverklaring niet ouder dan een jaar en een arbeidsovereenkomst voor het aantal uren dat overeenkomt met het aantal uren dat de vergunninghouder op de markt zijn staanplaats inneemt, indien
het de persoon als bedoeld in het vorige lid in onderdeel f betreft.
Artikel 27 Ziekte of bijzondere omstandigheid
In geval van langdurige ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem eenmalig ontheffing verlenen van de verplichting om minimaal tienmaal per kwartaal de standplaats op de markt in te nemen.
Hoofdstukstuk VI Overige bepalingen
Artikel 28 Obstakels en welstand
a. de doorgang en de wandelgangen op het marktterrein op enigerlei wijze te belemmeren;
b. op een standplaats andere goederen dan die waarvoor marktvergunning is verleend, uit te stallen, aan te bieden, te verkopen, af te leveren of in voorraad te hebben;
c. op enigerlei wijze aan een huurkraam of eigen materiaal voorwerpen te bevestigen of te hebben, zodanig dat deze uitsteken buiten de standplaats;
d. voertuigen tijdens de openingstijden van de markt op het marktterrein te verplaatsen of te parkeren behoudens toestemming marktmeester.
Artikel 29 Schoonhouden en opleveren standplaats
a. ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;
b. tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen en op te slaan binnen de grenzen van zijn standplaats;
c. bij het verlaten van het marktterrein zijn standplaats en onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en zelf voor de afvoer van zijn marktafval zorg te dragen;
d. indien hij de opdracht krijgt om aan de voorzijde van zijn kraam of verkoopgelegenheid afvalbakken te plaatsen, hieraan te voldoen en volle afvalbakken leeg te maken. Dit afval hoort ook bij het bedrijfsafval van de vergunninghouder;
e. indien hij handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt, hiervoor maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester, en zo nodig op zijn aanwijzingen, te geschieden.
Artikel 30 Het gebruik van geluidsapparatuur
Het gebruikmaken van geluidsapparatuur is alleen toegestaan na verleende toestemming hiervoor van de marktmeester en mag geen overlast veroorzaken.
Artikel 31 Algemene veiligheidsnormen
In het kader van brandpreventie gelden de volgende voorschriften:
a. elektrische lampen dienen zo te worden gemonteerd dat zij niet in aanraking kunnen komen met gemakkelijk brandbare stoffen;
b. losse kabels moeten zich op een hoogte van ten minste 2.50 meter boven de grond bevinden en kabels die in de looppaden op de grond liggen moeten afgedekt worden met afdekmatten, dit ter goedkeuring van de marktmeester;
c. bij elke verkoopinrichting waar wordt gebakken of gebraden, moet een doelmatig blusapparaat, een blusdeken almede een deksel voor afsluiting van de pannen aanwezig zijn;
d. een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal dat de warmte slecht geleidt;
e. een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor geconstrueerde rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasflessen zijn verbonden;
f. lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld. In gebruik zijnde flessen moeten op een goed geventileerde plaats staan opgesteld en niet toegankelijk zijn voor derden;
g. emballage en verpakkingsmateriaal mogen niet in of nabij open vuur aanwezig zijn;
h. ballons met brandbaar gas gevuld, mogen niet aanwezig zijn.
i. zeilen van kramen en verkoopwagens dienen brandwerend te zijn.
Hoofdstuk VII Overgangs- en slotbepalingen Artikel 32
Waar vaste vergunninghouders op grond van de Marktverordening Maastricht 2009 over rechten beschikken die strijdig zijn met het bepaalde in dit reglement blijven die rechten gerespecteerd.
Het Marktreglement Maastricht 2011 en het Marktterreinenbesluit worden ingetrokken.
Artikel 34 Citeertitel en inwerkintreding
1. Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
2. Deze nadere regels worden aangehaald als: Marktreglement Maastricht.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht op 1 juli 2014.
C59 - bijlagen marktreglemen t(bijlagen 1 t/m 5)