Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening subsidiering van woonconsumenten (-organisaties) |
Citeertitel | Verordening subsidiering van woonconsumenten (-organisaties) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
1) De verordening van 1993 is bij inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.
2) De wijziging van 1997 heeft betrekking op het algemeen geldend verklaren van de verordening voor het gehele grondgebied naar aanleiding van de gemeentelijke herindeling.
Gemeentewet, art. 149
1.geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-1997 | 04-01-2014 | toelichting | 27-03-1997 Gemeenteblad 1997/18 | 33/3a |
In deze verordening wordt verstaan onder:
activiteiten: werkzaamheden die verricht worden door woonconsumenten, door woonconsumenten-organisaties of door derden, die gericht zijn op het versterken van de positie van woonconsumenten in de volkshuisvesting of die gericht zijn op de realisering van een concreet project ten behoeve van woonconsumenten;
Indien het bedrag, dat als subsidie voor een activiteit is toegekend, door de aanvrager, nadat de activiteit verwezenlijkt is, van derden kan worden ontvangen, dan is de aanvrager verplicht om dit bedrag op verzoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente geheel of gedeeltelijk terug te storten. Dit teruggestorte bedrag wordt toegevoegd aan het op grond van artikel 2 door de gemeenteraad vastgestelde bedrag voor de subsidiëring van woonconsumenten en woonconsumenten(-organisaties).
Bepalingen met betrekking tot aanvragen voor subsidiëring van apparaatskosten.
Het door de gemeenteraad op grond van de artikelen 2 en 3 vastgestelde bedrag ten behoeve van de subsidiëring van activiteiten en/of apparaatskosten loopt over het in artikel 9 vermelde tijdvak.
Jaarlijks vóór 1 december van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag van toepassing is plegen burgemeester en wethouders zonodig overleg met de in artikel 4 genoemde belanghebbenden omtrent de raming van de in artikel 10 bedoelde bedragen.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen één maand na het in artikel 11 bedoelde overleg.
Als tijdstip van ontvangst van een aanvraag voor de toekenning van subsidie voor activiteiten of voor apparaatskosten geldt het moment waarop de aanvraag aan de in deze verordening gegeven voorschriften voldoet.
Burgemeester en wethouders beslissen over alle aanvragen voor subsidiëring van activiteitenkosten en/of apparaatskosten in het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar waarvoor subsidie is aangevraagd.
Het bedrag, dat burgemeester en wethouders hebben toegekend als voorlopige subsidie, wordt terstond als voorschot betaalbaar gesteld. Het voorschot kan niet hoger worden dan door burgemeester en wethouders, conform het in artikel 15 genoemde besluit, is vastgesteld.
De aanvrager dient binnen 3 maanden na de beëindiging van het begrotingsjaar waarover de voorlopige subsidie is verleend alle rekeningen en betalingsbewijzen te hebben ingediend. Nadat de aanvrager het college van burgemeester en wethouders aan de hand van deze bewijzen heeft aangetoond, dat de activiteitenkosten en/of apparaatskosten van de in de begroting opgenomen kosten daadwerkelijk zijn gemaakt ten behoeve van de zaken waarvoor burgemeester en wethouders de subsidie hebben toegekend, wordt de definitieve subsidie vastgesteld.
Indien aan de hand van de betalingsbewijzen blijkt, dat de activiteitenkosten en/of apparaatskosten van de in de begroting opgenomen kosten uiteindelijk lager blijken en daardoor het verstrekte voorschot hoger is dan de werkelijk gemaakte kosten, dan is de aanvrager verplicht het resterende bedrag terug te storten aan de gemeente.
In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, indien naar hun oordeel strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een onaanvaardbare beslissing, afwijken van de bepalingen van deze verordening.
Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening subsidiëring van woonconsumenten(-organisaties) 1993". Zij treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 1993.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Roosendaal en Nispen in zijn openbare vergadering van 25 februari 1993.
Algemeen geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Roosendaal bij raadsbesluit van 27 maart 1997