Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2012 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | parkeren, parkeervergunning |
Vervangt de regeling Verordening parkeerregulering 2011, afdeling I, II, III en IV
Art. 1a heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2012
Parkeerbesluit
Besluit Nadere Regels
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-04-2012 | 01-06-2017 | Nieuwe regeling | 08-03-2012 Stadskrant d.d. 12-04-2012 | 2011/468319 |
Afdeling I. Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een gehandicaptenvoertuig, een kampeerauto, een vrachtwagen dan wel een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het gehandicaptenvoertuig, een kampeerauto, een vrachtwagen dan wel het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Deze vergunning kan worden verleend aan de houder van een gehandicaptenvoertuig dan wel een motorvoertuig, niet zijnde een kampeerauto of vrachtwagen, wanneer deze:
gevestigd is in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van de hoofdactiviteit van diens bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied in de directe nabijheid van de vestiging een motorvoertuig te parkeren;
Aanvrager wordt geacht te beschikken over eigen parkeergelegenheid als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a., sub ii en b., indien de aanvrager woont op een nieuw- of verbouwcomplex dat voldoet aan de parkeernorm, zoals bedoeld in artikel 2.5.30 van de Haarlemsche Bouwverordening, en de aanvrager middels koop of huur beschikt of had kunnen beschikken over parkeergelegenheid gerealiseerd in het kader van het nieuw- of verbouwcomplex.
Het college kan aan bewoners van het gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn een vergunning afgeven waarmee voor maximaal drie uur in dit gebied geparkeerd kan worden. Per woonadres worden maximaal twee vergunningen verstrekt. Deze vergunning wordt verstrekt aan de bewoner aan wie een vergunning voor de eerste auto, als bedoeld in lid 2 jo. artikel V van het Besluit Parkeerregulering, is afgegeven. Is op een woonadres geen vergunning, als bedoeld in lid 2, afgegeven dan wordt de vergunning, als bedoeld in dit lid, verstrekt aan de bewoner die het langst op dat woonadres verblijft.
Het college kan op verzoek een tijdelijke vergunning verlenen voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen en belanghebbendenplaatsen. Deze tijdelijke vergunning wordt verleend aan:
diegene die in het huwelijk treedt in een door het college aangewezen trouwlocatie gelegen in een gebied met parkeerapparatuurplaatsen en / of belanghebbendenplaatsen, indien en voorzover in het aanwijzingsbesluit trouwlocatie voorzien is in de mogelijkheid van een tijdelijke vergunning, op de dag van het huwelijk;
Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning voor autodate kan het college tevens voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.
Afdeling V Overige, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 12 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot afdeling II van deze verordening.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.