Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde welstandscommissie |
Citeertitel | Reglement van Orde welstandscommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Wijziging d.d. 1 januari 2011 i.v.m. wijziging organisatiestructuur en daarmee wijziging afdeling-, team- en functiebenamingen + wijziging i.v.m. Wabo
1.Welstandsnota
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-09-2011 | wijziging i.v.m. wijziging organisatiestructuur + wijziging i.v.m. wabo | 10-02-2011 Gemeenteblad 2011, nr.18, Roosendaalse Bode 20 februari 2011 | AO / 10-68139 | |
30-06-2004 | 15-02-2011 | nieuwe regeling | 23-06-2004 Gemeenteblad 2004/35 | BS/2004-64 |
De raad van de gemeente Roosendaal;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 juni 2004, nr. 64;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 8, zesde lid, 12, 12a, 12b, 12c van de Woningwet, artikel 10.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 6.2 van het Besluit omgevingsrecht en hoofdstuk 9 van de Bouwverordening gemeente Roosendaal,
vast te stellen de navolgende verordening: het Reglement van Orde welstandscommissie op grond van artikel 8 van de Woningwet
bijlage behorende hoofdstuk 9 van de Bouwverordening gemeente Roosendaal
De welstandscommissie is belast met zowel wettelijk verplichte als niet wettelijk verplichte taken. De wettelijke taken van de welstandscommissie worden uitgevoerd op grond van de Woningwet. De commissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijk welstandsbeleid, zoals dat is vastgelegd in de gemeentelijke welstandsnota.
Jaarverslag welstandscommissie.
De welstandscommissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden. In het verslag zet de commissie tenminste uiteen op welke wijze zij toepassing heeft gegeven aan de welstandscriteria.
Tenminste eenmaal per jaar vindt, ten behoeve van het jaarverslag, een evaluatiegesprek plaats tussen een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de welstandscommissie.
De welstandscommissie Roosendaal bestaat uit tenminste vier leden, die allen een speciale deskundigheid bezitten op het gebied van architectuur en welstand. Daarnaast bezitten tenminste twee leden affiniteit met c.q. deskundigheid op het gebied van stedenbouw. Van de leden wordt verwacht dat zij interesse hebben in Roosendaal en dat zij over communicatieve vaardigheden beschikken.De voorzitter wordt door en uit de commissie benoemd.
De leden van de welstandscommissie worden op voordracht van burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen door de gemeenteraad. Alle leden van de welstandscommissie kunnen ten hoogste voor een termijn van drie jaar worden benoemd. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar. Het streven is om per jaar niet meer dan één nieuw lid in de welstandscommissie te benoemen. Bij het ontstaan van een vacature doet de welstandscommissie een aanbeveling van tenminste twee personen aan burgemeester en wethouders.
Uit oogpunt van onafhankelijkheid mogen de leden van de welstandscommissie niet ondergeschikt zijn aan het gemeentebestuur of belangen in de gemeente Roosendaal hebben die gerelateerd zijn aan het welstandstoezicht.Indien één van de welstandscommissieleden direct of indirect betrokken is bij een aanvraag die ter beoordeling aan de welstandscommissie wordt voorgelegd, neemt hij of zij geen deel van de beraadslaging en de eindbeoordeling van het betreffende plan. In dat geval wordt het lid in de commissie gedurende de gehele vergadering vervangen door een ander lid van de welstandscommissie.
De voorzitter van de welstandscommissie is verantwoordelijk voor het verloop van de vergadering en de algemene kwaliteit van de advisering. De voorzitter leidt de vergadering, zorgt ervoor dat eventuele verschillen in opvatting helder naar voren worden gebracht en integreert de verschillende visies tot een gemeenschappelijk gedragen eindadvies. Ook heeft de voorzitter tot taak de welstandscommissie, de welstandsadviezen en het jaarverslag naar buiten toe te vertegenwoordigen.
De leden van de welstandscommissie zijn mede verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke kwaliteit van de advisering en zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke beoordeling over de welstandsaspecten van alle aanvragen om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Eén van de leden kan door de welstandscommissie worden gemandateerd om met planindieners en ontwerpers vooroverleg over bouwplannen te voeren. Van dit vooroverleg wordt aan de welstandscommissie gerapporteerd.
De welstandscommissie wordt bijgestaan door een ambtelijke secretaris, die door burgemeester en wethouders is benoemd en deel uitmaakt van de Afdeling Dienstverlening.De secretaris neemt geen deel aan de beraadslagingen maar heeft een belangrijke coördinerende, toelichtende en rapporterende taak. De secretaris ondersteunt de welstandscommissie, ontvangt de bezoekers, adviseert de commissie op het gebied van gemeentelijk beleid, zorgt voor de agenda en de vergadernotulen, de administratieve verwerking van de adviezen en het verzamelen van gegevens voor het jaarverslag. De secretaris is tevens verantwoordelijk voor de digitale advisering van de welstandsadviezen, het samenstellen van het jaarverslag en het evalueren van het welstandsbeleid.
De welstandscommissie wordt eveneens bijgestaan door een stedenbouwkundige, deel uitmakend van de Afdeling Ontwikkeling. De stedenbouwkundige neemt geen deel aan de beraadslagingen, maar adviseert de commissie op het gebied van stedenbouwkundige aspecten in relatie tot een door de commissie uit te brengen welstandsadvies.
Een bijeenkomst van de welstandscommissie wordt aangevuld met twee leden van de monumentencommissie wanneer de beoordeling aan de orde komt van niet ingrijpende verbouwingen aan gemeentelijke monumenten en verbouwingen aan beeldbepalende en- beeldondersteunende panden, alsmede panden die zijn opgenomen in het rapport “De cultuurhistorische Inventarisatie Noord-Brabant/Monumenten Inventarisatie Project (M.I.P.)”.
3. Werkwijze van de welstandscommissie
4. Bepalingen met betrekking tot de openbaarheid en bekendmaking van vergaderingen
Het openbaar deel van de agenda, wordt tijdig bekendgemaakt via een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. De agenda van de bouwplannen ligt ter inzage bij het gemeentelijk informatiecentrum en wordt ook via internet beschikbaar gesteld.
Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.
In het geval dat de aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen in de vergadering van de welstandscommissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de vergunning een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de welstandscommissie waarin de aanvraag wordt behandeld.
Behandeling van vergunningsaanvragen bij mandaat is openbaar.
Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.
Burgemeester en Wethouders kunnen de beoordeling of een vergunningsplichtig bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand mandateren aan een of meerdere door hen aan te wijzen ambtenaren, indien en voorzover er sneltoetscriteria voor die plannen zijn vastgesteld. Toetsing door ambtenaren vindt niet plaats in het openbaar.
7. Vorm waarin het advies wordt uitgebracht
De welstandscommissie brengt heldere en goed beargumenteerde adviezen uit aan burgemeester en wethouders over de vraag of 'het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of een standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand’ (artikel 12 lid 1 Woningwet). Dit wordt beoordeeld aan de hand van de criteria zoals opgenomen in de welstandsnota.
Een welstandsadvies kan de volgende uitkomsten hebben:
De welstandscommissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Desgewenst motiveert de commissie haar advies schriftelijk.
De welstandscommissie is van oordeel dat het plan op onderdelen niet voldoet aan de toetsingscriteria uit de welstandsnota, tenzij wordt voldaan aan de voorwaarden zoals de welstandscommissie die - verwijzend naar de welstandscriteria - heeft geformuleerd. De commissie geeft nauwkeurig aan welke onderdelen van het plan gewijzigd moeten worden. De aanvrager krijgt vervolgens de gelegenheid zijn plan aan te passen, voorzover de gemeente van oordeel is dat dit nog binnen de resterende vergunningtermijn kan worden gerealiseerd. B&W kan ook besluiten om de voorwaarden van het welstandsadvies op te nemen in de bouwvergunning.
De commissie is van oordeel dat het bouwplan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Een negatief welstandsadvies betekent dat een bouwplan ingrijpend moet worden gewijzigd. Adviseert de commissie negatief, dan geeft ze een nauwkeurige schriftelijke motivering. Deze bevat een korte omschrijving van het ingediende plan, een verwijzing naar de van toepassing zijnde welstandscriteria en een samenvatting van de beoordeling van het plan op die punten.
De welstandscommissie kan het advies aanhouden – waarbij de Afdeling Dienstverlening aangeeft of en hoe lang dit mogelijk is binnen de resterende vergunningtermijn - wanneer meer informatie of een toelichting van de ontwerper noodzakelijk is.
8. Afwijken van het welstandsadvies en/of -criteria
Burgemeester en wethouders kunnen, eventueel op advies van de welstandscommissie, gemotiveerd (op welstandsgronden) afwijken van de gebiedsgerichte welstandscriteria, de criteria voor de specifieke bouwwerken en de sneltoetscriteria. Dat kan bij plannen die niet voldoen aan de vastgelegde criteria maar wél aan redelijke eisen van welstand. Burgemeester en wethouders verwijzen in dat geval naar de algemene criteria in de welstandsnota.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Roosendaal in zijn openbare vergadering van 23 juni 2004