Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tholen

Verordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering Tholen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTholen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering Tholen 2011
CiteertitelVerordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering Tholen 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200030-06-2014Onbekend

07-07-2011

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering Tholen 2011

De raad van de gemeente Tholen,

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet,

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende: verordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woning-verbetering Tholen 2011.

Hoofdstuk 1 - Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Het college: Het college van de gemeente Tholen.

  • 2.

    De raad: De gemeenteraad van Tholen.

  • 3.

    Duurzame particuliere woningverbetering: Het treffen van energiebesparende maatregelen aan dan wel voorzieningen ter verbetering van een individuele, door de eigenaar bewoonde woning, op een zodanige wijze dat instandhouding van de lagere woonlasten en/of wooncomfort gedurende een langere periode zijn gewaarborgd.

  • 4.

    Leningenplafond: Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor het verstrekken van leningen, zoals bedoeld in deze verordening.

  • 5.

    SVn: Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten.

  • 6.

    Stimuleringsfonds Particuliere Woningverbetering: Het fonds waaruit de gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst met SVn, een lening voor duurzame particuliere woningverbetering kan toekennen, en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort.

  • 7.

    Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering: Een lening die ten doel heeft om eigenaars/bewoners te stimuleren om hun woning op te knappen (particuliere woningverbetering) en die wordt verstrekt volgens de in deze verordening vastgestelde regels.

  • 8.

    Aanvrager: De eigenaar die de aanvraag doet. Bij twee of meer eigenaren van één woning gelden zij gezamenlijk als aanvrager.

  • 9.

    Eigenaar/bewoner: Degene die volgens het kadaster de woning in eigendom heeft en die de woning op het moment van aanvraag feitelijk bewoont.

  • 10.

    Werkelijke kosten: De kosten van materialen en werkzaamheden voor zover noodzakelijk voor het treffen van maatregelen met betrekking tot duurzame particuliere woningverbetering als bedoeld in artikel 8, vermeerderd met de kosten van een EPA-maatwerk-advies, legeskosten, bijkomende kosten voor het verkrijgen van de Stimuleringslening(en) en verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen in deze kosten.

  • 11

    EPA-maatwerkadvies: Een Energie Prestatie Advies dat voorafgaand aan het uitvoeren, plaatsen of aanbrengen van één of meer van de in artikel 8 derde lid genoemde maatregelen wordt opgesteld door een gecertificeerd bedrijf en dat voldoet aan BRL 9500-02 voor bestaande woningen, dan wel de meest recente opvolgende landelijk geldende eis op dit gebied.

Hoofdstuk 2 - Algemene bepalingen

Artikel 2
  • 1.

    De Provincie Zeeland heeft een Stimuleringsfonds Duurzame Particuliere Woningverbetering ingericht waaruit aan de in artikel 6 lid 2 bedoelde eigenaar/bewoners leningen kunnen worden toegekend voor het treffen van energiebesparende maatregelen aan dan wel ter verbetering van hun woning op een zodanige wijze dat de instandhouding en/of levensloopgeschiktheid gedurende een langere periode is gewaarborgd.

  • 2.

    De leningen als bedoeld in lid 1 kunnen worden uitgekeerd tot en met 31 december 2013.

  • 3.

    Het Stimuleringsfonds Particuliere Woningverbetering is ondergebracht bij SVn en past binnen de deelnemingsovereenkomst tussen de Provincie Zeeland en SVn.

Artikel 3

Op de leningen voor duurzame particuliere woningverbetering zijn van toepassing de SVn-documenten ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’ en de ‘Productspecificaties van stimuleringsleningen’ zoals deze documenten aanwezig zijn in de SVn-informatiemap die deel uitmaakt van de deelnemingsovereenkomst tussen Provincie Zeeland en SVn.

Artikel 4

De raad kan de werkingssfeer van deze verordening of onderdelen daarvan naar tijd en plaats beperken of verruimen.

Artikel 5
  • 1.

    Het college is bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering toe te kennen aan de in artikel 6 lid 2 bedoelde eigenaar/bewoners.

  • 2.

    Het college kan bij haar beslissing op grond van het eerste lid rekening houden met financiële steun die op grond van enige andere regeling is of kan worden toegekend.

  • 3.

    Het college kan aan de toekenning van een stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering nadere voorwaarden verbinden.

Hoofdstuk 3 - Toepassingsbereik

Artikel 6
  • 1.

    Deze verordening is uitsluitend van toepassing op woningen in de gemeente Tholen, die geschikt en bestemd zijn voor permanente bewoning en een WOZ-waarde vertegenwoordigen van maximaal € 170.000,-.

  • 2.

    Deze verordening is van toepassing op leningaanvragen van in de gemeente Tholen woonachtige verblijfsgerechtigde personen en personen die in de gemeente Tholen komen wonen en eigenaar worden van een woning.

Hoofdstuk 4 - Financiering

Artikel 7
  • 1.

    Het leningenplafond voor de gemeente Tholen is tot en met 31 december 2011 vastgesteld op € 180.000,-. Na deze datum vervallen deze specifieke aanwijzingsrechten en is het resterende budget beschikbaar voor alle Zeeuwse gemeenten tot en met 31 december 2013.

  • 2.

    De hoofdsom van de door het college toegekende Stimuleringslening(en) is in beginsel gelijk aan het bedrag van de door het college aanvaarde werkelijke kosten.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid bedraagt de minimale hoogte van de lening € 5.000 en de maximale hoogte € 30.000.

  • 4.

    De lening heeft een looptijd van maximaal 20 jaren, ingaande op het moment dat de lening geacht moet worden definitief te zijn vastgesteld.

  • 5.

    Maximaal 30% van het geleende bedrag mag worden aangewend voor de vernieuwing van badkamer en keuken.

  • 6.

    Het rentepercentage bedraagt 1% en geldt gedurende de gehele looptijd van de lening.

Artikel 8
  • 1.

    Aan een eigenaar/bewoner van een woning als bedoeld in artikel 6 lid 2 kan een lening worden toegekend voor het treffen van energiebesparende maatregelen aan dan wel voorzieningen ter verbetering van de woning.

  • 2.

    De kosten van aannemers, erkende installateurs en leveranciers betreffende de volgende energiebesparende maatregelen komen in aanmerking voor financiering met een lening als bedoeld in deze verordening:

    • 1.

      Thermische isolatie

    • 2.

      grijswatercircuit

    • 3.

      cv-ketel

    • 4.

      zonne-energie

    • 5.

      warmtepomp

    • 6.

      warmteterugwinning douchewater

    • 7.

      warmtekrachtkoppeling

    • 8.

      opmaak energielabel met maatwerkadvies

  • 3.

    De maatregelen genoemd in lid 2 sub a tot en met h worden nader gespecificeerd in bijlage I.

  • 4.

    Voor de kosten van de in lid 2 sub a tot en met sub g genoemde maatregelen geldt dat zij enkel in aanmerking worden genomen ingeval zij - na realisatie - op zich dan wel gezamenlijk leiden tot verbetering van het energielabel met ten minste één klasse. De verbetering van het energielabel dient aangetoond te worden door een erkende EPA-adviseur (Energie Prestatie Advies).

  • 5.

    De kosten van aannemers, erkende installateurs en leveranciers betreffende de volgende voorzieningen ter verduurzaming en verbetering van de woning komen in aanmerking voor financiering met een lening als bedoeld in deze verordening:

    • a.

      het treffen van voorzieningen tot opheffen van gebreken aan het casco van de woning.

      Onder het casco van de woning wordt verstaan de:

    • -

      funderingen, dragende muren en kolommen, het geraamte van het gebouw met de ondergrond, het ruwe metsel- en voegwerk, vloeren, buitengevels inclusief kozijnen met ramen en deuren, balkconstructies, daken inclusief bedekking en randafwerking, alsmede alle lood- en zinkwerken, gootconstructies, dakkapellen, dakramen, schoorstenen, rookgasafvoeren en ventilatiekanalen;

    • -

      technische installaties, met daarbij behorende leidingen voor gas, water en elektriciteitsvoorziening en de afvoer van afval- en hemelwater met de riolering.

    • b..

      onder het treffen van voorzieningen tot het opheffen van gebreken wordt verstaan:

    • -

      verbeteren van een fundering op staal.

    • -

      herstel van de gevels en dragende muren.

    • -

      herstel van vloerconstructies.

    • -

      herstel van kapconstructies, waaronder wordt verstaan het repareren of het vernieuwen van de kapconstructie, zoals gordingen, muurplanten en spant(en).

    • -

      verwijderen asbest en/of loden leidingen.

    Dit alles uitsluitend in eerste aanleg.

  • 6.

    De maatregelen genoemd in lid 5 sub b worden nader gespecificeerd in bijlage II.

  • 7.

    De kosten van aannemers, erkende installateurs en leveranciers betreffende de volgende voorzieningen strekkende tot het bevorderen van de geschiktheid van de woning voor de huisvesting van ouderen, komen in aanmerking voor financiering met een lening als bedoeld in deze verordening:

    • a.

      onder de voorzieningen tot bevordering van de geschiktheid voor de huisvesting van ouderen worden die basiseisen bedoeld als genoemd in het Handboek Woonkeur in het Basispakket deel C voor woningen. Deze zijn:

    • -

      de hoofdkenmerken van het casco maken, ook in de toekomst, de woning bruikbaar en toegankelijk. Alle reëel bereikbare deuren en ramen die toegang geven tot de woning zijn voldoende inbraakwerend, zonder de gebruiksvriendelijkheid te schaden;

    • -

      de entree van een woning moet toegankelijk zijn, sociaal veilig en inbraakwerend;

    • -

      de verkeersruimten in een woning zijn toegankelijk en bruikbaar;

    • -

      hoogteverschillen in de woning moeten door de bewoners veilig en met een beperkte inspanning kunnen worden overbrugd. Trappen moeten voldoende ruimte bieden, ten minste 900 mm tussen de leuningen;

    • -

      er dient een reservering te zijn voor verticaal personentransport, wanneer één of meer primaire ruimten op de verdieping liggen;

    • -

      verblijfsruimten zijn toegankelijk, bruikbaar en dienen rechtstreeks, met uitzondering van de keuken, vanaf de voordeur of via verkeersruimten ontsloten te worden;

    • -

      voldoende ruimte voor woon- slaap- en kookfunctie;

    • -

      voldoende gebruiks- en plaatsingsruimte voor apparatuur;

    • -

      bewoners, al dan niet met beperking, kunnen badkamer en toiletruimte bereiken en gebruiken;

    • -

      de (elektrische) installaties, ventilatie- verwarmingsvoorzieningen in de woning zijn toegankelijk en dragen bij aan de veiligheid en comfort van de bewoners;

    • -

      bewoners worden tijdig gealarmeerd als er rook ontstaat;

    • -

      een alarmeringssysteem valt later eenvoudig aan te brengen;

  • 8.

    Voor de toelichting van de basiseisen genoemd in lid 7a wordt verwezen naar bijlage III.

  • 9.

    Bij de uitvoering van de genoemde werkzaamheden dient zoveel als mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzaam geproduceerde bouwmaterialen.

  • 10.

    Het college kan de hiervoor vermelde lijst van duurzaamheidsmaatregelen genoemd onder lid 2, 5 en 7 uitbreiden en/of inkorten.

Artikel 9
  • 1.

    De eigenaar/bewoner betaalt maandelijks rente en aflossing volgens de SVn-voorwaarden.

  • 2.

    Extra aflossing van de lening is altijd en zonder boete mogelijk.

  • 3.

    Bij verkoop van de woning wordt de restant schuld ineens en volledig afgelost.

Hoofdstuk 5 - Aanvraag en toekenning

Artikel 10

Werkzaamheden kunnen omgevingsvergunningsplichtig zijn. Het in bezit zijn van een omgevingsvergunning dan wel zicht hebben op een omgevingsvergunning kan een voorwaarde zijn om in aanmerking te komen voor een lening.

Artikel 11

Een aanvraag wordt schriftelijk bij het college ingediend middels een daartoe beschikbaar gesteld formulier en gaat vergezeld van een opgave van:

  • a.

    de te treffen maatregelen; zo mogelijk in een bouwplan weergegeven;

  • b.

    de werkelijke kosten van de te treffen maatregelen alsmede een financiële onderbouwing van deze opgave; een gespecificeerde begroting waarin hoeveelheden, materialen, manuren, winst en risico etc. zijn te onderscheiden;

  • c.

    een kopie van de samenvatting van het EPA-maatwerkadvies indien energiebesparende maatregelen worden getroffen;

  • d.

    een planning van de uitvoering van de werkzaamheden;

  • e.

    een kopie van (de aanvraag van) een eventueel benodigde omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen.

Artikel 12
  • 1.

    Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 11 binnen twee weken.

  • 2.

    Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren. Gedurende deze termijn wordt de beslistermijn opgeschort.

  • 3.

    Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn gecompleteerd is, beslist het college binnen vier weken de aanvraag niet te behandelen.

  • 4.

    Het college handelt de volledige aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

  • 5.

    Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag compleet is ontvangen.

  • 6.

    Het college kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 13

Het college wijst de aanvraag af, indien:

  • a.

    het leningenplafond bereikt is of het resterende budget in de voorziening Stimuleringsfonds Particuliere Woningverbetering niet toereikend is om de aanvraag te honoreren.

  • b.

    de werkelijke kosten van verbetering naar zijn oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat.

  • c.

    de werkelijke kosten van verbetering lager zijn dan het minimumbedrag zoals genoemd in artikel 7 lid 3.

  • d.

    de aanvraag wordt ingediend na het treffen van de maatregelen.

  • e.

    naar zijn oordeel gegronde redenen bestaan aan te nemen dan wel vastgesteld wordt dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening wordt of zal worden voldaan.

  • f.

    voor dezelfde woning voor dezelfde dan wel andere maatregelen op een aanvraag op grond van de Subsidieverordening Duurzaam en Energiezuinig Bouwen positief is beslist.

Artikel 14
  • 1.

    Aanvrager wordt getoetst door SVn.

  • 2.

    SVn voert een kredietbeoordeling uit. De kosten hiervan komen voor rekening van de aanvrager.

  • 3.

    De toekenning van een Lening Duurzame Particuliere Woningverbetering is afhankelijk van de resultaten van de in lid 1 genoemde toets en de in lid 2 genoemde beoordeling.

  • 4.

    SVn beheert de toegekende lening voor duurzame particuliere woningverbetering.

  • 5.

    Verstrekte leningen worden geregistreerd door het Bureau Krediet Registratie.

Artikel 15
  • 1.

    Verstrekking van de Lening Duurzame Particuliere Woningverbetering vindt plaats via een bouwkrediet van SVn.

  • 2.

    Uitbetaling vindt plaats naarmate het werk vordert en op basis van facturen van door aannemers, erkende installateurs en leveranciers geleverde goederen en diensten.

  • 3.

    Het bouwkrediet stopt zodra de maatregelen zijn uitgevoerd. SVn verrekent daarna de eventuele tegoeden of tekorten.

Hoofdstuk 6 - Hardheidsclausule, slot- en overgangsbepalingen

Artikel 16

Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel

tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 18

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering Tholen 2011’.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 7 juli 2011.

, burgemeester.

, griffier.

Bijlage I Specificatie energiebesparende maatregelen

Thermische Isolatie

De thermische isolatiewerkzaamheden die onder deze verordening vallen zijn:

  • -

    gevelisolatie

  • -

    dakisolatie

  • -

    vloer- en bodemisolatie

  • -

    HR-glas.

Als minimumeis voor vloer-, dak-, en gevelisolatie geldt dat de thermische isolatiewaarde dient te voldoen aan hetgeen gesteld in het bouwbesluit voor nieuwbouw.

Als minimumeis voor beglazing geldt dat HR++ beglazing met een u-waarde van ≤ 1,2 Wm2K dient te worden toegepast.

 

Grijswatercircuit

Het grijswatercircuit moet voor huishoudelijk gebruik worden aangebracht met minimaal aangesloten de toiletspoelingen en minimaal een voorraadvat van 2 m3.

 

CV-ketel

De cv-ketel moet het gaskeurHRE-keurmerk hebben en mag eventueel gecombineerd worden met een warmtepomp.

 

Zonne-energie

De PV-installatie moet een minimaal vermogen hebben van 1,0 kWp en zijn aangebracht conform de NEN 1010.

De zonneboiler moet een minimale jaaropbrengst hebben van 3,1 GJ.

 

Warmtepomp

De warmtepomp moet gebruikt worden voor de hoofdverwarming en minimaal een thermisch vermogen hebben van 3,2 kW of moet ondersteunend zijn voor de cv-ketel en opgenomen zijn in het verwarmingscircuit. De COP waarde dient minimaal 4 te zijn.

 

Warmteterugwinning douchewater

De warmteterugwinning uit douchewater (douche-WTW) moet minimaal aangesloten zijn op 1 douche.

 

Warmtekrachtkoppeling

De warmtekrachtkoppeling (wkk) moet minimaal een thermisch vermogen hebben van 3,2 kW en kan bestaan uit een HRE ketel of een vergelijkbaar toestel dat zowel warmte als elektriciteit opwekt.

 

Energielabel

Het energielabel moet voorzien zijn van een maatwerkadvies.

Bijlage II Specificatie opheffen van gebreken aan het casco van de woning

Het verbeteren van een gemetselde fundering op staal. Hieronder wordt verstaan:

  • -

    het ontgraven van de fundering;

  • -

    het slopen van een verzakt gedeelte inclusief de benodigde stutwerkzaamheden;

  • -

    het opmetselen en het aanhelen;

  • -

    het maken van een (gevel)dragende betonnen begane grond vloerconstructie met inkassing van de gevels ter vervanging van een (aangetaste) houten begane grondvloer constructie.

 

Het herstel van de gevels en dragende muren. Hieronder wordt verstaan:

  • -

    het vervangen van dragend halfsteens of steens metselwerk of spouwmuur of vergelijkbare constructies welke in slechte conditie verkeren;

  • -

    het vervangen van buitenkozijnen, inclusief bijbehorende ramen en deuren welke in slechte conditie verkeren;

  • -

    het vervangen van lateien met constructieve schade of die welke koudebruggen vormen.

 

Het herstel van houten vloerconstructies. Hieronder wordt verstaan:

  • -

    het slopen van plinten en verrotte vloerdelen;

  • -

    het slopen van verrotte houten balken en/of het waterpas stellen van bestaande balken;

  • -

    het aanbrengen van (nieuwe) houten balken of vloeren of vloerdelen en plinten;

  • -

    het vervangen, in samenhang met de vloer, van trappen met een minimummaat van de optrede en een maximummaat van de aantrede is bepaald in overleg met de afdeling vergunningen.

 

Indien het houten begane grondvloer constructies betreft dienen deze te worden vervangen door een betonnen vloer, al dan niet uitgevoerd als (geveld)dragende vloerconstructie.

 

Het herstel van kapconstructies, waaronder wordt verstaan het repareren of het vernieuwen van de kapconstructie, zoals gordingen, muurplanten, spant(en) en in samenhang hiermee:

  • -

    het afhalen en het aanbrengen (zo nodig vernieuwen) van de dakbedekking;

  • -

    het afhalen en het aanbrengen (zo nodig vernieuwen) van de panlatten, tengels en dakbeschot;

  • -

    het zonodig bestrijden van ongedierte en/of preventief behandelen van de kapconstructie en het dakbeschot tegen aantasting door ongedierte;

  • -

    het vernieuwen van goten;

  • -

    het vernieuwen van schoorstenen.

 

Het verwijderen van asbesthoudende onderdelen en/of loden leidingen

  • -

    Het door een gecertificeerd bedrijf doen verwijderen van asbesthoudende onderdelen die in de woning aanwezig zijn;

  • -

    Het verwijderen van loden leidingen en het aanbrengen van (vervangend) leidingwerk.

 

Het verbeteren van de invoer van nutsvoorzieningen

  • -

    Het creëren van een gecombineerde meterkast met invoer mantelbuizen conform de aansluitvoorwaarden van de nutsbedrijven;

  • -

    Het vervangen van de oude elektra meteropstelling en stoppenkast door een meterkastopstelling met voldoende groepen met installatieautomaten en aardlekschakelaars conform huidige regelgeving.

Bijlage III Toelichting bevordering van de geschiktheid voor de huisvesting van ouderen

Onder het bevorderen van de geschiktheid voor de huisvesting van ouderen wordt verstaan het zodanig aanpassen van de woning dat de bewoners ook op latere leeftijd nog in de woning kunnen blijven wonen. Hierbij valt te denken aan het weghalen van drempels, het aanpassen van sanitaire ruimten en het voorbereiden of het realiseren van een slaapkamer met badkamer op de begane grond.

 

De keuken moet zodanig ingericht zijn dat bewoners ook op oudere leeftijd nog gebruik kunnen maken van de kastruimte en de apparatuur op een veilige wijze kunnen bedienen. Bijvoorbeeld het plaatsen van een magnetron op zodanige hoogte dat thuismaaltijden eenvoudig opgewarmd kunnen worden, bij voorkeur in combinatie met voldoende afzetvlak nabij oven en/of kookplaat.

De functies moeten derhalve niet te laag en niet te hoog in de keuken zijn opgenomen, hiervoor meetbare richtlijnen opnemen?

 

Ook het rolstoeltoegankelijk maken van de woning en het kunnen plaatsen van een traplift valt onder deze verordening. Basis hiervoor is de brochure Richtlijnen aanpasbaar - bezoekbaar (Bouw- Advies - Toegankelijkheid) op de site:

http://www.omgevingsvergunning.com/documenten/toegankelijkheid/Richtlijn-aanpasbaar-bezoekbaar.pdf .

 

Voor de installaties vallen onder andere rookmelders, noodoproepsystemen, vormen van domotica en het zodanig aanpassen van de installaties dat deze bereikbaar en eenvoudig bedienbaar zijn voor oudere bewoners, onder deze verordening.