Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Beleidsregels ten aanzien van de verzoeken om het ruilen van een woonwagen en/of standplaats

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels ten aanzien van de verzoeken om het ruilen van een woonwagen en/of standplaats
CiteertitelBeleidsregels ten aanzien van de verzoeken om het ruilen van een woonwagen en/of standplaats
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Huisvestingsverordening voor standplaatsen van woonwagens

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-11-2003nieuwe regeling

28-10-2003

Gemeenteblad 2003/38, Roosendaalse bode 9-11-2003

2003-16751

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels ten aanzien van de verzoeken om het ruilen van een woonwagen en/of standplaats

BELEIDSREGELS TEN AANZIEN VAN DE VERZOEKEN OM HET RUILEN VAN EEN WOONWAGEN EN/OF STANDPLAATS

 

Woonwagen- en/of standplaatsruil

  • 1.

    Een verzoek tot woonwagen- en/of standplaatsruil dient vooraf en schriftelijk te worden ingediend. Beide huurders dienen een dergelijk verzoek in te dienen of een verzoek gezamenlijk te ondertekenen.

  • 2.

    Een verzoek om woonwagen- en/of standplaatsruil wordt niet in behandeling genomen wanneer bij een van de huurders sprake is van een huurachterstand.

  • 3.

    Bij een verzoek om woonwagen- en/of standplaatsruil wordt alleen toegestaan wanneer sprake is van de ruil van twee standplaatsen. Er wordt derhalve geen toestemming meer verleend ten behoeve van de ruil tussen een woning en een standplaats (al dan niet met woonwagen).

  • 4.

    Ieder verzoek tot ruil wordt getoetst aan passendheidscriteria. Indien in de optiek van de verhuurder de ruil niet als passend wordt ervaren, zal geen toestemming plaatsvinden.

  • 5.

    In alle andere gevallen, welke niet specifiek zijn omschreven onder de punten 1 t/m 4, wordt geen toestemming verleend tot standplaatsruil.

  • 6.

    De kosten van de verplaatsing komen in geen geval voor rekening van de verhuurder.

  • 7.

    Wanneer de verhuurder meewerkt aan een verzoek om woonwagen- en/of standplaatsruil vindt de medewerking plaats onder de voorwaarde dat de nieuwe huursituatie minimaal gedurende de periode van één jaar voortduurt. Wanneer een van de partijen deze voorwaarde overtreedt wordt een boete verbeurd van € 4.500,--.

Mede-huurderschap.

  • 1.

    Verzoeken tot het verkrijgen van mede-huurderschap dienen schriftelijk te worden ingediend bij de verhuurder.

  • 2.

    De verhuurder verleent alleen medewerking aan dergelijke verzoeken indien:

    • a.

      Er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, of

    • b.

      Er sprake is van een geregistreerd partnerschap.

  • 3.

    In alle overige gevallen wordt een verzoek tot medehuurderschap afgewezen.

 

Roosendaal, 28 oktober 2003

 

Burgemeester en wethouders,

De secretaris, De burgemeester,