Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Reglement Commissie Loosduinen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement Commissie Loosduinen
CiteertitelReglement Commissie Loosduinen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp1988/03

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het overzicht van de in de tekst verwerkte wijzigingen is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerst opgenomen wijziging.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-01-199520-04-2015diverse artikelen

31-01-1995

Onbekend

Onbekend
16-02-198801-01-1988nieuwe regeling

16-02-1988

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement Commissie Loosduinen

 

 

Taak

Artikel 1
  • 1.

    De commissie Loosduinen, hierna te noemen de commissie, heeft tot taak de belangen te behartigen van het stadsdeel Loosduinen.

  • 2.

    Ter vervulling van haar taak brengt de commissie gevraagd of ongevraagd advies uit aan burgemeester en wethouders over zaken waarbij naar haar oordeel de belangen van het stadsdeel zijn betrokken.

Artikel 2
  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de commissie in de gelegenheid advies uit te brengen over alle zaken welke het stadsdeel Loosduinen betreffen. De termijn waarbinnen advies wordt uitgebracht is minimaal zes weken.

  • 2.

    Een door de commissie uitgebracht advies blijft zichtbaar tot aan het moment van de bestuurlijke beslissing.

  • 3.

    Indien burgemeester en wethouders bij hun besluit afwijken van een advies vermelden zij op welke punten en om welke redenen dit gebeurt. Burgemeester en wethouders informeren de commissie hierover.

Samenstelling

Artikel 3
  • 1.

    De commissie bestaat uit de volgende leden:

    • a.

      vertegenwoordigers van wijkorganisaties, te weten één vertegenwoordiger van organisaties in wijken of buurten met minder dan 3000 inwoners en twee vertegenwoordigers van organisaties in de overige wijken;

    • b.

      een vertegenwoordiger van de land- en tuinbouworganisaties;

    • c.

      een vertegenwoordiger van winkeliers, bedrijven en van instellingen en groeperingen die in het stadsdeel economische belangen behartigen;

    • d.

      twee vertegenwoordigers van de projectgroep sociale wijkaanpak, zijnde de voorzitter en een lid van de projectgroep die de belangenorganisaties van de bewoners met een wijkoverstijgend karakter vertegenwoordigt.

  • 2.

    Daarnaast zijn vertegenwoordigers van de Projectgroep Ruimtelijke Ordening en Verkeer en de Projectgroep Welzijn en Beheer, zijnde de onafhankelijk opererende voorzitters zonder stemrecht, in hun hoedanigheid lid van de commissie.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders benoemen de leden op voordracht van de organisaties als bedoeld in het eerste lid en gehoord hebbende de commissie. De organisaties kunnen ook een plaatsvervangend lid ter benoeming voordragen. Indien een lid van de commissie tot voorzitter wordt benoemd, houdt deze op vertegenwoordiger van een organisatie als bedoeld in artikel 3, eerste lid te zijn. De organisatie is gerechtigd een nieuw lid van de commissie ter benoeming voor te dragen.

  • 4.

    Op voordracht van de commissie benoemen burgemeester en wethouders een voorzitter.

Artikel 4
  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen alleen zijn degenen die in het stadsdeel Loosduinen wonen of werken.

  • 2.

    De functie van voorzitter en het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad en de functie van fractievertegenwoordiger.

Artikel 5
  • 1.

    De leden worden benoemd voor een tijdvak dat gelijk loopt met de zittingsduur van de leden van de gemeenteraad.

  • 2.

    Aftredende leden zijn terstond herbenoembaar.

Artikel 6
  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen een lid op zijn verzoek tussentijds ontslag.

  • 2.

    Een lid dat niet langer voldoet aan het bepaalde in artikel 4 dient zijn ontslag in bij burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Indien burgemeester en wethouders blijkt dat een lid niet langer voldoet aan het bepaalde in artikel 4 verlenen zij hem ontslag.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen een lid ontslag verlenen op verzoek van de organisatie die hem voor benoeming heeft voorgedragen, gehoord de commissie. Gedurende de in artikel 6, lid 5 bedoelde procedure kunnen burgemeester en wethouders het lid op verzoek van de commissie schorsen.

  • 5.

    Indien een organisatie, als bedoeld in artikel 3, lid 1, het vertrouwen in haar vertegenwoordiger opzegt, benoemt de commissie een commissie van goede diensten, bestaande uit drie leden, niet zijnde leden van bedoelde organisatie. Nadat de commissie van goede diensten uiterlijk binnen zestien weken advies heeft uitgebracht, spreekt de organisatie zich opnieuw uit. Bij bevestiging van het eerder ingenomen standpunt adviseert de commissie burgemeester en wethouders het betrokken lid ontslag te verlenen.

  • 6.

    Het ontslag als bedoeld in het eerste lid gaat in op het tijdstip waarop in de opvolging wordt voorzien. Indien geen opvolger kan worden benoemd en in de gevallen bedoeld in het tweede, derde en vierde lid gaat het ontslag in op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van de commissie de voorzitter ontslag verlenen.

Artikel 7
  • 1.

    De commissie kiest uit haar midden een secretaris en drie andere leden die tezamen met de voorzitter het dagelijks bestuur vormen. Gestreefd wordt naar vertegenwoordigers uit verschillende organisaties. De vergadering waarin het dagelijks bestuur wordt gekozen staat onder leiding van het oudste lid in jaren.

  • 2.

    De commissie regelt de taak en werkwijze van het dagelijks bestuur in het huishoudelijk reglement.

  • 3.

    Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze vervangen door een daartoe aangewezen lid van het dagelijks bestuur.

  • 4.

    Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur vervalt bij een afwezigheid van langer dan zes maanden. De dan ontstane vacature zal worden opgevuld overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 1. Indien de voorzitter langer dan zes maanden afwezig is, zullen burgemeester en wethouders op voordracht van de commissie een nieuwe voorzitter benoemen.

Artikel 8

Burgemeester en wethouders wijzen in overleg met de commissie een ambtelijk secretaris aan.

Werkwijze

Artikel 9
  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt maar ten minste vier keer per jaar en voorts wanneer ten minste drie leden dit schriftelijk en met opgaaf van redenen aan de voorzitter verzoeken. In het laatstbedoelde geval wordt de vergadering gehouden binnen twee weken na de dag waarop het verzoek is ingekomen.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt de dag en het uur van de vergadering.

  • 3.

    Behoudens spoedeisende gevallen worden de agenda en de daarbij behorende stukken ten minste twee weken voor de vergadering aan de leden en plaatsvervangende leden toegezonden.

Artikel 10

De agenda en de bijbehorende stukken liggen voor een ieder ter inzage en worden kosteloos aan de pers verstrekt.

Artikel 11

Een vergadering wordt niet gehouden indien niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen belegt de voorzitter, met inachtneming van een termijn van twee weken, een nieuwe vergadering met dezelfde agenda. Deze laatste vergadering wordt gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.

Artikel 12
  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren van de vergadering worden gesloten wanneer ten minste een vijfde gedeelte van de aanwezige leden het vordert of de voorzitter het nodig acht. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het besluit behoeft de stemmen van ten minste tweederde van de aanwezige leden.

  • 3.

    De commissie kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken welke aan de commissie worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt, zowel door de leden die bij de behandeling aanwezig waren als de leden die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 4.

    De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken welke aan de commissie worden voorgelegd voorlopige geheimhouding opleggen. Hij geeft hiervan terstond kennis aan de commissie.

  • 5.

    De voorlopige geheimhouding vervalt wanneer zij niet in de eerstvolgende commissievergadering waarin meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is, ter bekrachtiging wordt aangeboden. In geval van niet-bekrachtiging vervalt de voorlopige geheimhouding.

  • 6.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste tot en met het vijfde lid kunnen burgemeester en wethouders ten aanzien van om advies voorgelegde stukken geheimhouding en behandeling met gesloten deuren verlangen.

Artikel 13
  • 1.

    De besluiten van de commissie worden genomen bij meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen. Elk lid kan één stem uitbrengen. Over zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd.

  • 2.

    Indien bij het nemen van een besluit door geen der leden stemming wordt gevraagd wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 3.

    Wanneer een besluit niet met algemene stemmen is genomen, wordt in het verslag van de vergadering of, in het geval een schriftelijk advies wordt uitgebracht, in het advies melding gemaakt van de bij de bespreking naar voren gebrachte afwijkende meningen, alsmede van de stemverhouding.

Artikel 14

Bij staking van stemming over zaken wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Bij staking van stemmen omtrent personen vindt herstemming plaats. Wanneer bij herstemming de stemmen staken beslist het lot.

Artikel 15

De leden onthouden zich van stemmen over zaken die hen, hun echtgenoten c.q. partners, of hun bloed- en aanverwanten tot de derde graad persoonlijk aangaan of waarin zij als gelastigden zijn betrokken.

Artikel 16

De commissie kan werkgroepen instellen ten behoeve van de voorbereiding van door haar uit te brengen adviezen. De commissie regelt de samenstelling, taak en werkwijze van de werkgroepen.

Artikel 17

De commissie stelt een huishoudelijk reglement vast. Dit reglement wordt ter goedkeuring aan burgemeester en wethouders voorgelegd.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 18

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van artikel 5 vangt de eerste zittingsperiode van de commissie aan op een nader door burgemeester en wethouders vast te stellen tijdstip.

Artikel 19

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet besluiten burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.

Artikel 20

Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement Commissie Loosduinen. Het treedt in werking met ingang van 1 januari 1988.