Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reisregeling Provincie Gelderland 2015 |
Citeertitel | Reisregeling Provincie Gelderland 2015 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeelsregelingen, bestuurlijke organisatie |
Voor intrekkingsbesluit zie Provinciaal blad 2018-9114
art. 158, lid 1 aanhef en onder a en c.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 12-12-2018 | artikel 1, toelichting | 12-12-2017 | 2017-016160 | |
01-03-2015 | 01-01-2018 | Wijziging regeling | 03-02-2015 Provinciaal Blad 2015 nr. 677 | zaaknummer 2015-000302 | |
13-03-2014 | 01-03-2014 | 01-03-2015 | Wijziging regeling | 11-03-2014 Provinciaal Blad, 2014/37 | zaaknummer 2014-002492 |
13-03-2013 | 01-03-2013 | 13-03-2014 | Wijziging regeling | 12-03-2013 Provinciaal Blad, 2013/31 | zaaknummer 2012-002401 |
21-02-2013 | 01-01-2013 | 13-03-2013 | Wijziging regeling | 19-02-2013 Provinciaal Blad, 2013/25 | zaaknummer 2012-020994 |
09-03-2012 | 01-03-2012 | 21-02-2013 | Wijziging regeling | 06-03-2012 Provinciaal Blad, 2012/43 | zaaknummer 2012-002536 |
01-09-2011 | 09-03-2012 | Nieuw | 21-06-2011 Provinciaal Blad, 2011/91 | zaaknummer 2011-009146 |
GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Overwegende dat overeenstemming is bereikt met de vakorganisaties over de invoering van de Reisregeling provincie Gelderland; Gelet op artikel 125, eertse lid onder j, juncto tweede lid van de Ambtenarenwet en artikel 158, eerste lid, aanhef onder a en c, van de Provinciewet;
Vast te stellen de regeling: Reisregeling provincie Gelderland 2015:
Algemeen De voorliggende Reisregeling provincie Gelderland komt in de plaats van de bestaande regeling en is aangepast aan de huidige tijd waarin onder meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid van belang zijn. De regeling is tot stand gekomen na overleg met de Commissie voor Georganiseerd Overleg. De belangrijkste wijziging die wordt doorgevoerd is het toekennen van een vast financiële vergoeding waarmee medewerkers zelf de meest passende vorm van vervoer kiezen en regelen. Uitgangspunt van de regeling is het gebruik van duurzaam vervoer voor zowel het woon-werkverkeer als voor het maken van dienstreizen.
Artikel 2 Aan de ambtenaar wordt een vaste tegemoetkoming in de reiskosten voor woon-werkverkeer verstrekt voor de afstand woonadres naar de formele plaats van tewerkstelling, doorgaans zijn dit de provinciale gebouwen. Fiscale uitgangspunten hierbij zijn dat de ambtenaar op ten minste 70% van zijn werkdagen naar zijn vaste plaats van tewerkstelling reist. De fiscus gaat hierbij uit van 214 werkdagen per jaar ingeval iemand 5 dagen per week werkt. Reist de ambtenaar met een voltijdsdienstverband dus 150 dagen (70% van 214 dagen) per kalenderjaar naar de vaste plaats van tewerkstelling, dan reist hij voor de fiscus doorgaans naar dezelfde werkplek. In dat geval mag een vaste reiskostenvergoeding worden gegeven volgens de fiscale formule 214 dagen x reisafstand retour x kilometervergoeding:12 maanden. Reist de ambtenaar niet doorgaans naar dezelfde werkplek, dan moet een reële berekening worden gemaakt van de afgelegde kilometers woon-werkverkeer. De kosten van het OV bepalen de grenzen van de vergoeding. De maximale vergoeding per maand wordt gelijk gesteld aan de maandkosten van een ov-jaarkaart (2e klasse), Een ov-jaarkaart kost € 4.504 bij betaling ineens (bedrag 2015), wat betekend gemiddeld € 375,-- per maand. Dit maximumbedrag wordt jaarlijks aangepast aan de actuele prijzen voor een OV-jaarabonnement.
Voorbeeld 1 Jan werkt voltijds en reist doorgaans naar het provinciehuis. Zijn reisafstand is 15 kilometer enkele reis. Hij krijgt van de provincie een maandelijkse tegemoetkoming van een twaalfde deel van 214 * 30 * € 0,19, zijnde € 101,65.
Voorbeeld 2 Petra werkt in deeltijd voor 0,70 fte en reist doorgaans naar het Districtskantoor in Tiel. Haar reisafstand is 40 kilometer enkele reis. Haar tegemoetkoming wordt als volgt berekend 0,7 x 214 x 80 x € 0,19. Dit betekent een maandelijkse tegemoetkoming van € 189,75.
Voorbeeld 3 Rien werkt voltijds en reist naar het provinciehuis. Hij woont 60 kilometer van het provinciehuis. De maandelijkse vergoeding bedraagt volgens de berekening een twaalfde deel van 214 * 120 * € 0,19, zijnde € 406,60. Hij ontvangt echter het maximale bedrag van € 375,- per maand. Indien de ambtenaar voor het vervoer van zijn huis naar het station of bushalte gebruik maakt van een fiets en op het station of bij de halte gebruik maakt van een fietskluis, worden ook de kosten van de fietskluis vergoed. De ambtenaar dient de vergoeding wel van tevoren aan te vragen. De vergoeding wordt belast uitgekeerd, dus na aftrek van noodzakelijke fiscale inhoudingen.
Artikel 3 De medewerker die met de auto reist heeft toegang tot het provinciale parkeerterrein. Er is een beperkt aantal parkeerplaatsen beschikbaar. Als er geen plek is, is de medewerker zelf verantwoordelijk voor het vinden van een parkeerplaats elders. Eventuele parkeerkosten zijn voor rekening van de medewerker. Als er (medische) noodzaak is om (tijdelijk) op het provinciaal terrein te parkeren, kan hiervoor in overleg met de leidinggevende en op aangeven van de ARBO-adviseur, ontheffing worden verleend.
Artikel 7 Ten aanzien van dienstreizen moeten in combinatie met de vaste vergoeding voor woon- werkverkeer een aantal situaties worden onderscheiden. Deze staan in onderstaande tabel.
Omrijkilometers: het daadwerkelijke aantal kilometers gereden tijdens de dienstreis tussen begin- of eindpunt van de dienstreis en de plaats van tewerkstelling, min de normale afstand (snelste route met auto) tussenbegin- of eindpunt en de plaats van tewerkstelling.
Artikel 8 De te vergoeden bedragen zijn opgenomen in het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde artikel 5 van de Reisregeling Binnenland.
Artikel 9 Aangezien dienstreizen naar het buitenland bij de provincie slechts incidenteel voorkomen, is er geen gedetailleerde regeling voor verblijfkosten vastgesteld. Ten aanzien van de redelijkheidstoets met betrekking tot het in acht te nemen maximum kan aansluiting gezocht worden bij vergoedingen die worden geboden aan rijksambtenaren. Zie hiervoor de Reisregeling buitenland en de daarbij als bijlage opgenomen tarieflijst. Deze tarieflijst geeft per land of gebiedsdeel een etmaalvergoeding aan.
Artikel 10 Voor dienstreizen in Nederland kan een vervoersbewijs worden aangevraagd via het Serviceplein en opgehaald bij de Reisbalie. Er w wordt dan dus geen declaratie ingediend. Het vervoersbewijs wordt direct na gebruik geretourneerd. Wanneer het niet mogelijk is voor een binnenlandse dienstreis een vervoersbewijs vooraf aan te vragen, kunnen de gemaakte kosten voor het openbaar vervoer achteraf worden gedeclareerd.