Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot verlening van geldelijke steun ingevolge de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing |
Citeertitel | Verordening tot verlening van geldelijke steun ingevolge de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | 1985/08 |
Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging. De datum van bekendmaking van de eerste versie van deze regeling is bij benadering vastgesteld.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2002 | diverse artikelen | 20-12-2001 Posthoorn/Stadskrant, 24-12-2001 en 02-01-2002 | rv 351 2001 | ||
19-11-1985 | nieuwe regeling | 18-11-1985 onbekend, 19-11-1985 | rv 459 1985 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder stadsvernieuwing, de stelselmatige inspanning, zowel op stedenbouwkundig als op sociaal, economisch, cultureel en milieuhygiënisch gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van de bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied.
De gemeenteraad besluit jaarlijks welk bedrag voor een bepaald jaar beschikbaar wordt gesteld per sector van de samenleving, waaronder in elk geval de bewoners van huur- en eigen woningen en in het bijzonder ten behoeve van de versterking van de positie van de bewoners, het bedrijfsleven en sociale culturele instellingen. De totaalbedragen voor de onderscheiden sectoren worden bekend gemaakt in een of meer Haagse nieuwsbladen.
De gemeenteraad kan de werkingssfeer van deze verordening of onderdelen daarvan naar tijd en plaats beperken. Een besluit terzake wordt bekend gemaakt als voorgeschreven in artikel 1.2.
Burgemeester en wethouders, gehoord de commissie voor de Stadsvernieuwing, de desbetreffende raadscommissie en de commissie voor de Gemeentefinanciën, zijn bevoegd het voor een bepaalde sector van de samenleving bestemd bedrag, als bedoeld in artikel 1.2, te verhogen dan wel te verlagen ten koste danwel ten gunste van een andere sector, wanneer, mede gelet op het totaalbedrag van de ingediende desbetreffende aanvragen, redelijkerwijze kan worden aangenomen dat voor die sector aan het einde van het jaar gelden zullen ontbreken danwel resteren.
Burgemeester en wethouders laten bij hun goedkeuring van de kosten, waarvoor op grond van een hoofdstuk van deze verordening geldelijke steun kan worden verleend, de kosten buiten beschouwing waarvoor op grond van enig ander hoofdstuk van deze verordening en/of enige andere regeling van deze verordening geldelijke steun kan worden verkregen.
HOOFDSTUK 3 Verbetering van panden met waarde als monument
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder panden:
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
De bijdrage wordt toegekend onder de voorwaarde dat:
aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op door die personen te bepalen tijdstippen:
Indien werkzaamheden verbonden aan het treffen van de voorzieningen worden verricht door de eigenaar- anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf- al dan niet met behulp van anderen, zonder dat er bij de hulp sprake is van uitoefening van een bedrijf, worden de materiaalkosten, het honorarium van de architect en de constructeur, de kosten van het dagelijks toezicht en de leges voor de bouwverordening tot de kosten van de voorzieningen gerekend.
Bij hun beslissing op aanvragen om bijdragen ingevolge artikel 3.2 houden burgemeester en wethouders in elk geval rekening met de bouwtechnische en uiterlijke staat van het pand, mede in relatie tot zijn omgeving.
Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 3.9 binnen zes maanden na de dag, waarop de aanvraag ontvangen is. Zij kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste drie maanden verdagen. Een afschrift van hun besluit wordt aan de aanvrager schriftelijk kenbaar gemaakt.
Naast het gestelde in lid 1 is de eigenaar van een pand als bedoeld in dit hoofdstuk verplicht een abonnement te nemen bij de Stichting Monumentenwacht Zuid-Holland, of een naar het oordeel van burgemeester en wethouders gelijkwaardige onafhankelijke instantie die tot taak heeft periodieke inspecties uit te voeren. Tevens is deze eigenaar verplicht het periodieke inspectierapport in afschrift aan burgemeester en wethouders te zenden.
Aan de eigenaar van een pand, gelegen in een door de gemeenteraad voor subsidiëring aangewezen gebied, kunnen burgemeester en wethouders een bijdrage toekennen ter tegemoetkoming in de kosten van het verrichten van haalbaarheidsonderzoeken.
Burgemeester en wethouders verlenen de bijdrage als bedoeld in artikel 3.14 slechts, indien:
Burgemeester en wethouders verlenen de bijdrage als bedoeld in artikel 3.14 slechts indien de opdrachtsverlening in nauw overleg met hen geschiedt.
De hoogte van de bijdrage als bedoeld in artikel 3.14 is 50% van de kosten tot een maximum van € 4.540,--.
HOOFDSTUK 4 Winkels en bedrijven
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
In afwijking van het bepaalde in artikel 1.6 lid 2 en lid 3 geldt dat een aanvraag waaraan niet kan worden voldaan omdat de begrote financiële middelen ontoereikend zijn, niet in behandeling wordt genomen. De ondernemer krijgt daarover schriftelijk bericht met de vermelding, dat hij een aanvraag kan indienen in het eerstvolgende kalenderjaar.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een ondernemer geldelijke steun verstrekken ten behoeve van
2. De geldelijke steun als bedoeld in dit artikel bedraagt tezamen maximaal € 68.067,03.
Indien er sprake is van verplaatsing of beëindiging wordt subjectsubsidie slechts verstrekt indien de gemeente het recht krijgt tot huur c.q. koop van de door de ondernemer achter te laten panden. Indien de gemeente geen gebruik maakt van het in dit lid genoemde recht of wanneer de gemeente en de eigenaar van de achter te laten panden niet tot overeenstemming komen over de aankoop of de huur, dienen door de eigenaar garanties te worden gegeven dat de bestemming van de genoemde panden in overeenstemming wordt gebracht met de plannen zoals genoemd in artikel 4.1 lid f tot en met i in het gebied.
Subjectsubsidie wordt niet verstrekt indien:
Geldelijke steun als bedoeld in artikel 4.6, lid 1, sub a kan worden verleend bij winstderving.
De geldelijke steun bedraagt het verschil tussen de winst van de ondernemer in het boekjaar van zijn aanvraag dan wel het daarop volgende boekjaar en zijn in lid 1, sub a bedoelde gemiddelde winst, voorzover de winst in het boekjaar lager is dan € 22.689,01 met dien verstande dat de som van de geldelijke steun en de winst van de ondernemer niet meer mag bedragen dan € 22.689,01 per boekjaar;
In afwijking van het bepaalde in lid 2, sub a geldt dat, wanneer er sprake is van twee of meer actieve vennoten van een firma die ieder meer dan 70% van hun inkomen uit de onderneming verkrijgen, iedere vennoot maximaal recht heeft op geldelijke steun ter hoogte van de uitkering op grond van de Algemene Bijstandswet.
Subjectsubsidie als bedoeld in artikel 4.6, sub b, sub c en d kan worden verstrekt voorzover de verplaatsing geen wezenlijke veranderingen in de aard en de omvang van de bedrijfsactiviteiten met zich meebrengt.
C. Objectsubsidie¹
Burgemeester en wethouders kunnen aan een opdrachtgever objectsubsidie verlenen ten behoeve van de financiering van de bouw van nieuwe bedrijfsruimten, teneinde acceptabele huisvestingslasten te verkrijgen, op basis van de te bouwen bedrijfsobjecten jaarlijks aangegeven in het Meerjarenprogramma Stadsvernieuwing.
De objectsubsidie kan tezamen met eventuele andere bijdragen van rijk en provincie waarop aanspraak kan worden gemaakt, daaronder investeringsbijdragen uit hoofde van de Wet investeringsrekening (Stb 1978, 368) begrepen, niet meer bedragen dan 50% van de stichtingskosten tot een nader door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag.
De ondernemer dient desgevraagd, voorzover redelijkerwijs voor uitvoering van deze verordening nodig, aan door of vanwege burgemeester en wethouders aangewezen personen gegevens te verstrekken, inzage te geven in zijn boeken en bescheiden en toegang te verlenen tot zijn winkel respectievelijk bedrijfsruimten.
Burgemeester en wethouders sturen binnen vier weken na dagtekening van de aanvraag voor objectsubsidie bevattende alle benodigde gegevens bericht over de verdere behandeling.
Het resterende bedrag wordt bij de definitieve vaststelling verrekend, zodra de ondernemer heeft aangetoond aan de hand van gespecificeerde rekeningen en betaalbewijzen, belastingaangiften respec-tievelijk belastingaanslagen en bij objectsubsidie vergezeld door een verklaring van een register-accountant, dat de bedrijfsvoornemens conform de overgelegde bescheiden zijn uitgevoerd en dat anderszins voldaan is aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
HOOFDSTUK 5. Toegelaten instellingen
Burgemeester en wethouders kunnen in het kader van de stadsvernieuwing of wijkverbetering actiegebieden aanwijzen met het doel de daarin gelegen woonruimten vrij van bewoning te maken, zodat sloop en/of woningverbetering kan plaatsvinden.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een toegelaten instelling en Woningbeheer NV subsidie verstrekken ten behoeve van de begeleiding en herhuisvesting, uit het Aangekocht Bezit in een actiegebied, van huurders, dan wel degene die of de woongroep welke voor de toepassing van deze verordening door burgemeester en wethouders met huurders wordt gelijkgesteld.
De subsidie bedraagt € 1.815,12 per woning als het een woning betreft welke naar verwachting binnen drie jaar na aanvang van de exploitatie door de "Stichting Burgerzin Actie" wordt gesloopt of waarvoor naar verwachting binnen drie jaar na aanvang van de exploitatie door burgemeester en wethouders subsidie wordt verleend voor het treffen van voorzieningen op grond van Verordening woninggebonden subsidies 1995 en Stadsgewestelijke verordening woninggebonden subsidies 1995.
De subsidie bedraagt € 2.722,68 per woning als het een woning betreft welke naar verwachting niet binnen drie jaar na aanvang van de exploitatie door de "Stichting Burgerzin Actie" wordt gesloopt of waarvoor niet binnen drie jaar na aanvang van de exploitatie door burgemeester en wethouders subsidie wordt verleend voor het treffen van voorzieningen op grond van Verordening woninggebonden subsidies 1995 en Stadsgewestelijke verordening woninggebonden subsidies 1995.
Artikel 5.3 van de verordening (rv 479, 1990 inzake tijdelijke huisvesting, wisselwoningen en huurderving), zoals dit van kracht was tot deze wijziging, blijft voor de aanvragen die zijn ingediend vóór inwerking treden van deze wijziging/verordening, van kracht tot één jaar na in- werking treden van deze verordening.