Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen (Gr)

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Groningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen (Gr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Leerlingenvervoer gemeente Groningen
CiteertitelVerordening Leerlingenvervoer gemeente Groningen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpVerordening Leerlingenvervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs;
  2. Wet op het voortgezet onderwijs;
  3. Wet op de expertisecentra

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening Cliëntenraad leerlingenvervoer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201101-01-2014nieuwe regeling

22-06-2011

Gemeenteblad, 2011, 62.

Gr 11.2616202

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENINNG LEERLINGENVERVOER GEMEENTE GRONINGEN

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(Gr 11.2616202);

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 mei 2011;

 

gelet op artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra;

 

HEEFT BESLOTEN:

 

De Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen vast te stellen.

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    school:

    • - een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (WPO) (Stb. 1998, 495);

      • -

        een school voor speciaal ( voortgezet) onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (WEC) (Stb. 1998, 496);

      • -

        een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) (Stb.1998, 512);

  • b.

    ouders: de ouder(s), voogd(en) of verzorger(s) van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling die staat ingeschreven bij een school als bedoeld onder a;

  • d.

    gehandicapte leerling: een leerling, die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is om al dan niet met begeleiding van het openbaar vervoer of het eigen vervoer gebruik te maken;

  • e.

    woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft;

  • f.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • g.

    leerlingenvervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids;

  • h.

    openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • i.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • j.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • k.

    toegankelijke school:

    • -

      voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting of de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting of de openbare speciale school voor basisonderwijs;

    • -

      voor scholen voor speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting of de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • l.

    reistijd: ’s morgens de tijd van het verlaten van de woning tot de overdracht op de school en ‘s middags in omgekeerde volgorde

  • m.

    inkomen: het volgens de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde belastbaar inkomen van de ouders in het kalenderjaar, voorafgaande aan het schooljaar

    waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • n.

    vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of gehele of gedeeltelijke bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer welke de gemeente verzorgt of doet verzorgen.

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
  • 1.

    Om naar school te gaan kent het college aan de ouders van de in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van de voorwaarden die in deze verordening staan.

  • 2.

    Met de bepalingen in deze verordening blijft de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen bestaan.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtsbijzijnde toegankelijke school
  • 1.

    Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school. Tenzij het vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2.

    Ouders kunnen een vergoeding voor de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 4 is bepaald. Dit wordt alleen toegekend als de ouders schriftelijk verklaren dat zij overwegende bezwaren hebben tegen de richting van het onderwijs van de school die dichter bij de woning zijn gelegen.

Artikel 4 De afstand tussen de woning en school

Het college kent aan de ouders van de leerlingen een vergoeding toe als:

  • a.

    de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor basisonderwijs als bedoeld in de WPO meer dan zes kilometer bedraagt;

  • b.

    de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de WPO meer dan twee kilometer bedraagt;

  • c.

    de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de WVO meer dan twintig kilometer bedraagt.

  • d.

    de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school van het speciaal onderwijs als bedoeld in de WEC uitgezonderd de scholen voor voortgezet onderwijs voor ZMOK en PI, meer dan twee kilometer bedraagt;

  • e.

    de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor voortgezet onderwijs voor het ZMOK en het PI (Cluster 4 of REC) meer dan vier kilometer bedraagt.

  • f.

    Dit artikel is niet van toepassing op het vervoer van een gehandicapte leerling volgens de definitie in art. 1, lid d van deze verordening.

Artikel 5 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt de wijze, het tijdstip van de uitbetaling en de tijdsduur van de bekostiging.

Artikel 6 Aanvraagprocedure
  • 1.

    Een aanvraag voor een vergoeding van de vervoerskosten gebeurt door het invullen, ondertekenen en inleveren bij het College van een voorgedrukt aanvraagformulier of digitaal op een daartoe beschikbaar formulier op de website van de Gemeente Groningen.

  • 2.

    Als het college met ingang van het nieuwe schooljaar geen veranderingen verwacht kan ze een beschikking voor het nieuwe schooljaar verstrekken zonder een aanvraagformulier te hebben ontvangen.

  • 3.

    Als het college voor een aantal opeenvolgende jaren geen veranderingen verwacht kan het een beschikking voor een aantal jaren verstrekken. Dit kan nooit meer zijn dan voor 3 opeenvolgende jaren.

  • 4.

    Als dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 5.

    Als dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college advies vragen aan deskundigen,

  • 6.

    Het college besluit over de aanvraag binnen zes weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 7.

    Het college kan het besluit over de aanvraag met ten hoogste vier weken verdagen. Hiervan ontvangt de aanvrager schriftelijk bericht.

  • 8.

    Formulieren die onjuist of onvolledig zijn ingevuld, of waarbij de nodige verklaringen ontbreken, worden niet in behandeling genomen. Ze zullen naar de aanvrager worden teruggestuurd. kt vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag. Het verstrekken van een vergoeding met

  • 9.

    Vergoeding van de vervoerskosten wordt verstre terugwerkende kracht is niet mogelijk.

Artikel 7 Doorgeven van wijzigingen
  • 1.

    De ouders zijn verplicht wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, schriftelijk of digitaal zo snel mogelijk mee te delen aan het college.

  • 2.

    Als een wijziging van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging. Het college beslist dan opnieuw over de bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3.

    Als de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten meteen. Het college deelt dit besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4.

    Ten onrechte genoten bekostiging zalvan de ontvanger worden teruggevorderd, of worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 8 Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging voor het leerlingenvervoer wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betrokken leerling betrekking heeft op de reiskosten.

Titel 2 Bepalingen over het vervoer van de leerlingen
Artikel 9 Bekostiging van de kosten van het eigen vervoer
  • 1.

    Als de ouders recht hebben op een vergoeding van het vervoer kan het college de ouders toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Het college vergoedt aan de ouders die een leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer als het vervoer de heen- en terugreis naar school betreft,

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland als de door de begeleiding 4 keer per dag de afstand van huis naar school wordt afgelegd.

  • 3.

    Als de ouders recht hebben op een vergoeding van het vervoer als bedoeld in art. 9 lid 2, a, bekostigt het college tevens de kosten van het vervoer van een begeleider als:

    • a.

      de leerling jonger is dan negen jaar, of

    • b.

      door de ouders is aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of het eigen vervoer gebruik te maken.

  • 4.

    Als de ouders recht hebben op een kilometervergoeding als bedoeld art. 9 lid 2, b, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, of laten vervoeren, het vervoer voor één kind. Als dit kinderen zijn uit verschillende gezinnen worden de kosten naar rato verdeeld.

Artikel 10 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer
  • 1.

    Als de ouders recht hebben op een vergoeding vragen van de kosten van het openbaar vervoer kan het college de ouders een vergoeding voor het opladen van de chipkaart verstrekken.

  • 2.

    Als de ouders recht hebben op bekostiging van het openbaar vervoer vergoedt het college ook de kosten van het vervoer van een begeleider als:

    • a.

      de leerling jonger dan negen jaar is, of

    • b.

      door de ouders is aangetoond dat de leerling niet zelfstandig met het openbaar vervoer kan reizen.

  • 3.

    Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, wordt alleen de kosten van het vervoer van één begeleider vergoed.

Artikel 11 Bekostiging van de kosten van aangepast vervoer
  • 1.

    Als de ouders bekostiging aanvragen van het aangepast vervoer kan het college dit vervoer (laten) uitvoeren als door de ouders is aangetoond dat de gehandicapte leerling vanwege de handicap niet zelfstandig en niet onder begeleiding van het openbaar vervoer of het eigen vervoer gebruik kan maken;

  • 2.

    Als er sprake is van een gehandicapte leerling die naar het oordeel van het college wel onder begeleiding gebruik kan maken van het eigen vervoer of het openbaar vervoer kan het college aangepast toekennen als de ouders hebben aangetoond dat :

    • a.

      vanwege de zorg voor de andere kinderen in het gezin het niet mogelijk is te voorzien in de begeleiding in het vervoer van de gehandicapte leerling;

    • b.

      vanwege de werktijden van de ouders het niet mogelijk is om de leerling naar of van school te begeleiden;

    • c.

      de begeleiding in totaal meer dan vier uur per dag vergt;

    • d.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

    • e.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het eigen vervoer.

Artikel 12 Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
  • 1.

    Als de ouders een vergoeding aanvragen voor de kosten van het weekeindvervoer van de leerling, die volgens de voorgaande artikelen in aanmerking komt voor een vergoeding van het leerlingenvervoer vergoedt het college de kosten voor de eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de schoolvakanties die voorkomen in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

  • 2.

    Het college bekostigt aan de ouders op aanvraag de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

Titel 3 Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht

Artikel 13 Drempelbedrag

  • 1.

    Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of het voortgezet onderwijs bezoekt van wie het inkomen samen meer bedraagt dan € 23.500, wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 4 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2.

    Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of het voortgezet onderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 4 bepaalde afstand indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 23.500.

  • 3.

    Indien een leerling na het begin van het schooljaar instroomt en/ of uitstroomt wordt de hoogte van de eigen bijdrage evenredig aangepast.

  • 4.

    De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van

  • 6.

    openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die gebaseerd is op artikel 30, eerste lid van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zou worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijke gebruik ervan.

  • 8.

    Het bedrag van € 23.500, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari

  • 9.

    2012 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 23.500.

  • 10.

    Dit artikel is niet van toepassing op het vervoer van een gehandicapte leerling.

Artikel 14 Financiële draagkracht
  • 1.

    Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs of school voor voortgezet onderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2.

    Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:

    Inkomen in €            Eigen bijdrage in €

             0 – 30.500                   nihil

    30.500 – 36.500                   120

    36.500 – 42.000                   505

    42.000 – 48000                    940

    48.000 – 54.500                1.375

    54.500 –60.500                 1.810 €60.500 en verder            Voor elke

    extra € 4.500:  € 445 erbij.

  • 4.

    De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2012 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de lonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500.

  • 5.

    De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari2012 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer

    op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5.

  • 6.

    Dit artikel is niet van toepassing op het vervoer van een gehandicapte leerling.

Titel 4 Sanctiebepalingen
Artikel 15 Gedragsregels
  • 1.

    Een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van het aangepast vervoer of het openbaar vervoer is verstrekt, is verplicht de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en een goede bedrijfsgang op te volgen, die door of vanwege de vervoerder die het vervoer verricht, duidelijk kenbaar zijn gemaakt.

  • 2.

    Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van het aangepast vervoer of het openbaar vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen als bij herhaling gebleken is dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in het vervoermiddel verstoort, de veiligheid van het vervoermiddel en inzittenden in gevaar brengt en/of de aanwijzingen van de vervoerder niet opvolgt.

  • 3.

    Indien een leerling de toegang tot het aangepast vervoer of het openbaar vervoer in ontzegd zal het college voor de duur van deze ontzegging de kosten van het eigen vervoer van en naar de school voor deze leerling en zo nodig voor een begeleider vergoeden.

Titel 5 Slotbepalingen
Artikel 16 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de directie van de school en eventueel andere deskundigen.

Artikel 18 Intrekking

De verordening Leerlingenvervoer, raadsbesluit 30 juni 2004, wordt ingetrokken.

Artikel 19 Inwerktreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na datum van bekendmaking.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen.

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 22 juni 2011.

 

 

De griffier,                                                   De voorzitter,

 

 

 

 

 

Mr. L.A.M.(Leo) Aarden.                                 Dr.J.P.(Peter) Rehwinkel.