Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot regeling van de aanwijzing, de werkzaamheden, de rechten en de verplichtingen van de taxatiedeskundigen, bedoeld in artikel 39 van de 'Algemene beheersverordening voor de bedrijven 1972' (Verordening taxatiedeskundigen onroerende goederen). |
Citeertitel | Verordening taxatiedeskundigen onroerende goederen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 1972/04 |
Het overzicht van de in de tekst verwerkte wijzigingen is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerst opgenomen wijziging.
De datum van inwerkingtreding van de eerste versie en de wijziging van 1993 van deze regeling is bij benadering vastgesteld
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-1993 | art. 1 | 01-07-1993 Onbekend | rv 188 1993 | ||
21-10-1972 | nieuwe regeling | 08-05-1972 Onbekend | Bijl. 189A |
In de gevallen, waarin de beheersregelen voor de Dienst Bouwen en Wonen schatting van onroerend goed door deskundigen voorschrijven, wordt op verzoek van burgemeester en wethouders ter zake door een drietal, door de gemeenteraad aangewezen, taxatiedeskundigen gezamenlijk een schattingsrapport uitgebracht.
De taxatiedeskundigen, bedoeld in artikel 1, worden op voordracht van burgemeester en wethouders voor een tijdvak van ten hoogste twee jaren door de gemeenteraad aangewezen. Voor elke te vervullen plaats moet de voordracht de namen vermelden van twee personen, die met betrekking tot de waardebepaling van onroerende goederen deskundig zijn te achten.
De taxatiedeskundigen houden bij de vijfjaarlijkse schatting ten behoeve van de vaststelling der waarde van de gronden, behorende tot de categorie Gronden en de categorie Bouwterreinen, bedoeld in de 'Algemene beheersverordening voor de bedrijven 1972', zoveel mogelijk rekening met de toestand op de eerste januari van het jaar, waarin de herschatting moet plaatsvinden, alsmede met de op die datum bekende omstandigheden, welke op de waardebepaling van invloed kunnen zijn, zoals de vastgestelde bestemming van de gronden e.d.
De taxatiedeskundigen zijn met betrekking tot de aan hun beoordeling onderworpen aangelegenheden tegenover derden tot geheimhouding verplicht.
Met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum wordt de bij raadsbesluit van 7 juni 1909 vastgestelde, sedertdien enige malen gewijzigde 'Verordening tot regeling van de werkzaamheden, verplichtingen en bezoldiging van de Commissie van Taxatie en Advies voor het Grondbedrijf' (Verz. 1909, no. 6) ingetrokken.
De drie bij het raadsbesluit van 17 mei 1971 (Bijl. no. 253) benoemde leden van de 'Commissie van Taxatie en Advies voor het Grondbedrijf' worden geacht op grond van deze verordening tot 7 juni 1973 als taxatiedeskundigen te zijn aangewezen. Bij de toepassing van artikel 2, tweede en derde lid, wordt in aanmerking genomen het tijdstip, waarop ieder van de drie leden van genoemde Commissie bij voortbestaan daarvan verplicht zou zijn geweest af te treden.