Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Verordening geldelijke vergoedingen commissieleden niet zijnde raadsleden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening geldelijke vergoedingen commissieleden niet zijnde raadsleden
CiteertitelVerordening geldelijke vergoedingen commissieleden niet zijnde raadsleden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp2011/10

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-07-2011nieuwe regeling

30-06-2011

Posthoorn, 13-07-2011

rv 86, 2011

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING geldelijke vergoedingen aan commissieleden niet zijnde raadsleden.

 

 

Artikel 1

Deze regeling verstaat onder:

Commissie:

een commissie die bij besluit is ingesteld door het college, de gemeenteraad en/of de burgemeester.

Lid van een commissie:

een lid van een commissie dat als zodanig is benoemd door het college, de gemeenteraad en/of de burgemeester, en dat niet tevens lid is van de raad.

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden:

het Koninklijk besluit van 22 maart 1994 tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de gemeentewet (Stb 1994, 244).

Vergadering:

de bijeenkomst van een commissie of een subcommissie, sectie, werkgroep of enige andere groep van een commissie.

Artikel 2
  • 1.

    De leden van een commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding die is vastgesteld door het college, de gemeenteraad en/of de burgemeester.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoedingen bedragen maximaal het door de minister van binnenlandse zaken te bepalen maximum.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde vergoedingen worden jaarlijks herzien aan de hand van een door de minister van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties te bepalen indexcijfer.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid kan de gemeenteraad beslissen een hogere vergoeding vast te stellen dan het maximum, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      Beroepsmatig inbrengen bijzondere beroepsmatige deskundigheid in de commissie.

    • b.

      Zwaarte van de taak en de omvang van de te verrichten arbeid (de commissie kan alleen functioneren als een of meer leden een extra inspanning leveren).

  • 5.

    In afwijking van het derde lid beslist de gemeenteraad afzonderlijk over herziening van de vergoeding van de welstands- en monumentencommissie Den Haag.

Artikel 3

Toekenning van een vergoeding aan leden geschiedt middels een besluit door het college, de gemeenteraad en/of de burgemeester.

Artikel 4

De commissies en de vastgestelde vergoedingen worden bijgehouden in een openbaar register.

Artikel 5

Het bijwonen van een vergadering blijkt uit het tekenen van de presentielijst.

Artikel 6

De in artikel 2 van deze verordening bedoelde vergoeding wordt maandelijks, op basis van zijn uit de presentielijst blijkende aanwezigheid, aan de rechthebbende uitbetaald.

Artikel 7
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening geldelijke vergoedingen commissieleden niet zijnde raadsleden.

  • 2.

    Zij treedt in werking na bekendmaking.

  • 3.

    Na inwerkingtreding zoals bedoeld in lid twee, wordt de Verordening geldelijke vergoedingen commissieleden niet zijnde raadsleden, vastgesteld in 2005, ingetrokken .