Organisatie | Landerd |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2002 |
Citeertitel | Verordening Afvalstoffenheffing 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën |
n.v.t.
1.Regeling tegemoetkoming in de kosten voor huishoudelijk afval in bijzondere gevallen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-12-2001 | 24-01-2012 | nieuwe regeling | 08-11-2001 Koerier, 28-11-2001 | -1.777.311/GL |
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van N.V. WOB. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota van N.V. WOB of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 8 Termijnen van betaling
Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van de N.V. WOB moet worden betaald.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de overige in artikel 6, eerste lid, bedoelde heffingen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand, die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld, en de tweede twee maanden later.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar, vangt in afwijking in zoverre van artikel 5 eerste lid, het eerste belastingtijdvak, waarvoor deze verordening geldt, aan op 1 januari 2002 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment, dat de op 1 januari 2002 lopende verbruiksperiode eindigt.