Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwkoop

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwkoop
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011
CiteertitelVerordening precariobelasting 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De ‘Verordening precariobelasting 2010’ van 17 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2012Nieuwe regeling

16-12-2010

Gemeenteblad, 22-12-2010, 4

2010-0137e1

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:a. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt, tenzij anders wordt vermeld in de bijgesloten tarieventabel;b. week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;c. maand: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot en met de (1e) dag in de volgende kalendermaand;d. jaar: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot en met de (1e) dag in het volgende kalenderjaar;e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;f. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;g. ideële doelstelling: de doelstelling om zonder winstoogmerk een positief maatschappelijk effect te bereiken.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die een of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor openbare dienst bestemde gemeentegrond en/of gemeentewater, dan wel degene ten behoeve van wie voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven voor:a. het hebben van voorwerpen en werken, welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;b. voor het hebben van wegwijzers, richtingsborden, plaats- en riviernaamborden, op of boven de openbare gemeentegrond door de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, de A.N.W.B. en van daarmee gelijk te stellen lichamen;c. van door de TNT Post Groep c.q. de Koninklijke KPN N.V. aangebrachte brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen en niet tot reclame dienende aanwijzingen voor het publiek, kabels en draden ten behoeve van de telefoon en ander signaal transport;d. het hebben van voorwerpen of rechten, welke noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de publiekrechtelijke taak, en welke door het rijk, de provincie, de gemeente of de waterschappen zijn aangebracht of geplaatst;e. het hebben van voorwerpen, waarvan de aanwezigheid ingevolge een overeenkomst of anderszins moet worden gedoogd, dan wel waarvoor krachtens een andere gemeentelijk heffingsverordening of op grond van een overeenkomst rechten of vergoedingen aan de gemeente verschuldigd zijn;f. het hebben van straatlantaarns c.a., welke uitsluitend dienen voor de openbare straatverlichting;g. het hebben van verbandkasten en het hebben van reddingsmiddelen;h. het hebben van openbare parkeerplaatsen, voor zover geen parkeergelden worden geheven;i. het hebben van een fietsrek, fietsstandaard, fietstegel of dergelijk voorwerp, bestemd voor openbaar gebruik;j. het houden van activiteiten die georganiseerd worden door binnen de gemeente gevestigde instellingen en verenigingen met een ideële doelstelling;k. het (groeps)camperen op het eiland van de gemeente aan het Meijepad te Nieuwkoop;l. het hebben van een brug, dam of andere verbinding bestemd als toegang tot (het erf van) een particulier eigendom;m. het hebben van voorzieningen ten behoeve van het tegengaan, c.q. beschermen tegen crimineel geweld;n. zonneschermen;o. reclame-uitingen aan de gevel die niet meer dan 10 cm uitsteken boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond;

Artikel 5 Belastingtarieven

  • 1

    De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2

    Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. 

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1

    Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als volle eenheid aangemerkt.

  • 2

    Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3

    De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt vastgesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4

    Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5

    Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:a. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;b. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 7

    Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1

    In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderoverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2

    In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

Precariobelasting wordt geheven door middel van een aanslag, dan wel door middel van een schriftelijke, gedagtekende kennisgeving.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1

    De belasting als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde belasting als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5.

  • 4

    Belastingbedragen van minder dan € 5 worden niet geheven.

  • 5

    Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet of nota verenigde aanslagen belastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de (structurele) aanslagen, die zijn opgelegd door de gemeente Alphen aan den Rijn, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de (incidentele) aanslagen, die zijn opgelegd door de gemeente Nieuwkoop, worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 3

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

  • 4

    In afwijking van het eerste lid kunnen de aanslagen in gevallen, waarbij de belastingschuldige aan de gemeente een automatische incasso heeft verstrekt, in maximaal tien termijnen worden voldaan. De eerste termijn vervalt daarbij op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 5

    Betaling in termijnen is alleen mogelijk indien het totaal verschuldigde bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minimaal € 50 doch minder dan € 2.000 bedraagt.

  • 6

    In afwijking van hetgeen in het vierde lid is bepaald, worden, indien de belastingplicht eerst in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel de belasting later dan de reguliere aanslag eerst in de loop van het belastingjaar wordt opgelegd, de termijnen van betaling bij automatische incasso beperkt tot het aantal volle termijnen dat nog van de genoemde tien gelijke termijnen resteert. Met dien verstande dat een minimum aantal van zes termijnen overblijft.

  • 7

    In afwijking van hetgeen in het vierde lid is bepaald, worden, indien de belasting later dan de reguliere aanslag eerst in één van de volgende kalenderjaren wordt opgelegd, de termijnen van betaling bij automatische incasso beperkt tot zes.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    De ‘Verordening precariobelasting 2010’ van 17 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening precariobelasting 2011’.