Organisatie | Werkendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Werkendam 2009 |
Citeertitel | Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Werkendam 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Archief |
Regeling vervangt Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Werkendam, vastgesteld op 08-05-2007
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 16-12-2008 Altena Nieuws, 30-12-2008 | WE/15680 |
De raad van de gemeente Werkendam,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders,
gelet op artikel 8, eerste lid onderdeel b, artikel 8a en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;
gezien het advies van de cliëntenraad sociale zekerheid van 26 november 2008;
gehoord de commissie Inwoners;
vast te stellen de verordening:
Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Werkendam 2009
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 Het opleggen van een maatregel
Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet of de artikelen 28, tweede lid, of artikel 29, eerste lid, van de Wet structuur uit-voeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvol-doende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig mis-dragen, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd.
Artikel 3 Berekeningsgrondslag
Artikel 4 Het besluit tot opleggen van een maatregelIn het besluit tot opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden van de maatregel, de duur van de maatregel, het bedrag waarmee de bijstand wordt verlaagd uit-gaande van de uitkeringsnorm en, als dit van toepassing is, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel
Artikel 5 Afzien van het opleggen van een maatregel
Het college ziet af van het opleggen van een maatregel als:
de gedraging meer dan één jaarvóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte of te-veel bijstand is verleend. Een maatregel wegens schending van de in-lichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jarennadat de betref-fende gedraging heeft plaatsgevonden.
Artikel 6 Ingangsdatum en tijdvak
In afwijking van het eerste lid kan de maatregel met terugwerkende kracht worden toegepast als de uitkering over een periode in het verleden nog niet is uitbetaald, dan wel het opleggen van een maatregel in de toekomst niet of niet geheel mogelijk is omdat de uitkering vóór de effectuering van de (volledige) maatregel wordt beëindigd.
Artikel 7 Samenloop van gedragingen
Als een belanghebbende zich schuldig maakt aan verschillende gedragingen van gelijke aard die het niet nakomen van een verplichting als genoemd in artikel 2, eerste lid, inhouden, wordt voor het bepalen van de hoogte en duur van de maatregel uitgegaan van de gedraging waarop de zwaarste maatregel is gesteld.
Geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid
Artikel 8 Indeling in categorieën
Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van artikel 9 van de wet niet of onvoldoende is nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij de Centrale organisatie werk en inkomen of het niet tijdig laten verlengen van de registratie en het niet, niet tijdig of onvolledig voldoen aan administratieve verplichtingen in verband met het recht op bijstand en daaraan verbonden plicht tot arbeidsinschakeling.
Artikel 9 De hoogte en duur van de maatregel
De hoogte van de maatregel als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, of waarbij wordt volstaan met een waarschuwing als bedoeld in het vierde lid van dit artikel.
Als door toepassing van het bepaalde in het eerste of tweede lid een maatregel van honderd procent, uitgedrukt in een bedrag, is opgelegd, wordt de duur van de maatregel steeds met één maand verhoogd, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een zodanige maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie.
Als het niet-nakomen van de verplichtingen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, kan van het opleggen van de maatregel worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van bedoeldeverplichtingenplaatsvindt binnen een periode van één jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Niet nakomen van de inlichtingenplicht
Artikel 10 Te laat verstrekken van gegevens
Als een belanghebbende de verplichting op grond van artikel 17 van de wet niet is nagekomen door informatie, die van belang is voor de verlening van bijstand of de voortzetting daarvan, niet binnen de door het college daartoe gestelde termijn te verstrekken, kan het college met toepassing van artikel 54 van de wet en onverminderd artikel 2, tweede lid, een maatregel opleggen van € 40 gedurende één maand.
De hoogte van de maatregel kan worden verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen eenperiode van één jaar na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel wordt opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbare aan te merken gedraging. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, of waarbij wordt volstaan met een waarschuwing als bedoeld in het derde lid van dit artikel.
Van het opleggen van de maatregel kan worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van één jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Artikel 11 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen met gevolgen voor de bijstand
De hoogte van de maatregel kan worden verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen eenperiode van één jaar na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel wordt opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbare aan te merken gedraging. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen als bedoeld in artikel 5, tweede lid.
Artikel 12 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de bijstand (nulfraude)
Als het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17 van de wet niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, geeft het college een schriftelijke waarschuwing in verband met het niet nakomen van de verplichting. Indien binnen een periode van een jaar nadat een eerdere waarschuwing is gegeven de bedoelde inlichtingenplicht niet wordt nagekomen, kan het college, onverminderd artikel 2, tweede lid, een maatregel opleggen van € 40 gedurende één maand.
De hoogte van de maatregel als bedoeld in het eerste lid kan worden verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen een jaar na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw zijn inlichtingenplicht niet of niet behoorlijk nakomt. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, of waarbij wordt volstaan met een waarschuwing als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Overige gedragingen die leiden tot een maatregel
Artikel 13 Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
De hoogte van de maatregel kan worden verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen eenperiode van één jaar na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel wordt opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbare aan te merken gedraging. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen als bedoeld in artikel 5, tweede lid.
Artikel 14 Zeer ernstige misdragingen
Als een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren, onder omstandigheden die verband houden met de uitvoering van de wet, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet, wordt, onverminderd artikel 2, tweede lid, een maatregel opgelegd van € 160 gedurende zesmaanden.
In afwijking van het eerste lid kan worden afgezien van het opleggen van een maatregel en kan worden volstaan met een waarschuwing indien de verwijtbaarheid gering te achten is,
tenzij de misdraging plaatsvindt binnen een periode van één jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een maatregel wegens ernstige misdragingen is opgelegd. Dit geldt ook als een schriftelijke waarschuwing is gegeven of is afgezien van het opeggen van een maatregel op grond van dringende redenen als bedoeld in artikel 5, tweede lid.
Artikel 15 Niet meewerken aan verplichting tot vestiging krediethypotheek
Indien een belanghebbende niet meewerkt aan de verplichting tot het vestigen van een krediethypotheek ter verkrijging van zekerheid als bedoeld in artikel 48, derde lid van de wet, kan een maatregel worden opgelegd van € 160,00 gedurende één maand.
Artikel 16 Het handhavingsbeleid
Artikel 17 Aanpassing bedragen
Het college past jaarlijks per 1 januari de in deze verordening genoemde bedragen aan op basis van prijsindexatie.
Artikel 18 Bijzondere bepaling
In afwijking van de vorige artikelen is op de uitkeringsgerechtigden die op grond van een mandaatregeling van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een uitkering ingevolge de Wet Werken en Bijstand ontvangen, het maatregelenbeleid van de SVB (zoals gepubliceerd in Staatscourant 2006, 121 ne 2008, 98) van toepassing.
Deze verordening wordt aangehaald als: Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Werkendam 2009.
Artikel 20 De inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009, onder gelijktijdige intrekking van de Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Werkendam zoals deze is vastgesteld in de raadsvergadering van 8 mei 2007.
Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Werkendam van 16 dec 2008