| | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som
van de verschuldigde leges voor de verschillende
activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft
en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in
verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend
naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de
vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere
grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief indien
de bouwkosten: | |
2.3.1.1.1 | minder bedragen dan € 15.000,01: | 3% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 100,00 |
2.3.1.1.2 | meer bedragen dan € 15.000,00 maar minder bedragen dan €
500.000,01: | 2,75 % |
van de bouwkosten; | |
2.3.1.1.3 | meer bedragen dan € 500.000,00: | 2,5 % |
van de bouwkosten; | |
| | |
| welstandstoets | |
2.3.1.2 | Niet van toepassing | |
| | |
| Verplicht advies agrarische
commissie | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische
commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € 605,00 |
| | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt
ingediend na aanvang of gereedkomen van de
bouwactiviteit: | 10 % met een minimum van € 160,00 en een maximum van
€1.000,00 |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | |
| | |
| Beoordeling aanvullende gegevens | |
2.3.1.5 | Niet van toepassing | |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 350,00 |
| |
2.3.2.1.1 | Voor het beoordelen van de onder 2.3.2.1 bedoelde aanvraag
kan een ecologisch onderzoeksrapport noodzakelijk zijn.
Indien dit het geval is, worden, naast de kosten genoemd in
2.3.2.1, de kosten van het advies dat gevraagd wordt aan een
extern adviesbureau doorberekend. Het tarief bedraagt het
bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de
aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een
begroting die ter zake door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige
volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen van de
aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting
van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is
gebracht. | |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij
tevens sprake is van
een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 600,00 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 600,00 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 5.000,00 |
2.3.3.3.1 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse ontheffing) en hiervoor
extern advies moet worden gevraagd: Het bedrag vermeld in 2.3.3.3 vermeerderd met de kosten van
extern advies. Het tarief hiervoor bedraagt het bedrag dat
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan
de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die
ter zake door het college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als
de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag
aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht. | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking): | € 1.000,00 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van AMvB of provinciale
verordening): | € 600,00 |
| | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij
geen sprake is van een
bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 600,00 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 600,00 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 5.000,00 |
2.3.4.3.1 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3o, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse ontheffing) en hiervoor
extern advies moet worden gevraagd: Het bedrag vermeld in 2.3.4.3 vermeerderd met de kosten van
extern advies. Het tarief hiervoor bedraagt het bedrag dat
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan
de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die
ter zake door het college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als
de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag
aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht. | |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking) | € 1.000,00 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van AMvB of provinciale
verordening): | € 600,00 |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.5.2 | voor het verlenen of vernieuwen van een vergunning tot het
in gebruik hebben of houden van een bouwwerk, als bedoeld in
artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik
bouwwerken | € 115,00 |
2.3.5.3 | voor het intrekken van de voorwaarden waaronder de
vergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit
brandveilig gebruik bouwwerken is verleend | € 115,00 |
2.3.5.4 | voor het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als
bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig
gebruik bouwwerken bestaande uit: . een wijziging van de tenaamstelling en/of . een wijziging van de naam van het bouwwerk waarop de
vergunning betrekking heeft | € 115,00 |
2.3.5.5 | Niet van toepassing | |
2.3.5.6 | Niet van toepassing | |
2.3.5.7 | De overeenkomstig de in 2.3.5.2, 2.3.5.5 of 2.3.5.11
genoemde tarieven van geheven leges worden vermeerderd met
de bedragen genoemd in 2.3.5.8 indien en voor zover deze op
het bouwwerk of de inrichting, waarop de te verlenen
vergunning betrekking heeft, van toepassing zijn | |
2.3.5.8 | Categorie I: a. Bouwwerken of inrichtingen waarin aan meer dan tien
personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf
zal worden verschaft; b. bouwwerken of inrichtingen waarin aan bejaarden in het
kader van de Wet op de bejaardenoorden huisvesting zal worden
verschaft; c. bouwwerken of inrichtingen waarin aan meer dan tien
kinderen jonger dan twaalf jaar of aan meer dan tien lichamelijke
en/of geestelijk gehandicapten dagverblijf zal worden
verschaft; d. bouwwerken of inrichtingen waarin meer dan vijftig
personen tegelijk aanwezig kunnen zijn, niet zijnde: - woongebouwen; - bouwwerken of inrichtingen voor (weg)verkeer; - sporthallen, zwembaden, sportscholen, maneges en clubgebouwen van sport en vrijetijdsverenigingen; - info- en exporuimten, tentoonstellingsruimten, musea
en kunstgalerijen. Categorie II a. bouwwerken waarin bedrijfsmatig de in artikel 6.2.2 van
de Bouwverordening bedoelde stoffen zullen worden
opgeslagen; b. Inrichtingen waarin bedrijfsmatig de in artikel 2.2.2 van
de Brandbeveiligingsverordening bedoelde stoffen zullen
worden opgeslagen; c. bouwwerken of inrichtingen voor (weg)verkeer en zover het
gaat om bouwwerken of inrichtingen waarin meer dan vijftig
personen aanwezig kunnen zijn; d. sporthallen, zwembaden, sportscholen, maneges en clubgebouwen van sport en vrijetijdsverenigingen; e. info- en exporuimten, tentoonstellingsruimten, musea
en kunstgalerijen. De vermeerderingen zijn: bruto-vloeroppervlakte minder dan 100 m² bruto-vloeroppervlakte 100 tot 500 m² bruto-vloeroppervlakte 500 tot 1000 m² bruto-vloeroppervlakte 1000 tot 1500 m² bruto-vloeroppervlakte 500 tot 2000 m² vermeerderd met voor elke 500 m² of een gedeelte daarvan boven de 2000 m² bruto vloeroppervlak van 5000 m² of meer, doch minder dan
10000 m² vermeerderd met voor elke 1000 m² of een gedeelte daarvan boven de 5000
m² bruto vloeroppervlak van 10000 m² of meer, doch minder dan
20000 m² vermeerderd met voor elke 2000 m² of een gedeelte daarvan boven de 10000
m² bruto vloeroppervlak van 20000 m² of meer Indien de aanvraag is ingediend in verband met een wijziging
van een bouwwerk, voor die wijziging: De vermeerderingen zijn: bruto-vloeroppervlakte minder dan 100 m² bruto-vloeroppervlakte 100 tot 500 m² bruto-vloeroppervlakte 500 tot 1000 m² bruto-vloeroppervlakte 1000 tot 1500 m² bruto-vloeroppervlakte 500 tot 2000 m² vermeerderd met: voor elke 500 m² of een gedeelte daarvan boven de 2000 m² bruto vloeroppervlak van 5000 m² of meer, doch minder dan
10000 m² vermeerderd met: voor elke 1000 m² of een gedeelte daarvan boven de 5000
m² bruto vloeroppervlak van 10000 m² of meer, doch minder dan
20000 m² vermeerderd met: voor elke 2000 m² of een gedeelte daarvan boven de 10000
m² bruto vloeroppervlak van 20000 m² of meer | € 615,00 € 1.000,00 € 1.350,00 € 1.520,00 € 1.750,00 € 145,00 € 2.750,00 € 145,00 € 3.500,00 € 145,00 € 5.120,00 € 615,00 € 1.000,00 € 1.350,00 € 1.520,00 € 1.750,00 € 145,00 € 2.750,00 € 145,00 € 3.500,00 € 145,00 € 5.120,00 |
2.3.5.9 | Indien de aanvraag om een gebruiksvergunning als bedoeld
onder de 2.3.5.2, 2.3.5.5, 2.3.5.9 of 2.3.5.11 wordt
ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen, wordt
op verzoek voor 50% van de geheven leges ontheffing
verleend. | |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f,
van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een
krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke
Monumentenverordening 2005 aangewezen monument, waarvoor op
grond van die provinciale verordening of van die
gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is
vereist, bedraagt het tarief: | € 100,00 |
2.3.6.2 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een omgevingsvergunning, een ontheffing, een
vrijstelling of een andere beschikking o.b.v. de
Monumentenverordening 2005 en de Monumentenwet 1988; | € 100,00 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat
in een bestemmingsplan, behersverordening of
voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: - bij een hoeveelheid sloopafval tot en met 50 m3 - bij een hoeveelheid sloopafval van 51 tot en met 100 m3 - bij een hoeveelheid sloopafval van meer dan 100 m3 | € 100,00 € 200,00 € 350,00 |
| | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | |
2.3.8.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in
de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een
bepaling in een provinciale verordening of in artikel 2:11
van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en
eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 250,00 |
| | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
2.3.9.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het
gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene
plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is
vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en
onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 100,00 |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale verordening of
artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € 90,00 |
| | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
2.3.11.1 | Gereserveerd | |
| | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die
schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de
natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of
planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | |
2.3.12.1.1 | -indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag een
externe toetsing is geweest: | € 166,24 |
2.3.12.1.2 | -indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag
géén externe toetsing is geweest: het bedrag vermeld in
artikel 2.3.12.1.1 vermeerderd met het bedrag van de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om
een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een
begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen
met gevolgen voor habitats en soorten in een door de
minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen
gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | |
2.3.12.2.1 | - indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag
een externe toetsing is geweest: | € 166,24 |
2.3.12.2.2 | - indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag
géén externe toetsing is geweest: het bedrag vermeld in
artikel 2.3.12.2.1 vermeerderd met het bedrag van de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om
een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een
begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet | |
2.3.13.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75,
derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is,
bedraagt het tarief | |
2.3.13.1.1 | - indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag
een externe toetsing is geweest: | € 166,24 |
2.3.13.1.2 | - indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag
géén externe toetsing is geweest: het bedrag vermeld in
artikel 2.3.13.1 vermeerder met het bedrag van de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om
een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een
begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een andere activiteit of
handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 166,24 |
| vermeerderd met het bedrag van de voorafgaand aan het in
behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning
aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in
de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de
aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is
ingetrokken. | |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag
dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende
vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit
zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning; | |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale verordening betreft: | € 166,24 |
| vermeerderd met het bedrag zoals dit voor de activiteit is
opgenomen in de op basis van artikel 8 van de
Dienstverleningsovereenkomst (DVO)gebaseerde
productencatalogus provincie Noord-Brabant 2010. | |
2.3.14.2.3 | als het een waterschapsverordening betreft: | € 166,24 |
| | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in
twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste
lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens
wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.16.1 | voor een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de
bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de
bouwverordening | € 75,00 |
2.3.16.2 | Voor het beoordelen van de resultaten van een programma van
eisen, plan van aanpak, een onderzoeksrapport e.d. in het
kader van te nemen beslissingen bij archeologisch onderzoek,
de kosten van het advies dat gevraagd wordt aan een extern
adviesbureau. Het tarief bedraagt het bedrag dat voorafgaand
aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de
aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter
zake door het college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. | |
| | |
2.3.17 | Advies | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke
verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie
advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van
de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning,
als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het
bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van
de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen
bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet
afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend,
als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | per verklaring van geen bedenkingen op basis van de
artikelen 46 en 47 van de Natuurbeschermingswet 1998 en de
artikelen 4.4.4, eerste lid en 7.0 van de provinciale
Milieuverordening Noord-Brabant | € 328,00 |
2.3.18.1.2 | per verklaring van geen bedenkingen afgegeven door het
ministerie van LNV op basis van artikel 75c van de Flora- en
Faunawet: | € 0,00 |