Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werkendam

Gedragscode voor raadsleden van de gemeente Werkendam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode voor raadsleden van de gemeente Werkendam
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpArchief

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 15, lid 3

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200415-01-2019Nieuwe regeling

16-12-2003

Onbekend

WE/4837

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor raadsleden van de gemeente Werkendam

 

De raad van de gemeente Werkendam;

 

gelezen het voorstel tot het vaststellen van een gedragscode voor raadsleden;

 

gelet op artikel 15 lid 3 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de navolgende “Gedragscode voor raadsleden van de gemeente Werkendam”:

 

 

Deel I  Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

 

Leden van de raad stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

 

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-raadsleden maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie raadsleden hun functie vervullen.

 

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

 

Dienstbaarheid

Het handelen van een raadslid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

 

Functionaliteit

Het handelen van een raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

 

Onafhankelijkheid

Het handelen van een raadslid wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

 

Openheid

Het handelen van een raadslid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de kiezer en controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van het raadslid en zijn beweegredenen daarbij.

 

Betrouwbaarheid

Op een raadslid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

 

Zorgvuldigheid

Het handelen van een raadslid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

 Respect

Een politiek debat wordt gevoerd op de inhoud en op het scherp van de snede. Respect voor de persoon blijft echter altijd de norm. Dat betekent dat van raadsleden mag worden verwacht dat zij voorkomen dat zij anderen kwetsen met hun wijze van debatteren of hun taalgebruik in woord en geschrift. 

 

 

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

 

 

Deel II  Gedragsregels

 

1          Algemene bepalingen

 

  • 1.1

    Deze gedragscode is van toepassing op alle leden van de raad van de gemeente Werkendam.

  • 1.2

    Deze gedragscode wordt zoveel als redelijkerwijs mogelijk is van overeenkomstige toepassing geacht te zijn op burgerleden, te weten leden van raadscommissies die niet tevens raadslid zijn.

  • 1.3

    Een raadslid onthoudt zich van al hetgeen het aanzien van het raadslidmaatschap en het aanzien van de raad schaadt. De raadsleden zijn aanspreekbaar op de naleving van deze code. Raadsleden spreken elkaar aan op ongewenst gedrag.

  • 1.4

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is,  vindt bespreking plaats in het seniorenconvent.

  • 1.5

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.6

    De leden van de raad en de burgerleden ontvangen bij hun  aantreden een exemplaar van de code.

 

2          Belangenverstrengeling

 

  • 2.1

    Een raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.2

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3

    Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten om niet aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 2.4

    Een raadslid maakt in eerste aanleg een eigen afweging rond mogelijke belangenverstrengeling. Bij twijfel wordt het raadslid in staat gesteld zijn afwegingen zelf publiek te maken.

 

3          Nevenfuncties

 

  • 3.1

    Een raadslid vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 3.2

    Een raadslid maakt melding van al zijn (neven)functies naast die van het raadslidmaatschap waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens liggen voor ieder ter inzage in een openbaar register.

  • 3.3

    De kosten die een raadslid maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

 

4          Informatie

 

  • 4.1

    Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 4.2

    Een raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond  van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4.3

    Een raadslid maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke be­trekkingen gebruik van in de uitoefening van bet ambt verkregen in­formatie.

 

5          Meningsuitingen

 

  • 5.1

    Het raadslid onthoudt zich van beledigingen, laster en leugens.

  • 5.2

    Een raadslid stelt de persoonlijke integriteit van leden van college, raad en ambtelijke organisatie pas dan ter discussie, indien daaraan een gedegen onderbouwing ten grondslag ligt.

  • 5.3

    Het raadslid draagt er zorg voor, dat de toonzetting van de beweringen niet geschiedt in persoonlijke grievende bewoordingen

  • 5.4

    Naderhand onjuist gebleken beweringen worden door het betrokken raadslid publiekelijk gerectificeerd.

 

6          Aannemen van geschenken

 

  • 6.1

    Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke  bestemming voor gezocht.

  • 6.2

    Indien een raadslid geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen deze in afwij­king van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

 

7                            Declaraties

 

  • 7.1

    Een raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze wor­den vergoed.

  • 7.2

    Te declareren kosten worden binnen drie maanden gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voorzover mogelijk binnen een maand afgere­kend.

  • 7.3

    De griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van raadsleden worden goedgekeurd door de voorzitter en administratief afge­handeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

 

8              Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

                     

  • 8.1

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzie­ningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

  • 8.2

    Indien wordt besloten dat raadsleden kunnen beschikken over apparatuur van de gemeente, zoals een fax, mobiele telefoon en computer, geschiedt dat op basis van een zakelijke overeenkomst van bruikleen.

 

9.         Reizen buitenland 

 

  • 9.1

    Indien een raadslid het voornemen heeft om uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken, heeft hij toestemming nodig van de raad. Voor de besluitvorming hieromtrent is het seniorenconvent gemandateerd.

  • 9.2

    Bij de melding van het voornemen van een reis, verschaft het raadslid informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 9.3

    Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in het seniorenconvent en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 9.4

    Van de reis wordt een verslag opgesteld.

  • 9.5

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een raadslid is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 9.6

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 9.7

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het raadslid.

  • 9.8

    De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de raad van de gemeente Werkendam 16 december 2003

de raadsgriffier,                      de voorzitter,

 

 

 

mr. I. Bakker                          drs. H.A.G. Hellegers