Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Verordening klachtencommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening klachtencommissie
CiteertitelVerordening klachtencommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening klachtenbehandeling, vastgesteld d.d. 10 december 1991.

Beleidsregel van 29 juni 2000, Gemeenteblad 2000/32, 30 juni 2000: Uitzonderingen op het klachtrecht.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 9.2
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-07-200031-12-2012nieuwe regeling

29-06-2000

Gemeenteblad 2000/29

BS/2000-78

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening klachtencommissie

 

 

De raad van de gemeente Roosendaal;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d 19 juni 2000, nr. 78

gelet op artikel 149 van de gemeentewet;

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen de Verordening klachtencommissie.

 

Artikel 1

Er is een commissie, genaamd klachtencommissie, die is belast met het overeenkomstig deze regeling behandelen van klachten jegens bestuursorganen van de gemeente Roosendaal.

 

Artikel 2

  • 1.

    De samenstelling van de commissie is voor wat klachten betreft inzake ambtenarenzaken dezelfde als die van de bezwarencommissie ambtenarenzaken, als bedoeld in de Gemeenschappelijke regeling behandeling bezwaarschriften ambtenarenzaken, vastgesteld bij besluit van 26 augustus 1999 en voor wat de overige klachten betreft dezelfde als die van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften, als bedoeld in de Verordening regelende de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, vastgesteld bij besluit van 24 januari 1997.

  • 2.

    De algemene bepalingen, als bedoeld in de artikelen 3 t/m 6 van de hiervoor onder punt 2.1. bedoelde Verordening regelende de behandeling van bezwaar- en beroepschriften zijn van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 3

  • 1.

    De commissie is, voor wat betreft de taakuitoefening als bedoeld in deze verordening, niet ondergeschikt aan enig bestuursorgaan van de gemeente Roosendaal.

  • 2.

    De vergaderingen van de klachtencommissie zijn niet openbaar.

 

Artikel 4

  • 1.

    Voor de toepassing van de gemeentelijke rechtspositieregelingen treedt - voor zover het betreft het uitvoeren van werkzaamheden voor deze commissie -de voorzitter van de commissie jegens de toegevoegde secretarissen op als diensthoofd.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders maken van hun bevoegdheid tot bestraffing, schorsing en ontslag ten aanzien van de secretarissen geen gebruik dan na een daartoe strekkend voorstel van de commissie.

 

Artikel 5

Indien een klager het niet eens is met de bevindingen van het onderzoek door het bestuursorgaan naar zijn klacht of van de eventuele conclusies die het bestuursorgaan daaraan verbindt, e.e.a. zoals bedoeld in artikel 9:12 van de Algemene wet bestuursrecht, kan hij binnen 6 weken na ontvangst hiervan schriftelijk een klacht indienen bij de commissie.

 

Artikel 6

  • 1.

    Aan de klager wordt zo spoedig mogelijk een ontvangstbevestiging gezonden.

  • 2.

    Een bericht over de binnenkomst van een klacht wordt eveneens gezonden aan het bestuursorgaan dat de klacht in eerste aanleg heeft onderzocht.

 

Artikel 7

  • 1.

    Op verzoek van de voorzitter van de commissie en binnen de door hem te bepalen termijn worden alle op het onderwerp van de klacht betrekking hebbende stukken, zonodig voorzien van een toelichting, door het bestuursorgaan aan de commissie overgelegd.

  • 2.

    De commissie is bevoegd inzage te (doen) nemen en zonodig afschriften te (doen) maken van bescheiden of andere informatie, die het bestuursorgaan onder zich heeft, en wel voor zover die op de bij de commissie in behandeling zijnde zaken betrekking hebben.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie kan ter voorbereiding van de behandeling van de klacht alle overige gewenste inlichtingen (doen) inwinnen.

  • 4.

    Bescheiden of overige informatie, die op grond van enige wettelijke bepaling niet openbaar kunnen worden gemaakt of terzake waarvan naar het oordeel van het bestuursorgaan om gewichtige redenen geheimhouding is geboden, worden aan de commissie slechts ter beschikking gesteld onder de voorwaarde, dat deze terzake van deze bescheiden of overige informatie geheimhouding zal betrachten. Zodanige gewichtige redenen zijn in ieder geval niet aanwezig, voor zover dat bestuursorgaan op grond van een wettelijk voorschrift verplicht is aan een verzoek om inlichtingen te voldoen.

 

Artikel 8

  • 1.

    De commissie stelt klager en het bestuursorgaan in de gelegenheid omtrent de klacht schriftelijk of mondeling verklaringen af te leggen.

  • 2.

    De commissie kan, indien zij dit ter beoordeling van de klacht noodzakelijk acht, ook anderen in de gelegenheid stellen om daarvan kennis te nemen en daaromtrent schriftelijk of mondeling verklaringen af te leggen.

  • 3.

    Op verzoek van de commissie verplicht het bestuursorgaan, tenzij dringende redenen zich daar naar zijn oordeel tegen verzetten, een ambtenaar of een op grond van diens werkzaamheid en functie daarmede gelijk te stellen persoon de commissie op een door haar te bepalen wijze de inlichtingen te verstrekken die zij voor haar onderzoek nodig acht.

  • 4.

    De mondelinge toelichting c.q. verklaring kan - zulks ter beoordeling van de commissie - plaatsvinden ten overstaan van één, meerdere of alle leden van de commissie.

  • 5.

    Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt.

 

Artikel 9

  • 1.

    De commissie kan gedurende het onderzoek de klager en het bestuursorgaan voorstellen doen, teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 2.

    De commissie spreekt het oordeel uit, of de gedraging -geheel of gedeeltelijk - wel of niet behoorlijk was.

Indien het onderzoek naar het oordeel van de commissie onvoldoende zekerheid verschaft over de feitelijke toedracht van de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, wordt geen oordeel uitgesproken.

 

Artikel 10

  • 1.

    De commissie neemt binnen 6 weken na ontvangst van de klacht een beslissing. De beslissing kan eenmaal met ten hoogste 4 weken worden verdaagd.

  • 2.

    Wanneer het onderzoek is afgesloten, stelt de commissie een rapport op, waarin zij haar bevindingen en haar oordeel weergeeft.

  • 3.

    De commissie zendt het rapport aan de klager en het bestuursorgaan en zonodig aan anderen die bij het onderzoek zijn betrokken. De commissie kan desgevraagd aan eenieder een afschrift of uittreksel van het rapport, als bedoeld in het tweede lid, verstrekken. In laatstbedoeld geval dient de anonimiteit van de in het rapport genoemde personen te zijn gewaarborgd.

  • 4.

    Indien de commissie besluit tot een gehele of gedeeltelijke gegrondverklaring, wordt door de zorg van het bestuursorgaan aan de klager voor zover mogelijk medegedeeld, hoe de klacht wordt verholpen en welke maatregelen zullen worden genomen om soortgelijke klachten in de toekomst te voorkomen.

 

Artikel 11

De commissie brengt jaarlijks aan de gemeenteraad schriftelijk verslag uit van de verrichte werkzaamheden. Dit verslag wordt algemeen verkrijgbaar gesteld.

 

Artikel 12

Deze regeling kan worden aangehaald als "Verordening klachtencommissie".

Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag volgende op die waarop zij bekend is gemaakt.

Met ingang van de onder punt 2. genoemde datum vervalt de Verordening klachtenbehandeling, vastgesteld d.d. 10 december 1991.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Roosendaal in zijn openbare vergadering van 29 juni 2000

De secretaris,

De voorzitter,