Verordening subsidiëring woonconsumenten(organisaties)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  activiteiten: werkzaamheden in het kader van de volkshuisvesting, die verricht worden door woonconsumenten, door woonconsumentenorganisaties of door derden, die gericht zijn op het versterken van de positie van woonconsumenten in de volkshuisvesting of die gericht zijn op de realisatie van een concreet volkshuisvestingsproject ten behoeve van woonconsumenten;

• b.

  apparaatskosten: kosten voor secretariële werkzaamheden, de benodigde apparatuur en materialen, die een woonconsumentenorganisatie maakt ten behoeve van activiteiten;

• c.

  subsidie: een geldelijke of op geld waardeerbare bijdrage van de gemeente aan woonconsumenten of aan een woonconsumentenorganisatie;

• d.

  subsidiejaar: het kalenderjaar waarover subsidie wordt verstrekt;

• e.

  woonconsumenten: bewoners, waartoe in ieder geval behoren huurders en eigenaarbewoners en woningzoekenden, waartoe in ieder geval behoren kandidaat-huurders en kandidaat-kopers;

• f.

  woonconsumentenorganisatie: een geformaliseerde groep of een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die blijkens de statuten, de structuur en de werkwijze, zonder winstoogmerk, werkzaam is op het terrein van de volkshuisvesting ten behoeve van woonconsumenten in Vught;

• g.

  bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught.

Artikel 2. Vaststelling budget

De raad neemt jaarlijks bij de behandeling van de gemeentebegroting een besluit waarin het bedrag wordt vastgesteld voor de Subsidiering van woonconsumentenorganisaties.

Artikel 3. Subsidieverlening

• 1.

  Het bestuursorgaan beslist op een aanvraag om subsidie.

• 2.

  De subsidie voor apparaatskosten, waarbij inbegrepen een basis-subsidiebedrag voor scholing, bedraagt 100% van de goedgekeurde kosten voor het betreffende subsidiejaar.

• 3.

  De subsidie kan nooit meer bedragen dan het exploitatietekort.

Artikel 4. Aanvraag

Een woonconsumentenorganisatie kan bij het bestuursorgaan een aanvraag indienen voor het toekennen van subsidie in de apparaatskosten en ten behoeve van een of meerdere activiteiten.

Artikel 5. Voorschriften

• 1.

  Het bestuursorgaan houdt bij zijn beslissing op een aanvraag rekening met steun die op grond van een andere regeling aan de aanvrager is of kan worden toegekend.

• 2.

  Het bestuursorgaan kan aan de toekenning van subsidie voorschriften verbinden.

• 3.

  Indien het bedrag dat als subsidie is toegekend, door de aanvrager, nadat de activiteit verwezenlijkt is, van derden kan worden ontvangen, is de aanvrager verplicht om dit bedrag op eerste verzoek van het bestuursorgaan aan de gemeente geheel of gedeeltelijk terug te storten. Dit teruggestorte bedrag wordt toegevoegd aan het budget voor sociale vernieuwing.

• 4.

  Het bestuursorgaan kent slechts subsidie toe voor zover het hiervoor beschikbare budget toereikend is.

Artikel 6. Overleggen gegevens

• 1.

  Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit, dient voorzien te zijn van een gespecificeerde begroting van inkomsten en uitgaven en een toelichting, waaruit blijkt:

  • a.

    dat de activiteit een volkshuisvestelijk belang betreft;

  • b.

    ten behoeve van welke woonconsumenten de activiteit verricht wordt;

  • c.

    wie de activiteit zal uitvoeren;

  • d.

    dat de activiteit gericht is op het versterken van de positie van woonconsumenten of op het realiseren van een concreet project ten behoeve van woonconsumenten.

• 2.

  Een aanvraag voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten, dient vergezeld te gaan van een gespecificeerde begroting van inkomsten en uitgaven van de betreffende woonconsumentenorganisatie voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

• 3.

  Een aanvraag voor het toekennen van subsidie dient ingediend te zijn voor 1 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

• 4.

  In de aanvraag dient vermeld te zijn aan wie de subsidie uitbetaald moet worden.

• 5.

  Het bestuursorgaan kan nadere regels stellen omtrent de wijze waarop de subsidie dient te worden aangevraagd.

Artikel 7. Uitbetaling

De subsidie wordt binnen vier weken na de bekendmaking van het besluit uitbetaald.

Artikel 8. Verplichtingen

• 1.

  Een woonconsumentenorganisatie die subsidie krijgt is verplicht voor 1 april van het jaar volgend op dat waarin de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden de navolgende stukken te overleggen:

  • a.

    de door het bestuur van de instelling gewaarmerkte balans per 31 december van het jaar waarin de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden en de jaarrekening, alsmede een duidelijke en volledige aan de begroting gerelateerde toelichting per post en een verslag van de in opdracht van het bestuur van de instelling verrichte controle van de administratie; het bestuursorgaan kan verlangen dat in plaats van vermeld verslag een verklaring van een registeraccountant wordt overlegd;

  • b.

    het verslag van de door de instelling verrichte activiteiten en het erdoor bereikte effect.

• 2.

  De woonconsumentenorganisatie draagt er zorg voor dat de financiële administratie zodanig is ingericht, dat er op eenvoudige wijze overzicht kan worden verkregen van de bezittingen, vorderingen en schulden van de instelling en van haar exploitatieresultaat.

• 3.

  De woonconsumentenorganisatie volgt de aanwijzingen op, welke haar in het belang van een goede administratie en de financiële controle door of vanwege het bestuursorgaan wordt gegeven.

Artikel 9. Stopzetting en terugvordering

Het bestuursorgaan kan een verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen of verrekenen met in de toekomst te ontvangen subsidie bedragen en de aanvrager van verdere subsidietoekenning uitsluiten, indien:

• 1.

  de aan het toekennen van de subsidie verbonden voorschriften niet worden of zijn nageleefd dan wel kennelijk wordt of is gehandeld in strijd met de bedoeling daarvan;

• 2.

  al dan niet opzettelijk onjuiste gegevens worden of zijn verstrekt of juiste gegevens worden of zijn achtergehouden.

Artikel 10. Afwijken in bijzondere gevallen

In bijzondere gevallen kan het bestuursorgaan, na de commissie Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting te hebben gehoord, van de bepalingen van deze verordening afwijken.

Artikel 11. Citeertitel en inwerkingtreding

• 1.

  Deze verordening kan worden aangehaald als "Woonconsumentenverordening 1994".

• 2.

  Zij treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking.

• 3.

  Op die datum vervalt de Woonconsumentenverordening 1992, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 september 1992.