Regeling fietsplan in eigen beheer 2005

FIETSPLAN

GEMEENTE  WERKENDAM 2005

Burgemeester en wethouders van Werkendam;

b e s l u i t e n :

de volgende regeling vast te stellen voor het uitvoeren van het Fietsplan Gemeente Werkendam 2005.  

Artikel 1 - Begripsbepaling

• a.

  Het bevoegd gezag:

  het College van Burgemeester en Wethouders dan wel de door deze in mandaat aangewezen medewerker.

• b.

  Fiets:

  Een fiets zonder hulpmotor, eventueel met elektrische traponderstuening.

• c.

  Woon-werkverkeer:

  De afstand tussen de vaste woongelegenheid waar de medewerker normaal gezien verblijft en de locatie waar of van waaruit de arbeid in de regel wordt aangevangen of beëindigd.

• d.

  Catalogusprijs:

  De prijs van een fiets, die de betreffende fabrikant in zijn of haar prijslijstvermeldt, inclusief het bedrag aan BTW.

Artikel 2 - Doel

Het fietsplan heeft tot doel:

• 1.

  het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer te stimuleren;

• 2.

  het arbeidsvoorwaardenpakket van de gemeente Werkendam uit te breiden.

Artikel 3 – Deelnemers

• 1.

  Het gebruik van de regeling staat open voor de medewerkers van gemeente Werkendam die kunnen aantonen dat zij jaarlijks op meer dan de helft van hun aantal werkdagen de fiets gebruiken voor woon-werkverkeer. Dit kan het geval zijn door regelmatig met de fiets naar het werk te komen, maar ook door bijvoorbeeld de fiets te gebruiken ter overbrugging van het woonadres naar een station of carpoolplaats.

• 2.

  Onder medewerkers wordt verstaan degenen die als ambtenaar op basis van de CAR/UWO zijn aangesteld in vaste dienst of degenen die een tijdelijke aanstelling hebben waarbij het de intentie is om over te gaan naar een dienstverband voor onbepaalde tijd. Uitgesloten zijn uitzendkrachten, medewerkers aangesteld in het kader van werkgelegenheidsprojecten, vrijwilligers, stagiaires en bij de gemeente gedetacheerden.

• 3.

  Een medewerker kan éénmaal in het lopende kalenderjaar gebruik maken van de regeling Fietsplan, mits in de twee voorafgaande kalenderjaren niet van deze regeling gebruik is gemaakt. 

Artikel 4 – Aanschafmogelijkheden Fietsplan

• 1.

  Het fiscale voordeel van de aanschaf van de fiets beperkt zich tot een maximum aankoopprijs van € 749,00 (inclusief BTW). Indien de aankoopprijs van de bestelde fiets hoger is dan € 749,00 (inclusief BTW), moet het meerdere contant worden afgerekend bij de fietshandelaar.

• 2.

  Accessoires en diensten die samenhangen met het gebruik van de aangeschafte fiets voor woon-werkverkeer, kunnen tot een bedrag van € 250,00 (norm 2002) per drie kalenderjaren belasting- en premievrij worden vergoed. Te denken valt aan zaken als reparatie, een extra slot, regenkleding en een tassendrager. De accessoires zijn o.a. verkrijgbaar via zogenaamde fietsbonnen. Deze bonnen zijn verkrijgbaar bij de fietshandelaar. Ook zonder bonnen mogen de accessoires worden aangeschaft.

• 3.

  Ook voor het afsluiten van een driejarige diefstal- en cascoverzekering voor de fiets geldt een belasting- en premievrijstelling. De verzekering kan onder de geldende voorwaarden bij de fietshandelaar worden afgesloten.

Artikel 5 – Procedure

• 1.

  Medewerkers die van het Fietsplan gebruik willen maken, kunnen bij de fietshandelaar van hun keuze een fiets bestellen.

• 2.

  Zij dienen de factuur van de bestelde fiets in bij afdeling P&O. Op deze factuur dienen ten minste vermeld te zijn: naam van de koper, merk, type, kleur en model (dames/heren) van de fiets en de gegevens van de fietshandelaar. Ook vermeldt de factuur de kosten van de fiets, de waarde van eventueel aangeschafte fietsbonnen of accessoires en de kosten van de eventueel afgesloten fietsverzekering. 

• 3

  Iedere deelnemer dient een ‘Overeenkomst Fietsplan’ in te vullen, te ondertekenen en bij P&O in te leveren, samen met de factuur. 

• 4

  Iedere deelnemer dient het formulier ‘Verrekeningswijze fiets’ in te vullen, te ondertekenen en bij P&O in te leveren, samen met de factuur. Op dit formulier is aangegeven, welke loonbestanddelen men inzet voor de verstrekking van de fiets.

• 5

  Na inlevering van de onder punt 2, 3 en 4 genoemde documenten, draagt de afdeling Financiële Administratie zorg voor de betaling van de fietshandelaar.  

Artikel 6 – Fiscale bijtelling en naheffing

• 1.

  Eénmalig zal € 68,00 (norm 2002) fiscaal loon bij het loon worden opgeteld en wel in de maand volgend op de verstrekking van de fiets. Hierover wordt het geldende tarief loonheffing ingehouden.

• 2.

  Als blijkt dat de fiets niet of onvoldoende is gebruikt voor het woon-werkverkeer en dit tot een naheffingsaanslag bij de werkgever door de Belastingdienst leidt, zal deze naheffing door de werkgever bij de betreffende medewerker in rekening worden gebracht. 

Artikel 7 – Verrekeningsmogelijkheden

De fiets en eventuele toebehoren wordt door de gemeente Werkendam aan de werknemer verstrekt. De verrekening door de werknemer dient binnen drie jaar te zijn afgerond en kan op de volgende wijzen worden vormgegeven:

• a.

  door een korting op of verlaging van het salaris gedurende minimaal één maand en maximaal 36 maanden, waarbij het brutosalaris na de verlaging minimaal gelijk moet zijn aan het wettelijk geldend minimum loon; 

• b.

  door een korting op of verlaging van de eindejaarsuitkering;

• c.

  door een korting op of verlaging van de vakantietoeslag;

• d.

  door de ruil van een aantal verlofuren, onder de vigerende voorwaarden van het cafetariamodel arbeidsvoorwaarden van de gemeente Werkendam;

• e.

  door een combinatie van a, b, c en d.

Artikel 8 – Bepalingen bij uitdiensttreding

• 1.

  Ingeval van ontslag (hieronder wordt tevens verstaan ontslag in verband met FPU, invaliditeits- of ouderdomspensioen), wordt het nog niet verrekende bedrag van het Fietsplan in één keer verrekend en wel met het laatste te ontvangen netto salaris. Een eventueel tekort dient binnen één maand na datum van ontslag aan de gemeente Werkendam te worden overgemaakt.

• 2.

  Bij ontslag wordt over de nog te verrekenen bedragen loonheffing ingehouden.

Artikel 9 – Fiscale voorwaarden

Indien de fiscale voorwaarden met betrekking tot het voortbestaan van de regeling of de genoemde bedragen wijzigen, wordt deze regeling respectievelijk niet langer van toepassing verklaard, danwel aan de gewijzigde voorwaarden aangepast. De aanpassingen volgen automatisch en worden ter kennisgeving aan de Ondernemingsraad medegedeeld. 

Artikel 10 – Slotbepaling

De besluiten tot uitvoering van deze regeling worden genomen door het College van Burgemeester en Wethouders. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in billijkheid voorziet, kan het College van Burgemeester en Wethouders een nadere beslissing nemen.

Artikel 11 – Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling Fietsplan Gemeente Werkendam 2005” en wordt geacht in werking te treden op 1 juni 2005.

Werkendam, 9 mei 2005

Burgemeester en wethouders van gemeente Werkendam,

de secretaris,                                       de burgemeester,

mr. P.C. van der Jagt                           drs. H.A.G. Hellegers