Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorrangsbeleid plaatsingsvolgorde Wsw |
Citeertitel | Verordening voorrangsbeleid plaatsingsvolgorde Wsw |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Wijzing art 2 lid 1, vastgesteld in Raad 6 juni 2011, bekendmaking Huis aan huis 29 juni 2011, wijziging werkt terug tot 1 april 2011
artikel 147 eerste lid van de Gemeentewet en artikel 12 tweede lid van de Wet sociale werkvoorziening
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2008 | 15-04-2017 | Onbekend | 26-05-2008 Huis aan huis 4 juni 2008 | gemeentebladnr 312 |
Deze verordening verstaat onder:
voorstroomtraject DCW: het traject, dat onmiddellijk vooraf gaat aan plaatsing in de sociale werkvoorziening en gericht is op het verkrijgen, behouden en verbeteren van sociale en arbeidsvaardigheden en dat door de DCW wordt aangeboden aan geïndiceerden, die gelet op hun plaats op de wachtlijst en de ruimte voor instroom daarvoor in aanmerking komen;
Bij de voorrangsplaatsing onder toepassing van lid 1 wordt indien geïndiceerden binnen de voor hen geldende criteria gelijktijdig voldoen aan de in lid 1 genoemde criteria en/of indien geïndiceerden uit de genoemde criteria-groepen gelijktijdig voldoen aan de in lid 1 genoemde criteria de volgorde waarin de betreffende geïndiceerden op de wachtlijst staan in acht genomen.
De gemeente kent een wachtlijst voor plaatsing in de sociale werkvoorziening, waarbij de wachttijd thans (april 2008) tussen de 3 en 4 jaar bedraagt.
Deze lange wachttijd is niet bevorderlijk voor de kandidaat-werknemer en zijn kans op herintreding in het arbeidsproces. Zo is al gauw sprake van verlies van arbeidsvaardigheden, werkritme en motivatie.
Om dit zoveel mogelijk te ondervangen is het zogenoemde voorstroomtraject DCW ontwikkeld. De deelname van geïndiceerden daaraan is –zoals de huidige wettelijke regelgeving bepaalt- echter vrijblijvend. Daarnaast neemt slechts circa 50% van degenen, die daaraan zouden kunnen deelnemen, daaraan daadwerkelijk deel (referentiekader het jaar 2007).
Vanuit het bevorderen van de arbeidsparticipatie, zoals de gemeente voor staat, is het wenselijk, dat toch zoveel mogelijk kandidaten deelnemen aan dit voorstroomtraject om arbeidsvaardigheden en/of –ritme op te doen en motivatie te behouden.
Om deze deelname een stimulans te geven is het wenselijk daar een soort bonus/incentive op te zetten. En wel door de deelnemers aan dit traject eerder van de wachtlijst te plaatsen, dan overeenstemt met de plaats die zij op de wachtlijst in nemen.
Evenzo is het wenselijk om personen, die er anderszins blijk van geven actief mee te werken aan hun plaatsing bij voorrang te plaatsen. Dit betreft dan personen, die vooruitlopend op hun reguliere plaatsing reeds zodanige contacten hebben gelegd met een potentiële werkgever in het kader van begeleid werken, dat zij op grond daarvan zo in dienst van die werkgever met arbeid kunnen beginnen. Slechts hun plaats op de wachtlijst belemmert dit.
Daarnaast wordt in de verordening ruimte geboden om middels nader door het college vast te stellen criteria, waarover de raad wordt geïnformeerd, ook andere groepen van geïndiceerden als bij voorrang te plaatsen geïndiceerden aan te wijzen, indien en voor zover vanuit de dagelijkse uitvoeringspraktijk daartoe behoefte blijkt te bestaan.
Tevens is in de verordening de mogelijkheid opgenomen om binnen de jaargroep af te wijken van de plaatsingsvolgorde, indien en voor zover op het moment, dat een geïndiceerde op basis van zijn plaats op de wachtlijst voor plaatsing in aanmerking komt voor hem geen passend werkaanbod beschikbaar is.
Dit niet beschikbaar zijn kan zijn gelegen in bij de geïndiceerde gelegen factoren. Bijvoorbeeld betrokkene is aangewezen op een specifieke werksoort. Maar kan ook zijn gelegen in bij de DCW gelegen factoren. Bijvoorbeeld in verband met de mate van de vraag naar het vervullen van een bepaalde werksoort: er worden meer schoonmakers gevraagd dan administratieve krachten. Of in verband met seizoenbepaalde werkzaamheden, waardoor het aan het einde van het seizoen niet voor de hand ligt geïndiceerden daarin te werk te stellen, wetende dat het werkaanbod daarvoor te gering is. Wat dan eigenlijk leidt tot een arbeidsovereenkomst zonder werk.
Lid 1. In de volgorde waarin de betrokken geïndiceerden hier worden genoemd is geen sprake van een rangordening. De categorie a gaat dus niet voor op b of c, of de categorie b op c.
Lid 2. Binnen de voor het betreffende jaar op basis van de sw-taakstelling beschikbare formatieruimte wordt door het college nader bepaald welk percentage van deze ruimte beschikbaar is voor voorrangsplaatsingen. Het ligt in de rede om dit percentage in ieder geval op meer dan 50% van deze formatieruimte te stellen. Nu (referentie 2007) neemt al ongeveer 50% van de potentiële kandidaten deel aan een voorstroomtraject. Om in het kader van arbeidsparticipatie deze deelname (nog meer) te bevorderen ligt het voor de hand de ruimte voor een voorrangsplaatsing vanaf de wachtlijst, als bonus voor deze deelname, op een hoger aandeel dan 50% van de voor het betrokken jaar beschikbare formatieruimte vast te stellen.
Lid 3. Indien er meer geïndiceerden gelijkertijd voldoen aan de criteria, zoals verwoord in lid 1, dan geldt in hun onderlinge verhoudingen de originele plaatsingsvolgorde. Dan is de datum van de individuele indicatiebeschikking bepalend. Dit speelt vooral indien het in lid 2 bedoelde quotum nagenoeg opgebruikt is.
Lid 4. Deze bepaling is in het bijzonder gericht op de situatie, waarin een geïndiceerde voor plaatsing in aanmerking komt, maar dat er, ondanks alle inspanningen van de organisatie, op dat moment en ook niet binnen korte tijd nadien, geen passend werk voor hem beschikbaar is. Het ligt dan in de rede een geïndiceerde voor wie wel passend werk beschikbaar is eerder te plaatsen.
De verordening moet binnen zes maanden na inwerkingtreding van de wijzigingen in de Wet sociale werkvoorziening, op 1 januari 2008, zijn vastgesteld en uiterlijk per 1 juli 2008 inwerkingtreden.