Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cuijk

Verordening voor het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Cuijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCuijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening voor het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Cuijk
CiteertitelBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Cuijk 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBurgerzaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet (Gw) / Wet op de Lijkbezorging

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Uitvoeringsbesluit grafbedekkingen Cuijk 2004/Beleidsregels gemeentelijke begraafplaatsen 2008 (BW: 12-02-2008 en CW: 20-02-2008 en formele bekendmaking Belastingverordeningen c.a. gemeente Cuijk, 13-02-2008).

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-201601-12-2020Wijziging regeling

19-12-2016

Gemeenteblad d.d. 21 december 2016, nummer 176328

n.v.t.
01-01-201022-12-2016Nieuwe regeling

01-11-2010

Cuijks Weekblad, 23-11-2010

-1.776.1 / -28428

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voor het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Cuijk

De raad van de gemeente Cuijk,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010;

 

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

I. in te trekken de “Verordening op het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Cuijk 2004” vastgesteld door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 17 mei 2004;

II. vast te stellen de volgende

 

“Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Cuijk”.

 

 

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1

    begraafplaats:de gemeentelijke begraafplaats te Haps alsmede de gemeentelijke begraafplaatsen "Hanshof" en “Kouwenberg” en ‘Martinuskerkhof” te Cuijk ;

  • 2

    wet: de Wet op de lijkbezorging.

  • 3

    graf: een zandgraf;

  • 4

    kindergraf: een zandgraf op een apart deel van de begraafplaats bedoeld voor het begraven/bijzetten van stoffelijke overschotten (hetzij lijken, hetzij asbussen, hetzij een combinatie daarvan) van personen jonger dan 12 jaar;

  • 5

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • 6

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • 7

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:a. het doen begraven en begraven houden van lijken;b. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;c. het doen verstrooien van as;d. het doen gebruiken als gedenkplaats.

  • 8

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • 9

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:a. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;b. het doen verstrooien van as;

  • 10

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • 11

    particuliere urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden en waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 12

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting;

  • 13

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • 14

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • 15

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend;

  • 16

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens Het college een grafrecht wordt verleend:

  • 17

    terrein: datgene van het perceel dat niet in gebruik is als particulier graf / urnengraf.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘particulier graf', ‘particulier urnengraf’ en ‘particuliere urnennis’ mede verstaan: 'eigen graf’, ‘particulier kindergraf’ en ‘eigen kindergraf’, ‘eigen urnengraf’, respectievelijk ‘eigen urnennis’.

  • 2

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: ‘algemeen kindergraf’ en ‘algemeen urnengraf’.

Artikel 3 Beheer

  • Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd door de afdeling Ruimtelijk Beheer, onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • 1

    de aanwezige administratie van de begraafplaats;

  • 2

    de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • 3

    het onderhoud van de begraafplaats;

  • 4

    het doen delven of openen en sluiten van graven.

Artikel 4 Bestemming

  • 1

    De begraafplaats Hanshof te Cuijk en de gemeentelijke begraafplaats te Haps zijn bestemd voor het begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten of verstrooien van as van personen;

  • 2

    De begraafplaats Kouwenberg te Cuijk is bestemd voor het bijzetten of verstrooien van as van bloedverwanten tot uiterlijk de 2de graad en tot uiterlijk de 1ste graad aanverwantschap;

  • 3

    Het college kan van het eerste lid afwijken en kan nadere regels stellen, welke worden omschreven in een uitvoeringsbesluit, dat onderdeel uitmaakt van deze verordening. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen graven.

Artikel 5 Verantwoording

  • 1

    Het college regelt de indeling van de gemeentelijke begraafplaats.

  • 2

    Het college draagt ervoor zorg, dat er voor elke gemeentelijke begraafplaats een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt gemaakt waarop de vakken en per vak de grafruimten genummerd zijn aangegeven.

Artikel 6 Register

  • 1

    De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven, met hun namen, adressen, en datum van geboorte. In dit register wordt van de overledene tevens vermeld de datum van overlijden, de dag van de begraving, het gedeelte van de begraafplaats waarin dat is geschied en het nummer van het graf.

  • 2

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven.

  • 3

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden en gebruikers, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een uittreksel ten aanzien van hun grafplaats en leges verkrijgen.

     

    HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 7 Openstelling begraafplaats(en)

  • 1

    De begraafplaats is kosteloos voor eenieder toegankelijk.

  • 2

    De openingstijden zijn, behoudens door het college te verlenen ontheffing, van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 3

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de asbezorging.

  • 4

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 5

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 8 Ordemaatregelen

  • 1

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2

    Het is verboden op de begraafplaats:a) zich op hinderlijke wijze te gedragen;b) te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;c) op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;d) de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;e) dieren mee te voeren, met uitzondering van een aangelijnde hond;f) dieren te begraven;g) te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;h) zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan op de daarvoor bestemde ingangen;i) iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene.

  • 3

    Het is verboden op de begraafplaats:a) rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;b) met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.

  • 4

    De beheerder kan personen die zich niet aan een of meerdere in dit artikel bedoelde aanwijzingen houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 5

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in aanhef a van lid 3.

Artikel 9 Plechtigheden

  • 1

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste vijf werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

     

    HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 10 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

  • 3

    In bijzondere gevallen kan het college van het bepaalde in dit artikel ontheffing verlenen.

Artikel 11 Over te leggen stukken

  • 1

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

Artikel 12 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1

    De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as is op maandag t/m zaterdag van 09.00 uur tot 15.00 uur.

  • 2

    De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 3

    Op hetzelfde tijdstip mag op een begraafplaats één begrafenis plaats vinden.

  • 4

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

     

    HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 13 Indeling graven en asbezorging

  • 1

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:a. particuliere graven en particuliere urnengraven;b. particuliere urnennissen;c. algemene graven.

  • 2

    Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaren. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn in een nieuw particulier graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

  • 3

    In een algemeen graf kan maximaal één lijk worden begraven. Bijzetting in een dergelijk graf is alleen mogelijk nadat op verzoek van de belanghebbende het gebruik is omgezet in een uitsluitend recht, overeenkomstig lid 4 van dit artikel.

  • 4

    Particuliere graven worden uitgegeven overeenkomstig artikel 16.

  • 5

    In een particulier graf op de gemeentelijke begraafplaats ‘Hanshof’ kunnen maximaal twee lijken worden begraven. Tevens is er de mogelijkheid tot bijzetting van urnen.

  • 6

    In een particulier graf op de gemeentelijke begraafplaats Haps kan maximaal één lijk worden begraven. Tevens is er de mogelijkheid tot bijzetting van urnen.

  • 7

    Een uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder voorwaarden en beperkingen van deze verordening.

  • 8

    Het in het tweede lid bedoelde gebruik, respectievelijk het in het vierde lid bedoelde uitsluitend grafrecht worden door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden en gebruikers kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaatakte verkrijgen.

  • 9

    In bijzondere gevallen kan het college van het bepaalde in dit artikel ontheffing verlenen.

Artikel 14 Volgorde van uitgifte

  • 1

    Graven worden uitgegeven aansluitend op de reeds uitgegeven graven met dien verstande dat op de gemeentelijke begraafplaats Haps naast het graf van een overleden echtgenoot / echtgenote of levenspartner een grafruimte kan worden gereserveerd voor de overlevende partner. Onder de voorwaarde dat beide graven op eenzelfde datum aflopen of tot eenzelfde datum worden verlengd.

  • 2

    Graven worden alleen uitgegeven voor directe begraving behoudens het gestelde in lid 1 van dit artikel.

  • 3

    Het college behoudt zich het recht voor de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

  • 4

    Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

Artikel 15 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 16 Termijnen particuliere graven

  • 1

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, twintig of dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf, tien, twintig of dertig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3

    Begraving of bijzetting in een eigen graf kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn van tien, twintig of dertig jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 17, tweede lid, bedoelde personen.

Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten

  • 1

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende.

  • 3

    Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 4

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 19 Vervallen grafrechten

  • 1

    De grafrechten vervallen:a. door het verlopen van de termijn;b. indien de rechthebbende afstand doet van het recht;c. indien een begraafplaats wordt gesloten.

  • 2

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:a indien de betaling van het gebruiksrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;b indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;c indien de rechthebbende of de gebruiker van een (urnen)graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 18, lid 2 gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

     

     

    HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 20 Vergunning grafbedekking

  • 1

    Voor het plaatsen van gedenktekens op graven of een plaat ter afsluiting van een nis is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2

    De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking (gedenktekens en beplanting) en de wijze van aanbrengen en onderhoud.

  • 4

    In bijzondere gevallen kan het college ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde regels.

  • 5

     Het college kan de vergunning weigeren indien:a) niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;b) de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;c) de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;d) de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 6

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen van grafbedekking (monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen) op algemene- en particuliere (urnen)graven geschiedt door of namens de rechthebbende of de gebruiker.

  • 7

    Alle kosten voor het (doen) plaatsen of aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van grafbedekking (monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen) komen voor rekening en risico van de rechthebbende of de gebruiker.

Artikel 21 Ònderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het algemeen onderhoud van het terrein en de urnenmuur, in het na verzakking opnieuw stellen van het met vergunning op de door de gemeente aangelegde betonnen fundering geplaatste gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.Hierbij heeft de gemeente de bevoegdheid om tijdelijk gedenktekens te verwijderen. De verzorging, vernieuwing en herstellingen van grafbedekkingen is daaronder niet begrepen.

Artikel 22 Onderhoud door de rechthebbende of gebruiker

  • 1

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen met uitzondering van de winterharde beplanting.

  • 2

    De rechthebbende is verplicht de - door welke omstandigheden ook - daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven waarin de toestand van de grafbedekking is vermeld, te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 3

    Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 4

    Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan het college direct maatregelen treffen.

  • 5

    Indien binnen 13 weken na de dag van de eerste aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het college tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of gebruiker over te gaan.

  • 6

     Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 23 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 24 Aansprakelijkheid

  • 1

    De in artikel 22 bedoelde grafbedekking wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende te zijn aangebracht.

  • 2

    Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende.

  • 3

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een eigen- of algemeen (urnen)graf of een bestaand familiegraf geschiedt voor risico van de rechthebbende.

  • 4

    Een rechthebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op haar kosten tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

  • 5

    De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal van of schade aan voorwerpen, welke op de graven zijn geplaatst. 

Artikel 25 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1

    De grafbedekkingen en andere op de graven c.q. urnengraven geplaatste losse voorwerpen worden na het verstrijken van de termijn van uitgifte dan wel na vervallen van het uitsluitend recht tot begraven c.q. bijzetting door of namens de gemeente afgebroken c.q. verwijderd en opgeruimd.

  • 2

    De op de graven geplaatste grafbedekkingen en losse voorwerpen blijven gedurende acht weken ter beschikking van de rechthebbende na ruiming van het betreffende graf.

  • 3

    Na afloop van de in het vorig lid genoemde periode vervalt het recht op deze voorwerpen aan de gemeente zonder dat deze daarvoor enige vergoeding behoeft te betalen.

     

    HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 26 Bevoegdheden

Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats, geschiedt uitsluitend door de daartoe het college aangewezen personen.

Artikel 27 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1

    De ruiming van eigen graven of van urnengraven geschiedt met in achtneming van de bij of krachtens de wet gestelde regelen op aanvraag van de rechthebbende en tegen betaling van de verschuldigde rechten. Eén en ander is eveneens van toepassing bij het schudden van deze graven.

  • 2

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 4

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 5

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

     

     

    HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN

Artikel 28 Vestiging nieuw grafrecht

Door vestiging van een nieuw grafrecht of nieuw gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld, en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.

Artikel 29 Beslissingsbevoegdheid van het college

In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

Artikel 30 Overgangsbepaling

  • 1

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de “Verordening op het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Cuijk 2004” gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de: “Verordening op het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Cuijk 2004” is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast. 

Artikel 31 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met deze verordening kan naar het oordeel van het college worden gestraft met een geldboete en/of openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 01 januari 2010.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Cuijk 2010”.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 01 november 2010.

A. Knevel                                                       P. Mengdeplv. griffier                                                     burgemeester