Organisatie | Montferland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van Toeristenbelasting 2011 |
Citeertitel | Verordening Toeristenbelasting 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 224
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2011 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 23-12-2011 Montferland Journaal, 28-12-2011 | geen |
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, vanvoornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:a. hotels; pensions; recreatiebungalows in bungalowparken / op campings; appartementen; zomerhuisjes; gemeubileerde kamers; kampeerboerderijen en dergelijke bedrijven bepaald op het aantal slaapplaatsen;b. stacaravans, op vaste standplaatsen, bepaald op 2 slaapplaatsen;c. mobiele kampeeronderkomens op niet vaste standplaatsen, waaronder worden verstaan tenten; vouwwagens; kampeerauto’s; toercaravans; dan wel soortgelijke onderkomens of voertuigen, welke bestemd zijn voor, dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, bepaald op 3 slaapplaatsen.
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen wordt overnacht in de in dat lid genoemde onderkomens, wordt bepaald op:a. voor hotels; pensions; recreatiebungalows in bungalowparken / op campings; appartementen; zomerhuisjes; gemeubileerde kamers; kampeerboerderijen en dergelijkebedrijven: 250 per belastingjaarb. voor stacaravans op vaste standplaatsen: 50 per belastingjaarc. mobiele kampeeronderkomens: 365 per belastingjaar
Artikel 6 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekend aantal.
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan veertig zal of heeft belopen.
Artikel 11 Termijn van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso van het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet gemeentelijkeheffingen niet meer is dan € 2.000,-, de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maanddie in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later, dit met in achtneming van het in artikel 10 lid 3 van de RegelingAutomatische Incasso Gemeentelijke Belastingen.Indien bovengenoemde aanslagen in april of later in het belastingjaar worden opgelegd, is het aantal betaaltermijnen gelijk aan de nog in het belastingjaar overblijvende vollekalendermaanden, met een minimum van drie termijnen.
De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien drie van de maximaal acht termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.