Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Montferland

Verordening burgerinitiatief

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMontferland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening burgerinitiatief
CiteertitelVerordening burgerinitiatief 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2010Nieuwe regeling

23-12-2010

Montferland Journaal, 28-12-2010

geen
29-12-2010Nieuwe regeling

23-12-2010

Montferland Journaal, 28-12-2010

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening burgerinitiatief

De raad van de gemeente Montferland; gelezen het burgerinitiatiefvoorstel Van Elk / Reumer en het advies van de werkgroep Burgerparticipatie. gelet op het ter zake bepaalde in de Gemeentewet;

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de "verordening Burgerinitiatief 2011", luidende als volgt:

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Raad: de gemeenteraad van Montferland;

b. College: het college van Burgemeester en Wethouders van Montferland; c. Burgerinitiatiefvoorstel: een schriftelijk gemotiveerd voorstel van initiatiefgerechtigden aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, dat betrekking heeft op een gemeentelijke aangelegenheid waarover de raad bevoegd is te besluiten;

d. Initiatiefgerechtigden: degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Montferland, alsmede ingezetenen van de gemeente Montferland van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad van Montferland.

Artikel 2  

  • 1

    Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 3  

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

b. een vraag over het gemeentelijk beleid;

c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

d. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

e. een onderwerp waarover door de raad minder dan twaalf maanden voor de indiening van het burgerinitiatief een besluit is genomen.

Artikel 4  

  • 1

    De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2

    Ongeldig is het verzoek dat:

    a. niet door ten minste 150 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    b. een onderwerp als bedoeld in artikel 3 bevat, of niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 5  

  • 1

    Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.

  • 2

    Het verzoek bevat ten minste:

    a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger;

    d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in de bijlagen 1 en 2 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6  

  • 1

    De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.

  • 2

    Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel3, onder a, zendt de raad het voorstel aan het bevoegde bestuursorgaan.  

  • 3

    Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad. 

  • 4

    Het college zorgt er voor dat de raad minimaal 2 werkdagen voorafgaande aan de raadsvergadering een voorlopige reactie onder de titel: “College-overwegingen op het initiatiefvoorstel” heeft ontvangen. 

  • 5

    De griffier nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten. 

  • 6

    De raad neemt een besluit over het burgerinitiatief en voorziet dit besluit van een deugdelijke motivering.

    Nadat de raad heeft besloten over het burgerinitiatief, draagt de griffier er zorg voor dat het raadsbesluit en de daarbij behorende motivering:- binnen twee weken wordt medegedeeld aan de verzoeker bedoeld in artikel 5 lid c. - binnen drie weken wordt gepubliceerd door kennisgeving daarvan in het huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

Artikel 7  

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de toepassing van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8  

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

  • 2

    Op dat tijdstip vervalt de Verordening Burgerinitiatief 2005 vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad d.d. 9 juni 2005.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Burgerinitiatief 2011".

Aldus besloten in de openbare vergadering van 23 december 2010

De raad van de gemeente Montferland,

De griffier, D. Berends

De voorzitter, C.C. Leppink-Schuitema

 

 

Model Verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief 1  

Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatief.

 

Ondergetekenden verzoeken hierbij het volgende voorstel/onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

Doelstelling van het ingediende voorstel:

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Vertegenwoordigers burgerinitiatief:

 

 

Naam, voorletters

Adres

Postcode, Woonplaats

Geboortedatum

Datum

Handtekening

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met namen, adressen, geboortedatum en handtekeningen van ………… initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.  

 

 

Steunbetuigingen 2  

Steunbetuigingen (tenminste 150 initiatiefgerechtigden:

 

Naam, voorletters

Adres

Postcode, Woonplaats

Geboortedatum

Datum

Handtekening

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Toelichting 1 Artikelsgewijze toelichting Verordening Burgerinitiatief ....

Artikel 1

Lid a : Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Lid b : Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Lid c : Er is voor gekozen de term “burgerinitiatiefvoorstel” te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. De burger kan alleen concrete voorstellen indienen bij de gemeenteraad.

Lid d : Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3 van de Kieswet. In het kader van het betrekken van jongeren van de politiek hebben is de categorie initiatiefgerechtigden uitgebreid door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar. Jongeren kunnen op deze wijze betrokken worden bij de gemeentelijke politiek.

 

Artikel 2

Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, lijkt het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.

 

Artikel 3

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat. Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekuur van een wethouder of de burgermeester.Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan worden bepaald dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.Het is evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. 

 

Artikel 4

Uit het eerste lid volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus in ieder geval moeten uitspreken over het burgerinitiatiefvoorstel. Over het vereiste dat het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een gedeelte van de bevolking wordt gedragen.

 

Artikel 5

Omdat de burgemeester de voorzitter van de raad is, ligt het voor de hand om het burgerinitiatiefvoorstel bij hem te laten indienen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door middel van een standaardformulier voor burgerinitiatieven. Op dit formulier zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen kan naar personalia gevraagd worden als adressen en geboortedata. Met name dat laatste gegeven kan niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft. Voorbeeld van dergelijke formulieren zijn opgenomen in bijlage 1 en 2.

 

Artikel 6

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. De termijn van twee weken is nodig om het voorstel te kunnen controleren en om de voorbereiding in de raad te kunnen voorbereiden. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het wel bevoegde bestuursorgaan.Met het vierde tot en met zesde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel door de raad. Op grond van het vijfde lid wordt de verzoeker altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een mededeling dat het verzoek wordt afgewezen of een inhoudelijk besluit zijn. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatiefvoorstel te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht die vatbaar is voor bezwaar en beroep.

 

Artikel 7

De burgemeester brengt jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatiefvoorstellen), alsmede aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatiefvoorstellen, de besluiten van de raad op de burgerinitiatiefvoorstellen en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. In het wetsvoorstel met betrekking tot de dualisering van het gemeentebestuur wordt de burgemeester verplicht een burgerjaarverslag op te stellen. De burgemeester kan er dan voor kiezen het verslag over het burgerinitiatief hierin op te nemen.

 

Artikel 8

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 9

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.