Overheidsorganisatie | Gemeente Cuijk |
---|---|
Officiële naam regeling | Brandbeveiligingsverordening gemeente Cuijk 2010 |
Citeertitel | “Brandbeveiligingsverordening gemeente Cuijk 2010" |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Ruimtelijke Ontwikkeling |
Geen
Brandweerwet 1985
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-04-2012 | Nieuwe regeling | 21-06-2010 Cuijks Weekblad 14-07-2010 | -1.784.5/-49912 |
De raad van de gemeente Cuijk,
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2010;
Gelet op artikel 12 van de Brandweerwet 1985;
B e s l u i t :
Vast te stellen de navolgende verordening:
“Brandbeveiligingsverordening gemeente Cuijk 2010”
Paragraaf 1 Algemeen
In deze verordening wordt verstaan onder:- een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;- bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Paragraaf 2 Gebruiksmelding
Het is verboden om zonder of in afwijking van een gebruiksmelding:a. een inrichting in gebruik te nemen of te gebruiken voor zover daar meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn.
Paragraaf 3 Gebruiksvergunning
1 Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:a. meer dan 200 personen tegelijk aanwezig zullen zijn;b. aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;c. aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
2 Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt.
3 Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.
Een gebruiksmelding of gebruiksvergunning voor een inrichting wordt tenminste 4 weken voor aanvang van het gebruik schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de inrichting geheel of in hoofdzaak is of zal zijn gelegen.
Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften dit ook niet kan worden bereikt.
Paragraaf 4 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing.
Paragraaf 5 Het bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5, 2.6, 2.7 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing.
Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.
De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander terrein, dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.
Paragraaf 6 Overgangs- en slotbepalingen
Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan ambtenaren van de brandweer Land van Cuijk en daartoe door het college aangewezen ambtenaren.
De brandbeveiligingsverordening 1993 wordt ingetrokken.
1 Vergunningen die zijn verleend op grond van de verordening als bedoeld in artikel 3 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.
2 Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van onderhavige verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening als bedoeld in artikel 9 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop onderhavige verordening toegepast.
3 Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de verordening als bedoeld in artikel 9 wordt beslist met toepassing van onderhavige verordening.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.
Deze verordening wordt aangehaald als: “Brandbeveiligingsverordening gemeente Cuijk 2010”.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 21 juni 2010.
De raad voornoemd,
C.G.W.M. Selman P.Mengde
griffier voorzitter